Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Zal om de Waereld zweeven.
Was u myn Arbeid waard,
Gelyk het is gebleeken,
Al heb ik 't laaten steeken,
Het geen my smerte baard;
Zo wilt my verder toonen ,
Dat Gy myn yver eerd;
Al word myn werk verkeert,
Door Febus baftaard Zoonen:
Zo zal ik wel gerust,
Verachten al hun raazen,
Dat my niet kan verbaazen, ‹
Wyl ik geen quaad bewust,
Myn loop niet laat bepaalen,
Tot ik den prys behaal:
Om in Minervaas Zaal

Ook met een Kroon te praalen,

[merged small][ocr errors][merged small]

TWEEDE VERTOO G.

Niets behoord in staat te zyn, om de dankbaarbeid uittewiffchen.

Da

[ocr errors]

aar is een gemeen fpreekwoord, doet iemand neegen en 't neegentig maalen goed, en zogy bem de honderfte maal beledigt, zo is alles uitgewis. Het gaat hier meede, gelyk met alle oude Spreekwoorden, die op een langduurige ondervinding gegrond zyn, dog daarom is het geen onfeilbaare waarheid, dic altyd doorgaat; maar in't gemeen genomen, gaat het zo in de waereld, want zo dra men zig verbeeld, eenige belediging van iemand die men verplicht is, ontfangen te hebben of men verbeeld zig van alle dankbaarheid ontflagen te zyn: Een gedachte die zeer onrechtmatig is, want de dankbaarheid, moet met de de weldaad overeenstemmen dierhalven zo lang de weldaad in weezen blyft, moet de dankbaarheid meede leevendig blyven. Daar is maar een zaak, die ons van de dankbaarheid ontflaat. By voorbeeld Leonard leent aan Thomas eenig geld, om hem in de uiterfte nood byteftaan, van te vooren weetende, dat Themas zal hy gered worden, dit geld in geen Jaar hem weder ken geeven: Nu doet Leonard hem dit geld den anderen dag betaalen, waar door hy Thomas op nieuw in het zelve ongeluk ftort; dus is Thomas hem geen dankbaarheid fchuldig, dewyl hy geen nut van de

,

wel

[ocr errors]
[ocr errors]

weldaad geniet. Dog de vraag is; Indien Tho mas veele weldaaden van Leonard, ontfangen had en Leonard, naderhand de Vrouw van Thomas onteerde of hy dan nog dankbaarheid zou moeten bewyzen, aan iemand die hem zo gevoelig beledigt heeft? Ik andwoord dewyl de genoote weldaaden in weezen blyven, zo mag de dankbaarheid niet uitgewisch: worden ; en fchoon Thomas recht heeft om her ftelling van zyn gefchonde eer te vorderen, zo moet hy zulks nogtans op zodanig een edel. moedige wyze doen, dat de dankbaarheid in zyn handel doorstraald; betoonende, dat hy alleen uit een grond-beginzel van plicht, vergoeding van zyn eer zoekt te verkrygen.

Ik beken, dat het een zeer teeder punt is, en een zwaare proef, om in zodanig een geval niet tegens de dankbaarheid te zondigen. Dog het is niet nodig dat de belediging zo ver gaat, om iemand ondankbaar te maaken; want het gaat met de dankbaarheid, gelyk met de Vriendschap, daar veel van gesproken, dog die weinig gevonden word; maar om die reeden, ftraald dezelve met zo veel te meerder luyfter, wanneer men een voorbeeld ziet van iemand, die zo op de dankbaarheid gefteld is, dat niets gevonden word, bequaam dezelve uittewiffen.

Nogtans hebben wy hier een doorlugtig bewys van, in onze dagen, dien het my luit aan den Leezer meede te deelen, om daar uit te konnen zien, dat de deugd van waare dankbaarheid, hoewel zeer zeldzaam, nog niet geheel is uitgebluft, op wat voor een scherpe

proef,

proef, dezelve ook gefteld is.

[ocr errors]
[ocr errors]

Een Engels Edelman, die wy Anthonio zullen noemen, begaf zig naar Vrankryk en vervolgens naar Italien, begerig zynde om die vermaarde landen te zien: In Italien gekomen zynde, wierd hy op een tyd dat hy met zyn knegt alleen was; door eenige ballingen op den weg aangetaft, die niet alleen, gelyk de Rovers in Engeland, de gewoonte hebben om iemand van zyn geld en goederen te berooven, maar die de Menfchen met een vermoorden, (welk lot hem zeekerlyk meede te beurt zoude gevallen zyn) dewyl zyn knegt reets een doodelyke wonde ontfangen had, indien een ander Engels Heer, die wy Polidoor zullen noemen niet by geval te paart was komen aenryden, en dit ongelyke gevegt ziende, zig onder verder beraad in het zelve gevaar begaf om Anthonio by te ftaan: Ook gedroeg Polidoor zig zo dapper en ftoutmoedig, dat hy twee van deeze ballingen verfloeg, en de twee anderen met behulp van Anthonio op de vlugt dreef. Anthonio had in dit gevegt maar een ligte wonde ontfangen, maar Polidoor, had zyn regter oog verlooren, dat zeer fterk bloede en hem groote pyn veroorzaakte. Zodra zy van deeze Schelmen ontslagen waren, omhelsden zy elkanderen, en Anthonie bedankte zyn verloffer, met de teederfte uitdrukkingen voor zyne byftand, zweerende zulks te zullen vergelden, zodra hy daar toe gelegendheid kon bekomen, waar op zy elkander een eeuwige Vriendschap zwoeren. Naar die tyd, verlieten die vrienden elkander

[ocr errors]
[ocr errors]

nooit, maar volbragten hunne Reys te zamen, Doen zy in Engeland weder gekeerd waren, vond Anthonio, dat zyn Vader geftorven was, die hem omtrend 40000 Liv. Sterl. had nagelaten. Eenige maanden na haar te huys komst, ftierf de Vader van Polidoor ook, die zig verbeelde rog grooter Schatten te zullen erven, om dat zyn Vader in zyn leeven, zeer groots geleeft had; dog dit viel geheel anders uit want hy bevond, dat zyn Vader veele schulden en zyn landgoederen voor omtrend 20000 Liv. Sterl. verpand had, dat Polidor, in groote verlegentheid bragt. Anthonio dit hoorende, vertroolte zyn vriend, zo veel doenlyk was hem zweerende om nooit te zullen trouwen en hem erfgenaam van alle zyne goede ren te zullen laaten, en dat hy hem nu aanstonds bewyzen van dankbaarheid zoude geeven: Ten dien einde, betaalde hy aanftonds de Schulden van Polidoors vader, als meede 20000 Liv. Sterl. daar de landgoederen meede belast waaren, geevende de quitantien van alles, die op de naam van Polidoor gefteld waren aan hem over, Polidoor, eenige tyd hier na, zyn Vriend Anthonio op zyn landhuys komende bezoeken, gelyk zy gewoon waren, vond aldaar een Jonge luffrouw, die wy Julia zullen noemen zynde een volle nicht van Anthonio; dog die niet zeer ryk was, maar die integendeel veel deugd en bevalligheid bezat. Polidoor toonende veel vermaak in het gezelschap van deeze Maagd te vinden, deedt zyn vriend Anthonio gelooven, dat hy gedagten maakte, om zig met dit beminnelyke beeld, door den trouw

[ocr errors]

τα

« VorigeDoorgaan »