Iets over de armoede en het gebrek aan arbeid, in betrekking tot staathuishoudkunde en staatkunde

adminiftratie algemeen alles altijd arbeiders Aristocratie bajonetten befcherming beftaande beginfel behoefte belang belasting belem berekeningen beſtaan bevolking buitengewoon verval Christendom circulatie dagloonen Democratie Despotisme deszelfs dezelve dwangmiddelen eenige eerfte eigenbelang eigendom Engeland Engelfche Europa evenredigheid fabrijken flechts fmokkelhandel Frankrijk ftaan ftaande ftelfel ftellen ftellige ftrekking ftremming gebrek aan werk geest van gelijkheid gefteld gera gevolgen goed Gouvernementen groote handel handenarbeid hetwelk hetzelve hooge regten hunne industrie Katoen klasfe kolosfale koorn kwaad laatfte laatſte land landbouw lemmering loon maatregelen Maatſchappij machinerie magt maken Manufacturen mende menfchelijke menfchen middelen van beftaan millioen moeijelijk nadeel natiën noodig noodzakelijk onderſteuning onevenredigheid ongelijkheid van bezittingen onmatig debiet onmatige productie onvergenoegden onze oorzaak ophooping van kapitalen pence Premiën van uitvoer prijs prijzen principe product productie en confumtie progresfive rijkdom ruiling Shillings Spaarbanken ſtaat thans toenemende uitſluiting verarming vereenvoudiging vergif verkoopftelfel vermeerdering vermindering verval tot armoede volftrekte volken vreemde vrije concurrentie waarde welvaart zelve