Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie, Volume 5

Voorkant
Kemink en Zoon, 1862
 

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 2 - En zeide tot hem : Indien gij Gods Zoon zijt, werp u zelven nederwaarts; want daar is geschreven, dat hij zijne engelen van u bevelen zal, en dat zij u op de handen zullen nemen, opdat gij niet te eeniger tijd uwen voet aan eenen steen aanstoot.
Pagina 525 - Nam plerumque nudae illae artes nimiae subtilitatis adfectatione frangunt atque concidunt quidquid est in oratione generosius, et omnem sucum ingenii bibunt et ossa detegunt, quae ut esse et adstringi nervis suis debent, sic corpore operienda 25 sunt.
Pagina 57 - Ik ben het licht der wereld ; die mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
Pagina 61 - Gaat dan henen, onderwijst alle de volkeren, dezelve doopende in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; leerende hen onderhouden alles wat ik u geboden heb.
Pagina 269 - Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere!
Pagina 17 - ... en zoo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. 20 Toen verbood hij zijnen discipelen, dat zij niemand zeggen zouden, dat hij was Jezus, de Christus. 21 Van toen aan begon Jezus zijnen discipelen te vertoonen, dat hij moest henengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesteren, en schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden.
Pagina 264 - Want ik schaam mij het evangelie van Christus niet ; want het is eene kracht Gods tot zaligheid een' iegelijk die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek.
Pagina 58 - Die overwint, ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.
Pagina 48 - Op den feilen leeuw en d'adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw, en de drake vertreden. 14 Dewijle hij mij zeer bemint, [spreekt God] zoo zal ik hem uithelpen : Ik zal hem op eene hoogte stellen, want hij kent mijnen Name. 15 Hij zal mij aanroepen, en ik zal hem verhooren...
Pagina 5 - ... of zijne moeder geenszins zal eeren, die voldoet. 6 En gij hebt alzoo Gods gebod krachteloos gemaakt door uwe inzetting. 7 Gij geveinsden ! wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende : 8 Dit volk genaakt mij met hunnen mond, en eert mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van mij ; 9 Doch te vergeefs eeren zij mij, leerende leeringen, die geboden van menschen zijn.

Bibliografische gegevens