Beginselen der natuurkunde, beschreven ten dienste der landgenooten,

aanſtonds aarde afſtand alles altyd begrypen beide bevonden beweeging bewogen blyft blyven boven damp deelen derhalven dewyl dezelve dezer doet drie duymen eenige eerſt eind eveneens evengroot evenwydig figuur fyne gaan gaat gebroken geluyd gelyk gemaakt gewigt gezien glas graden grond groote grooter haam heen Heer hierom hoek hoogte hunne ieder Indien kleinder kleine koleuren komen koud kracht laat licht lighaamen ligt loodregt loopen loopt lucht maaken maakt magt malkander middelyn midden middepunt minder nogh omdat onze oorzaak oppervlakte proeven punt quik ſchoon ſnelheid ſterk ſtraalen trekken tuſſchen Uytgebreidheid vallen valt verandering verder verſcheiden vierkant vlak vloeiſtof voeten vogt volgens voorwerp vuur waardoor waarin waarom wanneer want water wederom weeten weinig werken wiens wierd wind wolken zelf zelve zien ziet zodanige zouden zullen zwaar zwaarte zyde zynde