Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Menfch, gy zyt zo haaftig om te gaan, zo vuurig om my te verlaaten en uit myn Ryk te vertrekken, dat gy nwe vloot in het fleg• fte en onstuimigfte weeder wilt uitrusten, en beflooten hebt om te zeilen, terwyl de wind noorde, en geheel teegens n is. Ziet daar Myn Heer, dit neemt de zwarigheid niet alleen geheel weg, maar fteld alles in een waar ligt waar door de vuurigheid van deezen Held, om te vertrekken, beeter uitgedrukt word; geevende teffens meerder_nadruk, aan het verwyt van die ongelukkige Princeffe.

Ik hoop Myn Heer, dat dit Vertoog niet onaangenaam, aan eenige van uw Leezers zal zyn; voornamentlyk aan de Heeren Studenten, die zo veel hoogachting voor u werk betuigen.

ZEEVENDE VERTOOG.

AANMERKINGEN.

Over de menigvuldigheid der wetten, Rechts plegingen en Rechtsgeleerden.

My komt te binnen dat ik eens met verwondering een uithangbord in Engeland gezien heb, dat ik zeer aardig vond. Aan de eene zyne wierd een Man vertoond die > geheel naakt was; met dit byfchrift, Ik ben de Man, die myn Rechtsgeding verloor. Aan de andere kant, ftond een Man, met gefcheurde kleederen, kykende of hy het niet gebeeteren koh; met dit byfchrift. 'Ik ben de Man, die

D

mys

myn Rechtsgeding won. Schoon my die uitvinding zeer geeftig voorkwan, zo vervulden het myn Geeft met droefheid, en ernstige overweegingen omtrend de meenigvuldigheid der wetten, Rechtsplegingen en Rechtsgeleer den, die niet zeer tot hun voordeel waaren.

:

Het is bekend, dat een zeeker Koning, om in de klagten zyner onderdaanen, hier omtrend te voorzien, van voorneemen wierd, om de rechtspleegingen eens bytewoonen, en alles te onderzoeken wanneer hy ten dien einde in de Rechterstoel gezeeten was, om een zaak te hooren bepleiten, en de Rechtsgeleerde, zyn Zaak zeer omstandig had voorgefteld, zo vroeg de Koning aan party, wat hy teegens zodanig een klaare zaak intebrengen had? Deeze wift den Eisch in zyn andwoord, met zo veel uitvluchten te beandwoorden, dat de Koning met quaadheid opfprong, zeggende, Altemaal Schelmen. Altemaal Fielten.

Ook word 'er verhaalt, dat Czar Peter de Groote doen hy in Engeland was, onder andere in de Zaal van Weftmunster gebragt wierd, terwyl de gerechtszittingen gehouden wierden; vraagende, wat dit voor een meenigte van Menfchen was? waarop men hem andwoorde, het zyn Rechtsgeleerde. Hier over verwon dert zynde, riep hy uit; Elendig land, daar zo veel Rechtsgeleerden zyn. Ik heb er twee in myn Ryk, maar zo dra ik te huis kom, meen ik 'er een op te hangen.

Ik beken, dat deeze zeggingen veel te hard zyn, dewyl de Rechtsgeleerdheid, en een voorfpraak van verftand, die als een eerlyk Man

L

[ocr errors]

Man handelt, veel nut aan het gemeen kan toebrengen; waarom deftige Rechtsgeleerden zig dit niet behoeven aan te trekken: Dog dit is zeeker, dat de groote meenigte van wetten, aan gewetenloze Rechtsgeleerden die gereed zyn om staande te houden dat wit zwart en zwart wit is, indien zy 'er maar geld door konnen verdienen, gelegentheid geeft, om door menigvuldige uitvluchten en chicanes, de onrechtvaardigheid zelfs zomtyds te doen triumpheeren; waar door het geen de bronwel van ons geluk behoorden te zyn, een oorfpronk van elenden voor het gemeen word; zonder dat de Rechters daarin konnen voorzien; dewyl het hen zomtyds onmogelyk is, om het waare van het valfche te onderfcheiden, hoe veel oplettendheid zy ook mogen gebrui ken.

Is het dan niet klaar, dat wy die ons Chris tenen noemen; (dat is geloovige, neederige, Godsvruchtige en lydzaame Menschen, die de naam van twift tweedracht uitvluchten en Chicanes niet eens behoorden te kennen, ) hier omtrend elendiger, als de blinde Turken zyn, die wy nogtans voor Barbaaren gewoon zyn aantezien. In Turkyen, (alwaar men geen Rechtsgeleerden of liever Pleiters vind veel min dat men daar 36 ftuivers voor een confult betaalt, dat dikmaals geen oortje waard is, en ons zomtyds meer in de war als daar uit helpt, dewyl de meeften alleen andwoorden op het geen hen gevraagt word, om de Kat maar aan het fpek te helpen, zo dat den Vraager zelfs wel een Rechtsgeleerde dient

te zyn, om alle omftandigheeden wel te konnen onderscheiden, om dus een goed advys té bekomen) moeten de klager en verweerder hun eige zaak bepleiten, of zo zy ziek en onmogelyk in ftaat zyn, een vriend daar toe verzoeken; en daar weet men van geen verklaringen, Interrogatorien, ftrikvragen &c. maar de getuigen, worden aanstonds door den Rechter zelfs gehoord, die niemand als Menschen van een bekende eerlykheid aanneemt ; en word 'er eenige valscheid in hunne getuigeniffen ontdekt, zo krygt hy aanstonds een goed deel Stokflagen tot zyn loon: En zo dra den Rechter, alles eenvoudig onderzogt heeft, zo bekomt men vonnis en executie op dezelve tyd, en de zaak is afgedaan. Maar onder ons gaat het anders toe. By voorbeeld als men eenig geld van een Onwillige te vor deren heeft, en genoodzaakt word hem voor de Rechtbank te dagvaarden, moet men zig eerft by een Procureur vervoegen, die gy het zelve voorstelt, (dat is al een advys voor hem,) die zal u vraagen wie gy tot Advocaat verkieft, zo gy niemand weet, zal hy 'er u ten eersten een noemen, die hem dezelve dienst naderband weerom doet, en hy raad u om dien Rechtsgeleerde eens te gaan fpreeken; want dit is maar billyk. Als gy nu den Advocaat van alles onderrigt hebt, die u andwoord, dat hy niet zien kan of uw zaak is goed, en dat gy maar voorttegaan hebt, dewyl 'er geen zwarigheid is, (dat is ook een advys voor hem) en om u dienst te doen, zal hy de Stukken eens nader examineeren, en met ų Procureur

daar

daar over fpreeken, gelyk geschiet; die dan aanstonds noodig vinden, om met den principaal een Comparitie te beleggen, om aldaar te befluiten hoe men de zaak (die dan zo eenvoudig veeltyds is, dat een kind het verstaan kan) zal aanvangen. Maar dan is u zaak, om dezelver eenvoudigheid, gelyk een Beer die eerft geworpen is, en door het likken van de Moer, eerft een zeekere gedaante moet verkrygen: Ten dien einde word 'er nagezien wat bewyzen gy zult konnen voortbrengen &c. waar op party gedagvaard, en eindelyk de Zaak aanhangig word gemaakt, zonder dat de Principaal eenige tyd ergens van hoort; en wil hy het weeten wat 'er omgaat, zo kan hy 'er tot zyn reedelyke koften, na komen vraagen; eindelyk na lang talmen raakt de zaak voldongen, en de Heeren Practifyns, zenden u de Reekeningen te huis, die met advyfen, befoignes, Comparitien, verschotten &c, vry wat hoog loopen, die de Principaal maar heeft te betaalen; dat een onnozel Menfch graag doet, om dat hy weet dat zyn zaak voldongen is, en hy nu ten eersten een gunftig vonnis verwagt: Maar hier omtrent vind hy zig elendig bedrogen; want de zaak komt op de Rol, en dat is voor eerst genoeg. Word men dan ongeduldig, om dat men nergens van hoort, zo moet gy uw Procureur gaan fpreeken, die andwoorden zal dat hy alle mogelyk vlyt zal aanwenden, om die fpoedig ten einde te brengen, (fchoon hy 'er niet eens meer om denkt) maar dat noodig is, om de bewyzen inmiddels inte winnen. Wilt gy weeten, wat gy al moet hebben, zo hebt

« VorigeDoorgaan »