Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie, Volume 1

Voorkant
Kemink en Zoon, 1858
 

Geselecteerde pagina's

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 214 - Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere!
Pagina 149 - En in gedaante gevonden als een mensch, heeft hij zich zelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja den dood des kruises.
Pagina 190 - Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zoo iemand mij liefheeft, die zal mijn woord bewaren; en mijn Vader zal hem liefhebben, en wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken.
Pagina 150 - ... uit mijne hand rukken : mijn Vader die ze mij gegeven heeft, is meerder dan alle, en niemand kan ze rukken uit de hand mijns Vaders.
Pagina 200 - Jezus zeide tot hem : Ik ben de weg, en de waarheid, en het leven. Niemand komt tot den Vader dan door mij.
Pagina 209 - Verre boven alle overheid, en magt, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende ; 22 En hij heeft alle dingen zijnen voeten onderworpen, en heeft hem der gemeente gegeven tot een hoofd boven alle dingen ; 23 Welke zijn ligchaam is, en de vervullingdesgenen, die alles in allen vervult.
Pagina 211 - Pilatus dan zeide tot hem: Zijt gij dan een koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat ik een koning ben. Hiertoe ben ik geboren, en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, opdat ik der waarheid getuigenis geven zoude. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort mijne stem.
Pagina 143 - Zoo veel voortreffelijker geworden dan de engelen, als hij uitnemender naam boven hen geërfd heeft. 5 Want tot wien van de engelen heeft hij ooit gezegd : Gij zijt mijn Zoon, heden...
Pagina 217 - En zoo wanneer ik henen zal gegaan zijn, en u plaatse zal bereid hebben, zoo kome ik weder, en zal u tot mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar ik ben.
Pagina 167 - Zoo iemand wil deszelfs wil doen, die zal van deze leer bekennen, of zij uit God is, dan of ik van mij zelven spreek.

Bibliografische gegevens