Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

4. In de Verhandelingen deezer Academie Pag. 86.
voor den jaare 1758. vindt men gewag ge-
maakt

doodelyke uitwerkingen van deeze plant beschree-
ven, en ten einde dezelve niet zoude vermengt
worden met de waare Cicuta aquatica, van dezelve
eene afbeelding gegeeven. Naderhand heeft hy
in dat zelfde werk vol. 50. part. 2. pag. 856. het
volgende geval medegedeeld. Een sterk man van
vyftig jaaren had zich laaten bereiden een middel
tegen de scheurbuik uit de Pastinaca aquatica, wel-
ke eene foort is van het fium aquaticum, doch, in
plaatse van deeze plant had men de wortelen van
de Oenantbe vergadert, welker sap hy uitperste, en
waar van by des morgens na vyf uuren omtrent vyf
lepels gebruikte. Aan syn werk gegaan zynde,
klaagde hy kort daar na niet alleen over walgingen,
maar wierd ook door eene zoo grootte verzwakking
der beenen aangedaan, dat hy niet, dan met hulp
van anderen, naar huis kon wederkeeren, hebben-
de zeer zwaare hoofd-pyn, en braakende omtrent
eene halve pint helder waterachtig vogt. Door
deeze braaking wierd hy niet verligt, maar behield
geduurige poogingen daar toe. Telkens had hy
perssingen tot den afgang, doch ontlaste, door
deezen weg, niets. In fyn bed gelegd zynde, kreeg
hy zwaare stuipen, en, geheel van gevoel beroofd
zynde, stierf hy voor negen uuren. De oorzaak
der ziekte was onbekend, en de lyder had geene
geneesmiddelen konnen gebruiken, want de wyn,
met de Ipecacuanba bereid, had, wegens de gewel-
dige stuipen van de onderste kaak, niet konnen
worden genomen. Tien oncen bloed wierden afge-
tapt, doch zonder eenige verligting.

Met ses of zeven- en dertig Soldaaten, die de
wortel van de Oenanthe gegeeten hadden, liep de
zaak gelukkiger af, niet meer, dan een derzelven,
stierf, en alle de overigen, die door zeer zwaare
stuipen aangetast waren, herstelden, na het gebruik
van een braak-middel. Wanneer men het lyk van
den eenen opende, vond men in de darmen veele

maakt van eenen steen, welke zich gevormeert
had rondom een stukje hout, en in de blaas van
een paard gevonden was (*); en daar ter plaas-
se is ook aangetekend, dat soortgelyke geval-
len niet zeldzaam zyn. Thans is aan de Acade
mie wederom zoo een voorbeeld voorgeko-
men. Een vrouws-persoon van vyf- en twin-
tig jaaren, geboortig uit Bourgondien, vertrok
in 1753. naar St. Dominguo, en kreeg aldaar,
gelyk byna alle, die aldaar komen, eene rot-
koorts, en vervolgens andere ziekten. Na
verloop van eenigen tyd eene reis te paard ge-
daan hebbende, gevoelde sy zeer schielyk eene
zwaare pyn in de nieren met eene zwaarte in
den buik, en geduurige perssingen om haar wa-
ter te ontlasten; doch, weder tot ruft geko-
men zynde, verdweenen alle deeze toevallen.
Vier dagen daarna ondernam sy wederom eene
reis op een rytuig, en kreeg de pyn in de nie,
ren even sterk weder, zoo dat sy geen' droppel
water kon loosen, en den volgenden dag door
eene heevige koorts aangetast wierd. Eindelyk
ontlaste sy van tyd tot tyd eenig water, met bloed
vermengt. Men onderzogt haar nauwkeurig,
en vondt, dat alle deeze ongemakken veroor-
zaakt wierden door eenen steen, welke in de
pis-

verstorve plekken. Fournal de Médecine &c. Tom. 9.
pag. 430.

(*) Deeze steen, door den Hr. HERISSANT aan
de Academie vertoont, woog een pond en drie
oncen, het stukje hout was tien leinen lang, en om-
trent zoo dik, als de kleinste vinger. De Hr. HE-
RISSANT denkt, dat hetzelve door den een of ande-
re in den pis-buis van het paard zal gestooken, en
dus in de blaas gekomen zyn. Histoire de l'Acad. R.
des Sciences an. 1758. pag. 46.

pis-buis gedrongen was. Men verlofte haar
van deezen steen, welke negen lood en twee-
en veertig greinen woog, en gevormeerd was
om eene yvoore naalde, welke drie duim' en
agt leinen groot was, en eenen duim' en ses
leinen uit den steen stak, die eenen omtrek
van drie duim'en agt lein' had, en twee duim' en
twee leinen lang was. Zoo dra sy van den steen
verloft was, verdweenen alle toevallen, en sy
was welhaast zoo gezond, als voorheen. Ge
vraagt zynde, hoe deeze naalde in de blaas ge-
komen was; antwoorde fy, dat sy zich te bin-
nen bragt voor sestien jaaren soortgelyke naal-
de te hebben doorgeflikt, waar mede haar broe-
der haar had willen verlossen van den graad
van een' visch, welke in haare keel zat. Nooit
had sy egter eenig ongemak daar van gehad, be-
halven dat sy, veertien jaaren oud zynde, ge-
duurende een geheel jaar met bloederige ont-
lastingen was geplaagt geweest. Dat steenen
om naalden gegroeit zyn, schynt in meisjes
niet zeldzaam te zyn, in Philosophical Tranfa-
Etions vindt men zoo een voorbeeld verhaald,
en in de Verhandelingen van deeze Academie
voor den jaare 1735. word gewag gemaakt van
een Italiaansch vrouws-perfoon, welk men
verlofte van eenen steen, die om eene naalde
gegroeit was, doch die opregt bekende, hoe de
naalde in de blaas gekomen was. Ook vindt
men onder de Verhandelingen voor den jaare
1750. het geval van een meisje, by 't welk
men vondt eenen steen, die om eene lange y-
zere naalde gegroeit was (*). ενώ 5. Het

(*) Zeer veele foortgelyke voorbeelden zyn
door ons aangehaalt in onze Bibliotheek, III. D.
3. St. pag. 645. feq. a.

Te

Pag. 89. 5. Het is niet zeldzaam, in lyken van lyders aan zekere ziekten gestorven, eenige deelen aan elkander gegroeit te vinden, maar het is zeer zeldzaam, zulke sterke famengroeijngen (te ontdekken, als de Heer JENTY in het lyk van een' man van dertig jaaren, te Londen aan eene foort van uitdrooging gestorven, heeft waargenomen. Het net was zoo sterk vast ge groeit aan de, darmen, dat men hetzelve daar van niet kon affcheiden, zonder het te fcheu ren. De darmen waren even eens aan elkander gegroeit, zoo dat sy, nauwelyks door lugt kon den opgezet worden, en het niet wel mogelyk is te begrypen, hoe derzelver wormswyze beweeging heeft konnen verrigt worden. Het darmscheil, wiens klieren egter niet verstopt scheenen te zyn, maakte eenen klomp, die niet kon los gemaakt worden. De lever zat aan het middenrift, en aan de omleggende deelen vast; en, het geen te verwonderen is, alle de vliezen; welke de darmen bedekten, konden zeer gemakkelyk van dezelven worden afge scheiden: dus kon men ook van de maag de uitwendige rok wechneemen. Het net, en de darmen, scheenen uitwendig droog te zyn, en waren hard op het aanraaken. Men ontdekte op deeze deelen zeer veele kleine puistjes, byna zoo groot als een spelden kop, welke niet anders waren, dan de uiteinden der uitwaaffemende vaten, die verstopt waren. In de borft waren de ingewanden niet minder samengegroeit. De longen waren op zyde en van agteren aan de ribben, en inwendig aan het hartezakje vastgegroeit. Het borst-vlies, welk zeer dik was, en op verscheide plaatsen gemakkelyk kon los gemaakt worden, was, door het

!

microscoop beschouwd, even als bedekt met zand-
korrels, en scheen daar door ruuw te zyn. Het
harte-zakje zat vast aan het harte, en had aan de
binnen kant, zoo als het harte aan de buiten
kant, veele kleine openingen, welke, volgens de
gedagten van JENTY, geen klieren, maar de uit-
eindens der uitwaassemende vaten zyn. Veele an-
dere tegennatuurlykheden vondt hy in de borst,
de klieren waren verstopt, gezwollen en ver.
hard: op verscheide plaatsen van de groote
flag-ader ontdekte hy kleine verzamelingen van
etter: maar het allerzonderlingste wierd in de hers-
fenen waargenomen. Aan dat gedeelte, welk op
de kleine herssenen rust, wierd een weinig groen-
achtige etter gevonden, waar in JENTY zich o
verbeelde, door het microscoop, kleine diertjes
te zien. De ziekte, waar aan de lyder was ge-
storven, had hy niet konnen ontdekken, doch
hy gift, dat eene zeer groote overvloed van
lymerige deelen in het bloed te weeg gebragt
hebbe, dat de inwendige uitwaassemende vaten
verstopt zyn, en niet hebben konnen verschaf
fen dat vogt, welk belet, dat de deelen aan
elkander groeijen. Hy verzekerd, ook eene
verstopping in de opflorpende vaten waargeno-
men te hebben in het lyk van een' man, die
zich, door het gebruik van mostaart zaad en
zuuren, het water tusschen vel en vleesch had
op den hals gehaald. Alle fyne spieren waren
zoo bleek, dat men se nauwelyks van de pee
zen kon onderscheiden; en in het bloed, kon
men byna geene roode deeltjes ontdekken. Od

Tot de scheikunde behooren de twee volgende berigten.

[merged small][merged small][ocr errors][merged small]
« VorigeDoorgaan »