Decorum: observaties over de literaire gepastheid in de renaissancistische poëtica

Voorkant
Uitgeverij Verloren, 2001 - 439 pagina's
Literatuurhistorische studie van de rol van getrouwheid in beschrijvingen in de Europese literatuur van de 16e en 17e eeuw.
 

Inhoudsopgave

Voorwoord
9
Het begrip decorum
17
Reikwijdte van het begrip
23
de stugheid van het systeem
29
Decorum en de klassieke traditie
36
Passend taalgebruik en het midden
43
De zestiendeeeuwse verbintenis tussen de poëticale en rhetoricale
50
lering en vermaak
64
Aristoteles en het deugdzame karakter
158
Castelvetro over het deugdzame karakter
164
Fransclassicistische theorie
170
Poëtische gerechtigheid
183
PATHOS
189
Publiek
197
Het klassieke publiek
203
Adaptaties
210

Persoonlijkheid en persoonlijkheidsvorming
76
De Nederlandse situatie
82
Dialecten
93
ETHOS
101
Decorum en honestum
115
Een op de spreker betrokken decorum volgens Cicero
120
Ethos en persoonlijke stijl
128
Persoonlijke stijl en de verhouding tussen inhoud en verwoording
135
Het onderscheiden van het deugdzame en het ondeugdzame
148
Tragisch en komisch toneel
217
stilistische problemen
225
Bredero
231
Vondel en de natuurlijke karakterisering
237
Handeling
249
Komedie en maatschappij
255
De overeenkomstige behandeling van tragedie en komedie
263
De komedie in een burgerlijk milieu?
271
Copyright

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Bibliografische gegevens