Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

de stad schieten. De Walen deden nog eenige uit- en aanvallen om de ZELKE weder in te krijgen, doch werden met verlies terug gesla. gen, en genoodzaakt gedurig achter do zoutkeeten te wijken. Van daar werden zij verdreven en binnen de stad gejaagd, waar nu ook de gemeente, reeds lang het Spaansche juk moede, begon te muiten waarop de overgave van Zierikzee spoedig volgde.

Sedert onbeugelijke tijden bestaat te Zierikzee eene gewoonte, dat ingezetenen van allerlei stand, met hunne kinderen, op den tweeden Paaschdag des namiddags naar de ZUID-ZELKE wandelen en met hen de hoogte beklimmen, terwijl dan aldaar eene soort van kermis wordt gehouden en de kinderen zich verlustigen met hard gekookte eijeren, waarvan de schalen gekleurd zijn en die men daar alsdan ook koopen kan, van de hoogte te laten afrollen.

aan

ZELKE-POLDER (DE), onbehuisde pold, op het eil. Duiveland, prov. Zeeland, arr., kant. en gem. Zierikzee; palende N. W. het Dijkwater, N. aan den Polder-van-Bettewaarde, Q, aan den Gouweveer-polder, Z. aan den Zuider-Nieuwland-polder en W. aan het Poortambacht van Zierikzee.

Deze pold. heeft eene grootte van 9 bund, 20 v. r, 30 v. ell., waaronder 8 bund. 10 v. r. 16 v. ell. schotbaar land, en ontlast zich van het overtollige water, door eenen duiker, in het Dijkwater, Het polderbestuur wordt uitgeoefend door eenen Dijkgraaf, cenen Gezworene en eenen Ontvanger-Griffier.

ZELLANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, aan de westkust; 4° 20′ Z. B., 157° 19′ 0. L.

ZELLE (HET), buit, in het graafs, Zutphen, prov. Gelderland, distr., arr. en 3 u. Z. O. van Zutphen, kant. en 21 u. N, van Doetinchem, gem. en 1 u. 0. van Hengelo.

Dit buit., bestaande uit heerenhuis, koetshuis, stalling, bouwhuis en schuur, tuinen, bouw- en weiland, benevens uitgestrekte bosschen van opgaand en eikenakkermaalhout; beslaat eene oppervlakte van 194 bund. 54 v. r. 62 v. ell,, en wordt in eigendom bezeten en bewoond door den Heer C, A. A. J. G. Baron VAN DORTH,

ZELLEM, d. in het graafs. Zutphen, prov, Gelderland, Zis ZELEEN, ZEMEL-POLDER, pold, in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. Leyden, kant. Noordwijk, gem. Lisse; palende N. aan de Stinksloot, O. en Ž. aan de Voor-Ringsloot of den Lisser-polder, W. aan de hooge en buiten den pold. gelegen landen en aan den Heerenweg of straatweg op Haarlem.

Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 73 bund. 8 v. r. 60 v, ell., waaronder 44 bund. schotbaar land; telt 4 h., alle boerderijen, en wordt door eenen molen, op de Voor-Ringsloot, van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur bestaat uit twee Poldermeesters. ZËMOE (DE), WAY-ZEMOR, riv. in Oost-Indië, op het Sundasche cil. Boero, aan de Noordkust. Zij loopt met eene noordoostelijke rigting in de Bogt-van-Catsjeli uit.

ZENDEREN, buurs. in Twenthe, prox. Overijssel, arr. en 14 u. Z. O. van Almelo, kant. en 14 u. N. van Delden, gem. en u. N. W. van Borne, aan den straatweg van Zwolle naar de Pruissische grenMen telt er 210 h. en 1100 inw., die meestal hun bestaan vinden in den landbouw en weverij.

zen.

[ocr errors]

De R: K., die hier 470 in getal zijn, behooren tot de stat. van Kolken-Hertme. De Herv. tot de gem, Borne. Er is hier ook cene in 1837 nieuw gebouwde school, die gemiddeld door 160 leerlingen bezocht wordt.

Deze buurs. maakt met Bornerbroek eeue marke uit, welke in 1849 verdeeld is.

ZENDERHOEK, buurs., in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland. Zie ZINDERHOEK.

ZENNEWIJNEN, heerl. in den Tielerwaard, prov. Gelderland, Benedendistrikt, arr. Tiel, kant. Geldermalsen, gem. Op-Hemert; palende N. aan de heerl. Wadenoijen, O. en Z. aan de Waal, Z. W. aan de heerl. Op-Hemert.

Deze heerl. bestaat uit den pold. van Zennewijnen, benevens de Hoogeweide, den Postwaard en den Stiftswaard, en bevat niets dan de buurs. Zennewijnen; beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 313 bund. 67 v. r. 63 v. cll., waaronder 313 bund. 45 v. r. 59 v. ell. belastbaar land; telt 32 b., waaronder 36 buisgez., uitmakende eene bevolking van 170 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.

De Herv., die er 140 in getal zijn, behooren tot de gem. Op-Hemert-en-Zennewijnen. De R. K., van welke 'men er 30 telt, parochiëren te Varik. - Men heeft in deze heerl. geen school, maar de kinderen genieten onderwijs te Op-Hemert.

Deze heerl. bezat altijd de zelfde Heeren als Op-Hemert. Zoo als zij dan ook thans nog, even als die heerl., in eigendom bezeten wordt door den Heer BARTHOLT JOHAN CHRISTIAAN Baron MACKAY VAN OP-HEMERTBN-ZENNEWIJNEN, woonachtig te Rotterdam.

De buurs. ZENNEWIJNEN of SENNEWIJNEN, ook wel SENDWENEN ED ZINWENEN genoemd, op sommige kaarten ook ZENUWIJNEN gespeld, ligt u. Z. ten W. van Tiel, 2 u. Z. O. van Geldermalsen, aan den Waaldijk.

BALDEBICK gaf in 850 vijf hoeven aldaar (in Senuinum) gelegen aan de kerk van Utrecht, en de abdij Prüm bezat aldaar goederen. In het jaar 1228, hebben de Abt en het convent van Marienweerd hun hof (curtis) van ZENNEWIJNEN, tot het stichten van een Nonnenklooster van de Prestmonratenser orde gegeven. Dit bouwen is dat zelfde jaar begonnen, door de vrouw van SMITHUIZEN, die men van elders twee MECHTELD genaamd, en weduwe van HENDRIK VAN SMITHUIZEN te zijn geweest en wier eenige dochter OLELDA met FOLPERTOS, Heer van de Leck trouwde. Het volgende jaar werd de kerk door WILBRANDUS VAN OLDENBURG, den vijf en dertigsten Bisschop van Utrecht, ingewijd. Aldaar zijn tien Nonnen, uit het klooster van Verschen komende, geplaatst ; en de stichting ontving onderscheidene regten en bevestigingsbrieven. De kerk en het klooster werden in het jaar 1379 door het lot van den oorlog tot den grond toe afgebrand, en waarschijnlijk zullen die naderhand weder opgebouwd zijn, waarvan men echter niets vindt aangeteekend, terwijl daarvan tegenwoordig ook niets meer te vinden is. De Nonnen van ZENNEWIJNEN waren adellijke geestelijke juffers, en zijn daarna in wereldlijke Kanunnikessen hervormd, zonder eenige verpligting dan haar geld te ontvangen. Het is mogelijk dewijl de hof aan het klooster geschonken is, dat ook van ouds het lage geregt daaraan behoorde, en later in wereldlijke handen kwam.

Men heeft in deze heerl. een schuitenveer over de rivier de Waal, van de herberg de Roode Molen op Dreumelen.

Bij den watervloed van Januarij 1809 heeft deze heerl., naarmate van hare kleine uitgestrektheid, veel geleden, zijnde aldaar twee huizen weggespoeld en achttien andere beschadigd geworden; doch hoewel het vloedwater alhier drie voet hooger dan in 1784 heeft gestaan zijn er geene menschen of beesten omgekomen.

ZENNEWIJNEN (DE POLDER-VAN-), pold. in den Trelerwaard, prov. Gelderland, Benedendistrict, arr. Tiel, kant. Geldermalsen, gem. Op-llemert; palende N. aan den Polder-van-Wadenoijen, N. aan het Hoogwegsche-blok, O. eu Z. O. aan de Waal, Z. W. aan den Polder-van-Öp-Hemert.

Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 313 bund. 67 v. r. 33 v. ell.; waaronder 313 bund. 45 v. r. 59 v. ell. schotbaar land; telt 32 h., waaronder 5 boerderijen, en wordt door eene shuis, op de rivier de Linge, van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur bestaat uit twee Leden.

ZENNEWIJNSCHE-EN-DRUMPTSCHE-WATERING (DE), watering, welke uit den Polder-van-Zennewijnen voortkomt, eerst in eene noordwestelijke strekking tusschen dien polder en het Hoogewegsche-blok en daarna in eene noordoostelijke strekking tusschen laatstgemeld blok en den Polder-van-Wadenoijen doorloopt en zich door de Zennewijnschesluis, in de Linge ontlast.

ZENNEWIJNSCHE-SLUIS (DE), sluis in den Tielerwaard, prov. Gelderland, in den Zuider-Lingedijk, 5 min. 0. van Wadenoijen, dienende om den Polder-van-Zennewijnen van het overtollige water te ontlasten. ZENU WIJNEN, onder welken het d. ZENNEWIJNEN, in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland, op sommige kaarten voorkomt. Zie ZENNEWIJNEN.

naam

ZERONSON, distr. in Oost-Indië, op het Sundasche eil. Celebes, reg. Menado. Dit distr. behoort tot het bondgenootschap of Manahassa. ZESBOERSTER-POLDER, pold. in Hunsingo, prov. Groningen. Zie HORNHUISTERS-POLDER (WESTER-).

kw.

ZES-GEHUCHTEN, gem. in de Meijerij van 's Hertogenbosch, Peelland, prov. Noord-Braband, Derde distr., arr. Eindhoven, kant. Helmond ( k. d., 29 m. k., 4 s. d.); palende N. aan de gem. Tongerle, O. aan Geldrop, Z. aan Heeze. W. aan Aalst en Stratum..

Deze geni. bestaat uit de geh. Riel, Gijzen rooi, Genoenhuis, Hoog-Geldrop, Hout, Hulst, Papevoort en Putten, en draagt den naam naar de zes eerstgenoemden, uit welke zij vroeger bestond; heslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1496 bund. 75 v.r. 90 v. ell. belastbaar land; telt 184 h., bewoond door 205 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 1000 inw., die meest zich generen vau den landbouw. Ook vinden eenigen hun bestaan in den arbeid op de fabrijken te Geldrop. De grond is ligt zand, dat bij den minsten regen slijk wordt en bij de geringste droogte aanmerkel'jk veel stof geeft. De granen, die hier geteeld worden, zijn: rogge, oekweit, haver, garst, aardappelen, vlas, hennip en spurrie. Menb heeft er eenen koornmolen.

De inw., die er allen R. K. zijn, parochiëren te Geldrop. Men heeft in deze gem. geen school, maar de leerlingen, die er 40 in getal zijn, genieten onderwijs te Geldrop.

Het wapen dezer gem. bestaat uit eenen eikenboom en drie horens, waarboven eene eikenkrans en twee sterren.

ZESHOEVEN, kleine oude pold. in het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. Utrecht, kant. Maarssen, gem. Maartensdijk,

in den polder van Maartensdijk versmolten is.

welke nu

ZESMOLENS (HET LAND DER), naam, welken men geeft aan alle de polders in het Land-van- -Arkel-beneden-de-Zouwe, prov. Zuid-Holland, behalve die van den Banne van Gorinchem en de Beemt met de Hoeken, welke polders hunne eigene molens hebben.

van

Dit land bevat de pold. van Lang-6 chẹiwijk, het Oudelandmet-Kort-Schelwijk, Schelluinen, Hoornaar en Arkel, te zamen, volgens het kadaster cene oppervlakte beslaande, 1604 bund., verongeldende voor 1408 band., die certijds van het overtollige polderwater werden ontlast, door zes gemeenschappelijke watermolens, waardoor die gemeenschap den naam van het Land-der-zesmolens heeft bekomen en nog behouden, hoezeer zij thans slechts vijf gemeenschappelijke molens bezit, die het overtollige water van ge noemde polders, te zamen zich vereenigende in een waterschap, genaamd de Kromme-Giessen, uitmalen ten deele in de Schelluinsche-Vliet en ten deele in de Groote- of Voor-Giessen, vanwaar hetzelfde water zich, door het waterschap van den Overwaard, in het Elshout, met behulp van voormolens, in de rivier de Lek ontlast.

ZESMORGEN (DE), onbehuisd poldertje, in het Land-van-Altena, prov. Noord-Braband, Tweede distr., arr. 's Hertogenbosch, kant. Heusden, gem. Emmikhoven-en-Waardhuizen; palende N. aan de buitengronden tegen de Bleek, nabij de Drie-Sluizen, O. aan de Nieuw Dussensche of Zuid-Hollandsche-polder, Z. aan Oud-Boerenverdriet, W. aan de Bleekkil.

Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 3 bund. 13 v. r. 40 v. ell. griendland; en wordt door drie houten duikers, met kleppen voorzien, wijd 0,20 tot 0.30, op de Bleekkil van het overtollige water ontlast. Het zomerpeil is 0.15 boven A. P. en de hoogte der dijken 1.80 boven A. P. Het bestuur bestaat, met dat van den Nieuw-Dussensches of Zuid-Hollandsche-polder, uit eenen Dijkgraaf, vijf Heemraden en eenen Penningmeester.

ZESSINGEN, geh. in het balj. van Luxemburg, grooth. Luxemburg.

Zie GESSINGEN.

ZESTIENHOVENSCHE-POLDER (DE), pold. in Schieland, prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam, kant. Schiedam, gem. Overschie-enHoogeban; palende N. W. aan den Laag-Schieveensche-polder, N. O. aan den Schiebroeksche-polder, Z. O. aan den pold. den Oudendijk, Z. W. en W. aan de Rotterdamsche-Schie.

Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, cene oppervlakte van 181 bund., en wordt door eenen molen, op de Schie, van het overtollige water ontlast.

ZESTIENROEDEN, geh., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Engwirden, arr., kant. en u. N. O. van Heerenveen, † u. Z. Z. O. van Tjallebird, waartoe zij behoort; met 6 h. en 55 inw.

ZES-VEREENIGDE-POLDERS (WATERING-VAN-DE-), naani, die in zwang begint te komen voor de watering de Zeven-Vereenigdepolders, in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland, Vierde distr. Zie Zeven-Vereenigde-polders (WatERING-DER-).

ZESWIELEN; overtoom in Kennemerland, prov. Noord-Holland. Zie ALKMAARDER-OVERTOOM.

ZET (T), b. onder den Zeevang, prov. Noord-Holland. Zie Zedde (DE).

ZET (DE ENGE-) of de ENGE-ZETBRAAK, water onder den Zeevang, prov. Noord-Holland, gem. Katwoude, 5 min. O. van de Zedde.

Het beslaat met de Wijde-Zet en het Z ette-gat, met welke het eigenlijk één water uitmaakt, eene oppervlakte van 89 bund. 2 v. r. 40 v. ell., en men vangt daarin baars en paling.

ZET (DE WIJDE-) of de WIJDE-ZETBRAAK, water onder den Zeevang, prov. Noord-Holland, gem. Katwoude, 5 min. N. O. van de Zedde.

ZEPTE (HET), b. onder den Zecváng, prov. Noord-Holland. Zie Zedde (De).

ZETTEGAT (HET), water onder den Zeevang, prov. Noord-Holland, gem. Katwoude, onmiddellijk ten N. van de Žedde, tusschen de Purmer ringsloot en de Trekvaart van Edam op Monnickendam.

ZEVENAAR, voorm. distr., prov. Gelderland, kw. Arnhem; palende N. en O. aan het distr. Doesborgh, Z. aan de Pruissische prov. Rijnland, W. aan het distr. Veluwenzoom.

Het bevatte de volgende 5 gem.: Zevenaaar, Duiven, Her. wen-en-Aardt, Westervoort en Pannerden, thans een gedeelte van het distr. Doesborgh-en-Zevenaar uitmakende en de zelfde oppervlakte als het kant. Zevenaar beslaande. Zie voorts het volgende art.

ZEVENAAR, kant., prov. Gelderland, art. Arnhem; palende. N. aan het kant. Doesborgh, O. aan het kant. Ter-Borgh en aan de Pruissische prov. Rijnland, W. aan het kant. Arnhem.

Dit kant. bevat de 5 volgende gem.: Zevenaar, Duiven, Herwen-en-Aardt, Westervoort en Pannerden; beslaat eene oppervlakte, volgens het kadaster, van 11,515 bund. 33 v. r. 50 v. ell., telt 1424 h., bewoond door 1701 huisgez., uitmakende eene bevolking van 10,330 inw, die meest in den landbouw hun bestaan vinden.

ZEVENAAR, gem. in de Lijmers, prov. Gelderland, dist. Doesborgh en-Zevenaar, arr. Arnhem, kant. Zevenaar (5 k. d., 15 m. k., 5 s. d.); palende N. aan de gem. Angerlo, N. O. aan Didam, O, aan Bergh, Z. O. aan de gem. Elten, in de Pruissische prov. Rijnland, Z. aan de Strang en den Oude-Rijn, die haar van de gem. Herwen-en-Pannerden scheidt, W. aan de gem. Duiven.

Deze gem. bevat het voorm. stadje, thans plattelandstadje Zevenaar, het dorp Oud-Zevenaar en de buurschap Kwartier, Babberich, Holthuizen, Grieth, Zweekhorst en Ooy; beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 2764 bund. 79 v. r. 90 v. ell., waaronder 2698 bund. 18 v. r. 15 v. ell. belastbaar land; telt 532 h., bewoond door 668 huisgez., nitmakende eene bevolking van ongeveer 3500 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.

De Roomsch-Katholijken, die er ongeveer 3100 in getal zijn, maken de stat. van Zevenaar en Oud-Zevenaar uit, welke in deze burg. gem. ieder eene kerk hebben.

De Hervormden, van welke men er ruim 290 telt, maken, met die uit de gem. Duiven, eene gem. uit, welke tot de klass. van Zutphen, ring van Doesborgh; behoort, en 350 zielen, onder welke 210 Ledematen, telt. Het beroep van den Predikant geschiedt door den kerkeraad.

Er wonen 2 Remonstranten, en 2 Evangel. Luth; de laatste worden tot de gem. van Doetinchem gerekend.

De Israëliten, welke er omstreeks 80 in getal zijn, hebben er eene bijkerk, welke tot de ringsynagoge van Doetinchem, synagogaal ressort van Nijmegen, behoort.

[ocr errors]

Men heeft in deze gemeente drie scholen, welke het eigendom zijn der verschillende kerkelijke gemeenten, als eene van de R. K. gemeente te Oud-Zevenaar, eene van de R. K. gemeente te Zevenaar en eene van de Hervormde gemeente aldaar die gezamenlijk door een gemiddeld getal van ruim 500 leerlingen bezocht worden.

[ocr errors]
« VorigeDoorgaan »