Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

geleden, zonder naderhand eenige fchadevergoeding ja zelfs zon der het geaccordeerde teergeld in zijn geheel ontvangen te heb ben, zo dat zij vrij mogen zeggen:

[ocr errors]

Soldaat zij vijand of zij vrind,

lij neemt wat bij kan krijgen,

Doet door geweld den klaager zwijgen,

Hij is zijn welvaart mo?, die zulk een gast bemint.

Hoe zeer de Pruisfen zig verftouten op lauren, in deeze zonderlinge expeditie bevochten, te roemen, is het echter onwederfpreekelijk waar, dat zij dapperen tegenftand gevonden heb. ben; zij ontmoetten mannen van moed, zodanig als zij nog nim. mer ontmoet hadden: zo geheugt ons gehoord te hebben, hoe elders een detachement cavallerij van de Hollanders, ter recognos feering uitgezonden, een detachement Fruisfen, ook paardevolk, ten gemoete kwam: één van deezen, de Hollanders, op vertelJingjens, verachtende, reedt uit het gelid, hun al tartende te gen; hier op verzocht één der Hollanderen verlof om deezen fnorker het hoofd te mogen gaan bieden; hij kreeg verlof en gaf zijn paard de fpooren; weihaast geraakten partijen aan den dans, met dat gevolg, dat het paard van den Hollander doodgefehoten werd; de ruiter fprong, in den val van 't paard, in een nabuurige floot, en daarin staande, vattede hij den karabijn, en schoot den Pruis van het paard, waarna hij uit den floot kwam, op het vijandlijk paard fleeg, en in triumph in zijn gelid wederkeerde zeker, zulke dappere daaden, verdienen bij gelegen heden vereeuwigd te worden.

BIJZONDERHEDEN zijn in deeze polder niet aanwezig, gelijk er ook geene REISGELEGENHEDEN, of HERBERGEN, veel min LOGEMENTEN, Voorhanden zijn: aan het eind van de Bijlemer, of begin van de Gaasp, ligt de aangenaame herberg, Gaasper zicht, waarvan wij onder de Bijlemer reeds gefproken hebben.

[blocks in formation]
[ocr errors]

LIGG

[ocr errors]

ING

Van deezen anderen ftok van Weesper-kerspel kan zekerlijk niet genoeg geroemd worden, en een onzer voorhanden zijnde schrij vers zegt des veel te weinig wanneer hij het Gein, (of, gelijk men ook wel fchrijft, Gein, of Gijn,) bekoorlijk noemt, en daar bijvoegt, Dit is zekerlijk één van de aangenaamste we. ,,gen, die men vinden kan; buitenplaats aan buitenplaats; de eene schooner dan de andere; en 't geen er mij zeer voldoet, ,, de weg is zo geheel fomber, zo ftil, des de ligging der plaat. fen zo geschikt voor gevoelige zielen." Het Gein is een verrukkelijk paradijs, dat men in oogenfchouw moet neemen om van deszelfs bekoorelijke ligging een denkbeeld te kunnen vormen, gelijk het dan ook voor een goed gedeelte van het jaar duizenden lieden uit den omtrek, voornaamlijk Amfteldammers, Weespers, en Abcoudenaars tot zig lokt, om onder deszelfs lom. merig geboomte een uurtjen van uitspanning doortebrengen.

. De eigenlijke ligging kan gezegd worden te zijn ten zuidwes ten van de rivier welke dien naam draagt, en de fiad Meessp, op den afstand van een half uur gaans; ftrekkende het Gein voords tot aan het rechtsgebied van Abcoude.

Wat de

NAAMS OORSPRONG

Betreft, deezen moet gezocht worden in den naam van ge zegde rivier, (het Gein,) die het district zo ongemeen veraangenaamt; voords vindt men weder nergens eenig verslag van de gelegenheid bij welke die rivier den naam van Gein bekomen heeft.

De

GROOTTE

Of uitgebreidheid van den grond betreffende kan ook niet afzonderlijk opgegeven worden; het getal der huizen, (de fraaje hoffteden daaronder betrokken,) die eigenlijk kunnen gezegd worden in de polder het Gein gelegen te wezen, is niet groot, Het WAPEN is dat van het geheele Kerspel.

KERKLIJKE GEBOUWEN

Zijn hier weder niet voorhanden; de ingezetenen (waaronder Gereformeerden, Lutherfchen, en Roomfchen gevonden worden, moeten te Weesp of Abcoude ter kerk gaan: even wel kan men onder dit artikel brengen het School: 't welk in deeze polder, nabij de Geinbrug gevonden wordt, en vrij aanzienlijk is: het is een Buurt-school; (om 't deezen naam een toetekennen,) dat op een tractement van ƒ 150 's jaars begeven wordt, voor welk tractement de Meester de Weezen en kinderen van arme ingezetenen voor niet in zijne school moet ontvangen, (doch men verzekert dat er federt jaaren herwaards zulke kinderen niet geweest zijn,) terwijl de ouders der overige kinderen hem een zeker leergeld moeten betaalen: dit inkomen (dikwijls van meer dan 70 kinderen,) gevoegd bij het geen deeze man verdient met het lesgeeven aan de kinderen dier Grooten, welken den zomer in het Gein op hunne buitenplaatfen doorbrengen, verfchaft hem een zeer goed beftaan -- de kinderen uit de Gaasp gaan ook hier ter school.

WERELDLIJKE GEBOUWEN zijn hier weder niet voorhanden, en wegens de WERELDLIJKE REGEERING Zie men onder dat artijkel onzer voorgaande algemeene befchrijving van Weesper-kerspel.

[ocr errors]

BEZIGHEDEN

Der bewooneren van het Gein beftaan voornaamlijk in de melkerij, geene der aldaar voorhanden zijnde landerijen wordt bebouwd; voords woonen er, bij gelegenheid van de meergemelde Hoffteden, eenige tuinlieden; ook vindt men er verschei dene van die ambachtslieden, wier verrichtingen in de burgerlijke zamenleeving onontbeerelijk zijn, als Timmerlieden, Schoenmaakers, Kleeremaakers, en dergelijken: er is ook een Chirurgijn.

Van de

GESCHIEDENIS SEN

Van het Gein, zij hetzelfde gezegd als van die van de Gaasp yoorbeschreven: onder de inwooneren zijn veele Staats- of Va derlands-gezinden, welke van de Pruisfen in 1787 grouwzaam veel hebben moeten lijden; zelfs de vrouwen, die deczen volg

den, hebben zig in dien omtrek zonderling onderfcheiden, in. het wegneemen van de kleederen haarer fexe, die zij voor de hand vonden; vooral hebben deze rustherstellers aan de fraaje buitenplaatfen groote fchade toegebragt men verhaalt, dat die van de Stadhouderlijke partij, welken in het Gein gevon den worden, bij het aannaderen der Pruisfen, hunne beste, goederen zamengebragt hadden, op eene der aldaar gelegene buitenplaatfen, wier eigenaar voor een ijverig Stadhoudersgezinden bekend was; zig om die reden verzekerende dat gezeg de hunne goederen aldaar wel veilig zouden weezen; doch toen de Pruissen er zig bevonden, en hunne gewoone bezighe den ter hand namen, ondervond men tot ongemeen groot har teleed, dat zij niet vooraf onderzochten tegen wie, of vóór wie der bewooneren zij eigenlijk opgezonden waren, nemaar dat zij, zonder eenzijdigheid, aanvielen op alles wat hun voor de hand kwam; want onder anderen werd de bedoelde buitenplaats door hen geheel uitgeplonderd, waarbij zij derhalven verfcheidene vliegen in één klap medenamen.

Men verhaalt, dat de Pruisjen eenen bijzonderen haat tegen de Geinbewooners betoonden te hebben, ter oorzaake dat, op donderdag den 20 September, drie dagen voor hunnen aanval op Weesp, zekeren Huisman, met naame HENDRIK DE RUITER, door twee van Abcoude komende Pruisfifche Officieren, op eene listige wijze, naar de fterkte dier ftad aan de voor hun liggende zijde gevraagd zijnde, verzekerd had, dat er, voor zo verre hij wist, aan dien kant geen geschut lag (zijnde) hetzelve er eerst op vrijdag den 21 gebragt,): toen zij nu des zondags den 23 op Weesp aantrokken, deeden zij daadlijk onderzoek naar zijn wooning, en noodzaakten hem in den nacht. hen den weg te wijzen; 't welk hij tot aan de Geinbrug toe deed: dan, in hunne verwachting bedrogen zijnde, dreigden zij, bij hunne retraite, diens huismans wooning in de brand te fteeken, en fleepten hem den daaraan volgenden avond, onder een aanhoudend flaan en stooten, naar het Hoofdquartier aan de Nichtervechter Kade, alwaar weldra zijn vonnis wierd opgemaakt, daarin beftaande, dat men hem, zonder forme van pro.. ces, aan een' boom zoude ophangen, ten spiegel van anderen, die mogelijk in hunnen overmoed zouden durven befluiten, zijn voetspoor in het misleiden van krijgslieden, die als vrien den in hun Land kwamen, te volgen: evenwel heeft men dee

[ocr errors]

zen Huisman, op zijn eigen verdediging, en de getuigenis van zijne buuren, dat hij zig nimmer met eenige Staatkundige ge. fchillen bemoeid had, en voor een eerlijk man bij hen bekend ftond, ontflagen, onder die voorwaarde, dat hij, het tegendeel bevonden wordende, weder naar den commandeerenden Officier zou gevoerd worden, en het bedreigde vonnis zou moeten ondergaan.

Onder ons artijkel

BIJZONDERHEDEN,

Kunnen wij, voor het Gein, brengen de meergemelde aanzienlijke Hoffteden, allen, bij gelegenheid, der bezichtiginge Overwaardig: de voornaamsten zijn die van

[ocr errors]

De

den Heere LEPELTAK.

Mevrouw

ELIAS, Burgemeester te Amfterdam.

BOERS,

ASSCHENBERG.

ABCOUW.

WALLAND.

[blocks in formation]

REISGELEGENHEDEN

Zijn deezen: men kan met de Weesper Schuit naar Weesp, of naar Amfieldam; aan de Geinbrug kan men er uithappen; er vaart ook een fchuit van Weesper-kerspel, op Amfteldam; behalven de gewoone beurt, in de week, yaart zij ook des zomers, op zondag avond, omtrent ten half zever uuren van de Geinbrug af: de Schippers plaats daarvan, wordt bij vacature door den Gerechte begeeven.

De

HERBERGEN,

Die in 't Gein gevonden worden, zijn
De Vijfhoek, en

's Lands Welvaaren

Van veelen wordt de eerstgemelde herberg, het rechthuis genoemd, fchoon zij zulks in geenen deele zij; alleenlijk heeft zij dien naam verkregen, om dat voor de puie van dezelve gemeenlijk alle waarfchouwingen en ordonnantien van Poldermeesteren, en dergelijke openbaare aankondigingen aangeplakt worden.

« VorigeDoorgaan »