Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

EN

GENEES-KUNDIGE

BIBLIOTHEEK;

Waarin in het kort voorgedraagen worden alle

NIEUWE WERKEN,

Welke, in de GENEESKUNDE en NATUURLY-
KE HISTORIE, buiten ons Vader-
land uitkomen.

VIERDEN DEELS EERSTE STUK.

IN 'S GRAVENHAGE,
BY PIETER VAN CLEEF.

M. D C C. LXVIII.

[ocr errors][ocr errors]

I.

Hiftoire de l'Académie Royale des Sciences. Année 1759. avec les Mémoires de Mathématique & de Phyfique pour la même année, tirés des Regiftres de cette Académie. a Paris de Imprimerie Royale 1765. 4. Hift. 1. Alph. 8 pl. Mém. 3. Alphab. 3. plag. 26. tab. an.

*

d. i.

Hiftorie van de Koninglyke Academie der Weetenfchappen, voor den jaare 1759. met de Verhandelingen over de Wis- en Natuur-kunde voor den zelf. den jaare.

W

ANNEER Wy onzen Leezer den inhoud van het deel van dit werk voor den jaare 1762. mededeelden (*), ontbraken nog eenige deelen, welker bezorging aan verschei de Leden der Academie was aanbevoolen, thans zien alle deeze deelen het licht, en daarom maaken wy nu een begin, met den inhoud van het eerste

(*) Zie onze Bibliotheek, I. D. 3. St. pag. 379. IV. Deel. 1. Stuk.

A 2

Pag. 34.

Pag. 35.

eerfte derzelven, voor den jaare 1759. voortedraagen. Wy zullen de waarneemingen, in het Hiftorische gedeelte begreepen, eerft opgeeven, en dan tot de Verhandelingen zelve

overgaan.

Tot de Natuur-kunde in het algemeen behooren de fes volgende waarneemingen.

1. De mist-hoopen krygen, door hunne inwendige gifting, eene groote hitte, welke zeer veel rook uitdryft, doch het is zeer zeldzaam, dat deeze rook vlam vatte, voornamentlyk in het midden van den winter, en als de mist-hoopen aan de lugt blootgefteld zyn: egter is dit in Normandie op het einde van het jaar 1758. gebeurt. De vlam was agt voeten hoog, kon door geen water uitgeblufcht worden, en bleef zeven dagen branden. Men zag zich genoodzaakt, de brandende mift van de andere aftezonderen, en over het veld te verfpreiden, alwaar die nog tot den tienden dag bleef branden. Men heeft geene andere oorzaak, dan eene zeer groote trap van verrotting, van dit verfchynfel, door den Heere GUETTARD aan de Academie medegedeeld, konnen ontdekken.

[ocr errors]

2. Den 13. Juny 1759. des avonds ten negen uuren, de lugt zeer helder zynde, met eene verfriffchende Noorden-wind, zag men in de lugt eene vuur colom, welke zich van het Ooften na het Zuiden keerde, en een' ftal aan brand ftak, als ook vier paarden in denzelven doodde, zonder dat men aan dezelven eenige tekenen van brand ontdekte; zynde de geheele stal met eenen fterken zwavel-achtigen reuk gevuld.

gevuld. Een uur daarna ontdekte men eene andere vuur-colom, welke zich in een klein riviertje nederstorte, en meêr geweld maakte, als een donder flag. De Biffchop van Bazas, die in eenen brief dit verfchynfel aan den Abt NOLLET bekend maakte, voegde 'er by, dat hy op denzelfden dag aan de Noord-zyde van Bazas aan den gezicht- einder, een foortgelyk vuur gezien had, 't welk een huis à Saint-Peyde-Langon waarfchynelyk in brand had geftooken, zynde dit huis in denzelfde nagt verbrand, zonder dat men daar van de oorzaak had ont dekt.

3. Wanneer iemand de aarde in een bloem. Pag, 36. pot, voor fyn vengster staande, des avonds met water begoot, ontdekte hy, dat zich op de oppervlakte van het water vonkjes vertoonden, welke zoo lang zichtbaar waren, tot dat al het water in de aarde getrokken was. Hier van de reden niet begrypende, goot hy op nieuws water op de aarde, en zag hetzelfde. verfchynfel. Den volgenden dag verhaalde hy fyne waarneeming aan een ander, die tegenwoordig was geweeft by het doen van eenige proeven met de Electriciteit in eene kamer, beneden die, waar in men de vonkjes op het water in den pot had gezien. Hy kon aan geene andere oorzaak dit verfchynfel toeschryven, dan aan de Electriciteit; men herhaalde dan dezelfde proef, en zag, zoo dikwils deeze wierd in het werk gefteld, ook hetzelfde verfchynfel op het water, wanneer het in den pot met aarde gegooten wierd.

4. Zeer zeldzaam ziet men het Noorder-licht

[blocks in formation]

Pag. 37.

« VorigeDoorgaan »