Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

redigheid, Goddelykheid en in welke betrekking zy ftaan tot het Algemene Oogmerk blyken zal; gelyk hy in zyn Beredeneert Vertoog, genoeg had aangetoond; alwaar men de order van behandeling, die hy zig voorgesteld had konde zien; dog dat hy verscheide brie ven van eenige Liefhebberen der waarheid had ontfangen, met een ernstig verzoek, niet alleen om in zyn oogmerk voorttegaan; maar ook, om eenige deelen en afzonderlyke Hoofd. stukken, op zulk een ontledende wyze in 't licht te geeven; en daarom des te meer van voorneemen was, om zyn beloften, dien aangaande, aanftonds te voldoen, zo dra het cenigzins zoude konnen geschieden, wanneer men daar uit zoude konnen zien, hoe naauwkeurig hy, volgens de gelegde order, aan het eenvoudig onderzoeken der waarheid zig ver-. bond, zonder zig door eenig vooroordeel of aangenom gevoelen te laaten aftrekken; zynde zyn Odginerk, om eerft den geheelen Bybel by zulke voornaaine Hoofd-deelen te ontleeden, en dan tot kleinder ontledingen over te gaan, met Boek voor Boek op te vatten, zo dat men alle veertien dagen een geheel Bybel-Boek ontledender wyze in een blad verklaart zoude bekomen, beginnende met Genefis, en zo voorts tot het einde toe. En om dat hy niet begeerde, dat men hem alleen op zyn woord zoude gelooven, en om aan het vriendelyk verzoek van veele Liefhebberen van Gods Woord te voldoen, zo had hy voorgenomen om hier van een preuve te geeven; als twee uit het Oude en twee uit het Nieu

we

we Teftament: Uit het Oude en wel uit de Hiftorifche Boeken, dat van RUTH en uit het Nieuwe, den Brief van den Apostel vD. As en eindelyk Johannis OP Z NBARING. Als meede dat men eerlang van hem te wagten had, Eenige Ontledende Tafelen van alle Huishoudingen Gods met zyn Kerk, enhaare vyanden, dienende tot opening en verftant van alle de volgende Ontledende Tafelen, en dus van het geheele woord Gods, om agter de Voorreede te plaatzen; laatende dien geleerden Heer, my een fchets van alles zien die te lang is om hier in te plaatzen.

[ocr errors]
[ocr errors]

als

Uit het gezegde kont gy genoeg zien dat het voorneemen zo onmogelyk niet is men zig in den eerften opflag verbeeld ; en ik meen dat alle zwaarigheeden in uw Brief aangehaald, hier door zyn opgelost.

Nu zoude het welvoeglyk zyn, om van de waarde van dit werk, en het nut dat 'er in het onderzoeken van Gods Heilig en alleen ter zaligheid leidende woord, gelegen is, te fpreeken; dog dit zo ontegenzeggelyk voor alle die God en Godsdienft beminnen, dathet waarlyk nutteloos is om my hier over uittelaaten; voornaamentlyk aan perzoonen, die reets met den Eernaam, van Het gezelSchap der Onderzoekers pronken: Daarom gedraag ik my liever, aan de Voorreede van dien Godvruchtigen en Geleerden Schryver, die ik des Hemels zeegen, en alle noodige ziels en lighaams krachten, tot volbrenging van dit groote roemwaarde en boven alles zeer nuttige werk; als zynde een van de groo

fte middelen, waar door, onder Gods genaadige meedewerking, het Koningryk van JESUS, moet uitgebreid worden.

Wat nu het verzoek aangaat, om myne gedachten over dit werk meede te deelen : Ik geloof, dat men het zelve uit het gezegde reets afneemen kan: Dog dit moet ik 'er byvoegen; dat ik na een naauwkeurig onderzoek, alhier openbaar moet beleiden, dat het my aan woorden ontbreekt, om de waarde van dit werk uittedrukken; zo dat ik 'er dit alleen van zal zeggen, dat na myn gevoelen, niemand die luft en begeerte heeft, om een grondige kennis van Gods woord te verkrygen dit werk kan miffen; en dat die het veracht, daar door betoond beminnaar van grooter > zyne vooroordeelen als van de waarheid te zyn.

,

Ik hoop, Waarde Heeren, dat gy met dit andwoord u zult genoegen Ik ben met achting.

Uw Dienaar & Vriend

D' Informator

Aldus meen ik nu alle myne Corresponden ten beandwoord te bebben; want de overige brieven en Vertoogen, daar ik geen gewag van maak, zal ik niet gebruiken om dat den Leezer daar geen vermaak nog nut van zoude hebben. Dog terwyl ik dit schryf, kryg ik een brief met een Vertoog van den Heer Theophilus Alexicacus, dat ik in het aanstaande

Stukje aan den Leezer geheel zal mededeelen, dewyl ik 'er nu geen plaats toe overig heb.

TWAALFDE VERTOOG.

REEDEN VOERING.

Over het besluit van dit verloopen Jaar.

O miferas hominum mentes, & pectora cei

ca!

Qualibus in tenebris vitæ, quantisque peri.

clis

Degitur boc ævi quodcunque eft ?

Lucretius de Nat. Rerum Lib II

Waardige zoonen van APOLLO, en Voedfterlingen van MINERVA.

[ocr errors]

My heeft nu het geluk mogen gebeuren, om'uwe aandagt tot deezen tyd toe beezig te houden: En fchoon ik myne reedenen, met geen gebrom van verwaande woorden door een donderende stem, van het hoog geftoelte uitgesproken, tot u gewend heb; zo heeft de wysheid u geleerd, om zonder te onderzoeken, of den fchryver groot of klein, vermaard of onbekend is, uw onderzoek alleen te laaten gaan, over het geen hy voortgebragt heeft; volgens de les van den Griekfen Digter :

Rr 2

M2

Μήτᾶτο βλέψης ἐι νεώτερς λέγω

̓Αλλ ̓ εἰ φρονῶντος τες λόγες ἀνδρὸς ἔρω.

Let op myn woorden niet, als van een jongen

man,

Maar of ik woorden van een wys man spreken kan.

En ik mag met een innig vermaak zeggen, dat dezelve u niet geheel onaangenaam geweest zyn. Dit heeft my aangefpoort, om u door deeze korte Reedenvoering met het besluit van dit Jaar, myne erkenteniffe te betuigen; dog dewyl my niets meerder, als uw tydelyk en eeuwig geluk ter harte gaat, zo zal ik de Vryheid gebruiken, om niet alleen dit jaar, maar ook dit deel, met eenige ernftige dog vriendelyke overdenkingen te eindigen.

ĺk weet wel dat myn plicht als Reedenaar, dan vereischten, om u breedvoerig te verklaaren, wat men door het jaar verstaat, en hoe het zelve by de jooden en Heidenen, op verfcheide wyzen verdeelt wierd; als meede een beschryving van de zinnebeelden, waar door de ouden het jaar verbeelden; gepaard met een zeedekundige Toepaffing, daar uit voortvloeyende Dog myn oogwit geenzins zynde, om myn geleerdheid te toonen; maar alleen om dit deel met een vriendelyke aanspraak te eindigen, zo zal ik het een en ander alleen met een woord aanroeren.

Het woord Jaar nou in 't Hebreeuws,komt van een werkwoord, dat op nieuws aanvangen

[ocr errors]
« VorigeDoorgaan »