Dendrologia, of beschryving der plantagie-gewassen, die men in de tuinen cultiveert, zo wel om te dienen tot cieraad, om daar van allèes, cingels, heggen ... plaisier-bosschen, enz., als tot huishoudelyk gebruik, te planten. Waar by derzelver differente benamingen, groey-plaatzen ... nauwkeurig beschreeven en aangewezen wordengedrukt by Abraham Ferwerda en Gerrit Tresling, 1763 - 168 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
Acacia Baub Bauh beeter Befien befte beminnen bequaam BESCHRYVING Blaaden Bloemen Boerb Boerh Boffchen Bofquets C. B. Pin cierlyk Clematis Cliff Deenfch derde zoort dewyl dezelve dienftig digt dikwyls Dodon doorgaans dubbelde eenige eerfte zoort eerſte elders Engelfch ferratis five Flor floribus foliis folio Franfch Frankryk fructu ftaan fterk fuec fylveftris Gagel geagt gebruik gelyk gemeene gemelde genoemt geplant Gewas Geweften geworden zyn gezaait gezegt goede groeijen groeit natuurlyk Grond Heefter Heggen Hoogduitfch Hort Hout Hulft Inft Inlegging inzonderheid Italien Juniperus Koleur Landen Languedoc Latynsch liefft Linn loffe Lugt maaken meede meeft Nederduitsch onze onze Winter-koude Pinus plaatzen plant Plantzoenen Prodr Provence Salix Scheer-heggen Sorben ſtaan Sumak Syringa Tournef Tuinen tweede zoort verandering van Gewaffen verfcheide vermeerdering gefchied verplant Virginien Vlier vogt Vrugten warme weegens weshalven wild Winters wordende wyze Zaad zandagtige zelve zommige zomtyds zoort groeit Zweedsch zynde