De genadereligie van India en het christendom: overeenkomsten en verschillen

Voorkant
Uitgeverij Abraxas v/h De Appelbloesem Pers, 2005 - 176 pagina's

Dit is een schitterend geschreven boekje, uitstekend vertaald en voorzien van verhelderend redactioneel commentaar. 
Volgens sommigen geeft dit bescheiden boekje een beter inzicht in het belangrijke werk van Rudolf Otto dan zijn wereldberoemde Das Heilige, dat al zo'n kleine 100 jaar niet alleen het best verkochte wetenschappelijke boek inzake religie is (zelfs boven Karen Armstrong, die zijn werk 'klassiek' en 'onovertroffen' vindt) maar ook het meest geciteerde.
Otto's denken is de grondslag, het alfa & omega van religie-studie zoals Darwin dat is voor de biologie en Einstein voor de fysica.
Otto gaat de dialoog niet uit de weg, integendeel. Hij gaat bijvoorbeeld een kritisch gesprek aan met de oudere William James. Hij doet dat inlevend maar zijn eigen ethische en religieuze standpunten zijn zo sterk uit ervaring voortgekomen dat James ietwat mismoedig moet constateren dat de rechtstreekse ervaringen, die op zijn vader een levensbepalende en richtinggevende leidraad waren geweest, er voor de zoon niet in zaten.

Rudolf Otto, de invloedrijkste hoogleraar aan de vanouds liberale Marburgse Universiteit, heeft het moeten afleggen tegen de superieur opererende Martin Heidegger en zijn vooruit geschoven secondant Bultmann.
Terwijl Heidegger triomfeerde op de maat van het heersende regime maakte Rudolf Otto zijn laatste voettocht naar de ruïnes van Staufenberg. De dood van zijn vriend en collega Jacobsohn die wat hij voorvoelde niet wou meemaken en de weigering van de instanties om zijn vaderloze zoon in het huishouden van Rudolf Otto en zijn zuster en nichtje te mogen opnemen, het was teveel voor zijn door malaria en chronische depressies geteisterde bestaan.

Honderd jaar later is de opvatting dat Rudolf Otto Karl Barth, ondanks diens formidabele schrijfkracht, voorbij is gestreefd omdat fraaie woorden het intellect wel strelen maar geen aansluiting vinden bij de overgrote meerderheid voor wie de beleving telt.

 

Geselecteerde pagina's

Inhoudsopgave

De genadereligie van India en het christendom
vii
Inleiding
15
Een strijd om God
28
De markt van welzijn en geluk
44
De verhouding tussen christendom
57
Verzoening en zuivering van schuld
112
De eenheidsbeleving van de identiteitsmystiek
119
Religieuze overeenstemming
125
Paul Neff Religie als genade
126
Bibliografie
132
Gelijke prereligieuze grondslag
138
vita religiosa
145
Dualistische verlossingsgedachte
151
Theologische bedrijvigheid
158
Verklarende woordenlijst
172
Copyright

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Over de auteur (2005)

Rudolf Otto (Peine, 25 september 1869 – Marburg, 6 maart 1937) was een Duits luthers theoloog en een vooraanstaande godsdienstwetenschapper die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de comparatieve (vergelijkende) godsdienstwetenschap van zijn tijd. 

In zijn hoofdwerk Das Heilige (Breslau 1917) benoemt hij het heilige als de essentie van iedere religie. Het heilige is voor Otto iets wat tegelijkertijd vrees en fascinatie opwekt. Hij introduceerde ook het adjectief numineus, om te verwijzen naar het geheimzinnige, wat tegelijk kracht uitstraalt. Otto: 'Wanneer je van omen omineus kunt maken, dan ook van numen numineus'. Deze term is in de Nederlandse literatuur gebruikt door onder meer Hella Haasse, Johan Polak, Gerard Reve en Harry Mulisch.

Otto was aan diverse Duitse universiteiten hoogleraar in de systematische theologie.

Een bekende uitspraak van hem is: 'Godsdienst is de beleving van het mysterie en het komt tot uiting als het gevoel zich openstelt voor de indrukken van het eeuwige dat verschijnt door de sluier van het tijdelijke.'

In 1917 verscheen van de hand van Rudolf Otto een studie over Het Heilige. Daarin werd gebroken met de idee dat heiligheid iets is wat uit de religieuze mens voortkomt, zoals de 19e-eeuwse godsdienstsociologie had gesteld. Heiligheid is, integendeel, iets wat ongrijpbaar buiten de mens is en hem raakt. Het is ontzagwekkend en anders. Het boek werd een bestseller en is thans ook nog in vele talen verkrijgbaar. Aanvullingen op Das Heilige verschenen in Aufsätze, das Numinose betreffend(Stuttgart/Gotha 1923), Das Gefühl des Überweltlichen (Sensus Numinis) (München 1932) en Sünde und Urschuld (München 1931).

Andere werken van zijn hand verschenen in Nederlandse vertaling als Het heilige: Een beschouwing over het irrationele in de idee van het goddelijke en de verhouding ervan tot het rationele (Amsterdam 2012) en De genadereligie van India en het christendom: Overeenkomsten en verschillen in de oorsprong van godsdiensten (Amsterdam 2005).

Rudolf Otto schreef een ten geleide bij Rufus Jones & Daniël Mok: Quakers: Triomf en tragiek van het geweten: beeld van een humanitaire religie. Tevens is in deze uitgave een essay van zijn hand opgenomen over De zwijgende eredienst van de Quakers.

Bibliografische gegevens