DE

PHILOSOOPH.

EERSTE DEEL.

"S. Fokke in fa.

Te AMSTERDAM,

By P. MEIJER, en de Wed. K. van TONGERLO

en ZOON.

DER

VERTO OGEN

VAN HET EERSTE DEEL.

No. I. INLEIDING. Berigt wegens den Philofoph
en zyne Medebelpers, en wegens de voor-
genoomen wyze van hun Schryven.

2. Aanmerkingen over de oogmerken en beweeg-

redenen der SCHRYVERS.

3. Droom over der Menfchen onmaatige begeerte

naar 't geen onder hunne Zinnen valt

byzonderlyk hunne GOUDDORST.

en

4. Aanmerkingen over de waare VRIEND-

SCHAP.

5. Verwarring tuffchen den PHILOSOOPK en

den tegenwoordigen DENKER.
Op-

wekking aan de Kooplieden om hun verftand

te volmaaken.

6. De Dwaasheid en het Ongeluk der VRYGEES-

TEN.

7. Aanmerkingen over de Franfche KOST-

SCHOOLEN.

No. 8. Droom over het Nut onzer DRIFTEN.

9. Brief van vier jonge Juffrouwen, over haare

voorgenoomen handelwys na haar Trouwen.

10. Over de REDE in den Godsdienft.

II. Brief van een Boekverkooper over RAARE

BOEKEN.

12. Zedelyke Reflecties van een Oud Man.

Geneesmiddelen voor de Ziel.

13. ALPHENOR. Eene gebeurtenis, waar uit

blykt, dat ons geluk alleen uit Weldoen

Spruiten moet.

14. Verdere Redeneering over dit Geval, en over

de GOEDGUNSTIGHEID in het alge-

meen.

15. Redevoering over der Menschen edelmoedige

veragting van de Gezondheid en het Leven

ten nutte van het Algemeen.

16. Gevallen van een Kluizenaar; ten bewyze

dat, en boe, men in de Eenzaamheid ge-

lukkig leeven kan.
Zang aan de Een-

zaambeid.

17. Over het leeren van den Godsdienft by een

Katechizeermeefter.

18. Over de Vryheid om Dieren te dooden en te

eeten,

No. 19.

No. 19. MYco. Een Zedelyke Vertelling. De Bron
van 't waar Genoegen; De NEGER-
SLAAF. Digtfiuk.

20. Brief van den Heer H. tegen 't Sluiken der

Kooplieden.

21. Vervolg van No. 4. over de waare VRIEND-

SCHAP.

22. Saamenfpraak van een Paard, een Sleeper;

cen Ezel, en een Hoveling over der Men-

fchen Onbillykheid en Ongeluk.

23. Redeneering van een Bramin over het ledigloo-

pen, en de Verpligting tot NAAKSTIG-

HEID.

24. Over de VREEZE DES DOODS. Digt-

stuk.

25. Aanmerkingen over de zugt voor de Ouden,

zommige Moderne Philofophen, en Medici,

en een afgezonderd Buitenleeven.

26. Vervolg van No. 7. over de Zedelyke Opvoe-

ding.

27. Befchryving van den Brand te HILVERSUM,

en opwekking tot een Edelmoedigen by-

stand.

28. Schynbaare wederlegging van No. 20.

* 3

No. 29.