Vaderlandsch woordenboek, Deel 21J. Allart, 1789 |
Overige edities - Alles bekijken
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aanzien aldaar Alkmaar alwaar alzo Amfterdam Ampt ARMINIUS Baljuw bekleedde bevondt bijkans bragt Burgemeester deedt deezer derwaarts deszelfs dezelve dien Dogter Doopsgezinden Dorp Edelen eenige eerfte eerlang egter Engeland Enkhuizen fchen flegts floeg FLORIS Franfchen Frankrijk Friesland ftaan ftaat ftondt ftraks Geflagt gemelde genaamd getal Gewest Gezant goed Graaf Graave Grietenij Haarlem hadt hebbende Heer Heerlijkheid Hertog Hervormden hieldt Hift Holland HOMMIUS HOOFT Hoogwoude Hoorn HOUVE Huizen hunne huwelijk HUYBERT insgelijks Intusfchen JAUREGUI JUNIUS KAREL Keizer Kennemerland Kerk Kijfhoek Kollegie Koning KORNELIS KUILENBURG kwam laater Lands Leeraar maaken mede merkelijk naam nevens omtrent onze opzigt ouderdom overleedt Penfionaris perfoon PHILIPS plaatze post Prebende Prinfe Prins WILLEM Prinſe Raad Regeering regt Spaanfche Spanje Stad thans tijtel tusfchen Utrecht Vader Verbond der Edelen verfcheiden vermaarde vertrok vervolgens volgens vondt voorts Vrouwe JAKOBA waardigheid wierdt wierdt gebooren zedert Zeeland zelfde zelve Zierikzee zijnde zijner zints zogt zommigen zondt Zoon Zuiderzee
Populaire passages
Pagina 321 - Gaat weg van mij, gij die de ongeregtigheid werkt.
Pagina 33 - van het fruit te zijn ontlast, „ Met mij, u toeroept: komt te gast» ,, Hier willen roode en zwarte Kersfen „ Ons met haar lieflijk fap ververfchen; ,, Hier blinken Perzik, Peer en Pruim:
Pagina 23 - Honden, al juilende en met geweld aanvielen. Liever fchorten wij ons oordeel op, dan den Leezer dusdanige willekeurige verzierzels op te dringen. Van wegens het geduurig en telkens toeneemend
Pagina 24 - plaats van Paaien, met eene laage Keifteenen bedekt. Het belang, welk het grootfte gedeelte van het Noorderkwartier bij de Dijkaadjen van de
Pagina 321 - tot den Vader ,, dan door CHRISTUS , en dat men daarom God alleen zal aanbidden -, in den naam van CHRISTUS , die onze
Pagina 24 - vlijtig gezorgd. Zints de verwoestingen, door het vernielend gewormte in het Paalwerk aangericht, is men ook hier bedagt geweest op de
Pagina 24 - Dijken. Den Waakerdijk heeft men merkelijk verbreed' en verzwaard, en de fchuinfche glooijing aan den Zeekant,
Pagina 23 - veroorzaakt door de hooge Vloeden, met Westlijke en Noordweste winden, zou, meent men, reeds in den
Pagina 132 - mogten hebben, en te zorgvuldiger waargenomen worden; dat men de
Pagina 224 - t verbitteren der Waaien, 't welk hij op „ gelijke wijze doordreef, het uitrooijen van