Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

verder by hen bekend te maken, zonder beschaamd te zyn, om van hen onderechting, omtrend het weezen van de Godsdienst te ontfangen,

Crite. Ik geloof Philo, dat gy u verbeeld, dat het genoeg is, iets tot nadeel van een ander te verzoeken, om zyn begeerte te verkrygen. Maar al waard gy nog zulk een bequaam Rechtsgeleerde, zo zult gy u begeerten zo gemakkelyk niet verkrygen.

Phile. Ik laat het aan Erastus over.
Crito, Ik ben te vreeden.

Eraftus. Yder zal houden, dat hy geleezen heeft.

Crito. Dan moet Philo Jofeph, en ik Benjamin hebben!

Philo. Zie daar, mits morgen te ruilen.

Dit zal vervolgt worden.

DERDE

DERDE VERTOO G.

Brief aan den Informator,

Over de wanhoopige en bedroefde dood van den Heer...... Rechtsgeleerde.

Myn Heer.

Wanneer men het gedrag van de heedendaagfe Jeugd in 't gemeen nagaat, en wel in 't byzonder van zodanige jonge Heeren, die door hunne geboorte en rykdommen, boven anderen uitmunten, zo moet men over hunne ongebonde en zomtyds brutaale leevenswyze versteld ftaan, zonder dat men veeltyds weet, waar aan het zelve moet toegefchreeven worden; want het is niet te denken, dat deftige ouders, hunne kinderen geen goede opvoeding zoude geeven; en fchoon zommige, door een malle liefde voor hunne zoonen, hen alles toelaaten, dezelve aldus in 't verderf stortende, zo heeft men nogtans voorbeelden genoeg dat andere die wel zyn opgevoed, zig naderhand als pluggen gedraagen, de Godsdienft, goede zeeden en welvoegende manieren met voeten treedende, zo dat hun gedrag met de opvoeding geheel onbestaanbaar is. Zodanig een was Den Heer... wiens leeven en dood, ik nu zal verhaalen ; met verzoek dat UE, het zelve Waereldkundig maakt, of het eenig nut mogt doen, door

dien uw werk door veele jonge lieden geleezen word: En die beweegreden is fterk genoeg, om u daar toe overtehaalen.

Hy had pas 18 Jaaren bereikt, wanneer hy naar het door loopen van de Schoolen, na zyne Jaaren zeer wel gevorderd zynde, in de Latynfe en Griekfe taal, op de Hooge School gezonden wierd, om zyne Studien te voleinden. Deezen jongen Heer, had zig tot nog toe zeer wel gedragen, gaande alle Zondagen ter Kerk, gelyk hy in 't byzonder weekelyks door een Godvruchtig Man in de Godsdienst onderweezen wierd, zo dat hy volkomen in ftaat was om als een Ledemaat aangenomen te worden. Met een welgeftoffeerde beurs en een edelmoedige ziel, op de Hooge School verfchynende, zo had hy tinnen korten tyd meer kenniffen gemaakt als hun nuttig was, welkers groofte doelwit zynde, om op zyn beurs vrolyk te leeven, hen zelven in zyn gunft wiften intedringen. Zyne nieuwe vrienden, dog bedekte vyanden, hem ongevoegelig in allerhande ongeregeltheeden inwikkelende, begonden, wanneer hy nu en dan tot eenige inkeer kwam, of begeerig was om na de Kerk te gaan, daar meede te spotten, en met de Godsdienst te lachgen; wanneer hy in den beginnen hen zomtyds te gemoet voerde, dat lachgen, geen bewys was, dat men voor de Godsdienft geen eerbied moeft hebben; en is dezelve zo belachgelyk zeide hy, zo moet gy 'er reeden van geeven: Dat zommige altemets ondernamen; en fchoon hunne reedenen in den beginnen zo weinig indruk op hem maakL

ten

ten als hun lachgen gedaan had, zo begon hy allengs het fenyn meer en meer inte zuigen, tot dat hy zo groot een vrygeeft wierd als zy waaren. Hy wierd dan eindelyk als een lid van dit verdoemelyk gefelfchap ingeleift, die het hun werk maakten, om regels uittevinden, waar na zy met verftand vrolyk (dat is Godloos) konden leeven, zonder openbaar fchandaal te geeven, of in handen van het gerecht te vervallen. Hy verbleef 5 Jaaren op de hooge School, in welke tuffchen tyd, zyn Vader ftierf, die hem groote schatten naliet.

Nu gepromoveert zynde, keerde hy nazyn Vaderlyke ftad, houdende nog altoos briefwiffeling met zyn oude vrienden; en schoon hy allerhande vermakelykheeden bywoonde, volgens de hedendaagse mode van veele jonge Heeren, zo zou men hem nooit verfleeten hebben, voor het geen hy was, naamelyk een rechte vrygeeft.

Het behaagde den Hemel eindelyk, om hem, nog geen volle zes en twintig Jaaren oud zynde, in een doodelyke krankheid te ftorten die hem in 't graf heeft gesleept. Van het begin zyner ziekte af aan, had hy een vaste verbeelding dat hy sterven zoude; en wat moeite hy aanwende, zo was hy niet in ftaat op het gezigt van de aannaderende dood, om het voorgevoelen van een leeven hier namaals, uit zyne gedachten te ftellen; dat hem op zyn bed leggende, aldus deet uitbarsten. "Waar uit ontstaat dien oorlog, dien ik in

my

[ocr errors]

my gewaar word; wat bewysredenen zyn > " 'er nu tegens het geen ik reets bevind "waarheid te zyn? kan ik ftaande houden, dat 'er geen Hel is, daar ik die reets in myn boezem voel branden? Ben ik zeeker, "dat 'er hier namaals geen weder vergelding " is, daar ik tegenwoordig het oordeel reets "gevoel? kan ik geruft zyn, dat myn ziel " zo wel fterffelyk is als myn lighaam, daar "het laafte reets in de kaken des doods is "fchoon de ziel nog zo fterk en welgesteld " is als te voren? O! dat iemand, my myn ❝ oude onnozelheid en Godsvrucht konde wedergeeven. Rampzalig Menfch als ik ben, waar zal ik heenen vlieden, van de wroegingen, die my het hert doorknaagen? "Ach! wat zal van my geworden.

[ocr errors]

"

Een van zyn oude Confraters, horende dat hy ziek was, gong hem bezoeken, en ziende in wat staat hy lag, fprak hem aldus aan. "Hoe nu Broeder, waar komt die mistroof"tigheid van daan? wat fchort 'er aan? Wat "'er aan fchort, (andwoorde de zieke) Gy "en uwe medgezellen, hebben my gevoelens ingeboezemd die my nu in myne knagingen verlegen laaten, en in wanhoop » ftorten Wat raad of trooft hebt gy nu, "die bequaam zyn, om my tegen; de vrees" lyke verwachting van een aanstaande eeu

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

wigheid te versterken. Zyt gy verzeekerd, "dat de ziel ftoffelyk en fterffelyk is, en dat zy met het lighaam ontbonden of vernietigt zal worden! Daar ben ik zo zeeker van (andwoorde den ander) dat ik 'er alles.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[merged small][ocr errors]
« VorigeDoorgaan »