Zamenspraken van Spinoza, Bolingbroke, Pitt, Canning en Benjamin Constant, in de tusschenstaat van het doodenrijk, over hunne verschillende bedrijven en derzelver gevolgen voor hen en anderenVan Langenhuysen, 1831 - 131 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aarde akte van seclusie alles BARUCH bedrijven BENJAMIN CONSTANT bijkans BOLINGBROKE bragt Britsche BUONAPARTE Calvinist CANNING CASTLEREAGH Cosmopoliteinen dacht deed denkelijk derwijze derzelver deszelfs dezelve dien dusgenoemde eenige eindeloos Engelsche Frankrijk Fransche gaarne gansch gebragt geest gelijk genoegzaam gewis gezegde goed en kwaad groot Groot-Brittanje grootelijks hebt heerlijke Hemelsche Vader hetgene hetzelve hierom Hollandsche hunne intusschen JAN DE WIT jegens JESUS KAREL keizer koning koningrijk koopvaardij laatste laatstelijk land leer leger lijk LODEWIJK XIV LODEWIJK XVIII maken Mamelukken menig menschdom menschen mogt monarch Monsieur CONSTANT Mylord nevens noodig nopens ofschoon omwenteling ontwerpen onze oorlog Oostenrijk opzigt PITT Polakken Polen Poolsche Pruissen regt regtgeaarde kinderen regtvaardig Rusland Saksen scheen slechts Spaansche Spanje SPINOZA staatkunde stelsel stervelingen thans Tractatus tusschen uwen verder verlangen verre vijand vloot volk voorts vrede vreesselijk waarmede Want Warschau wederom weinig welhaast welker welligt wiens ZAMENSPRAAK zelfs zelven zijt zulks