Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Vóór het aanleggen van dien dijk was den Helder-en-Huisduinen cen eiland (1).

ZANDDIJK (DE), dijk, op het eil. Texel, prov. Noord-Holland, zich uitstrekkende, in cene noordoostelijke rigting, van het dorp de Koog, langs de westzijde van de later bedijkte Eijerlandsche buitenvelden, tot aan het Eijerlandsche duin.

Deze dijk is in 1629 en 1630 aangelegd, ten einde dit duinlooze gedeelte van het eiland tegen de Noordzee te beveiligen, en daaraan heeft het Eijerland zijn ontstaan te danken, want vroeger liepen aanzienlijke killen, zoo als de Groote-Slufter, de Kleine Slufter, de Maij enz. door dit opene gedeelte in zee, en seheidden de noordelijke punt van het eiland van het zuidelijke land af.

ZANDDIJK-BINNEN, geb. op het eil. Walcheren, prov. Zeeland.

Zie ZANDIJK-BINNEN.

ZANDDIJK-BUITEN, het noord-, oost- en westelijke gedeelte van de heerl. Zandijk, op het eil. Walcheren, prov. Zeeland. Zie ZANDIJK-BUITEN.

ZANDDIJKSHUIS, een der drie perceelen, waarin het Eijerland sche-buitenveld, prov. Noord-Holland, arr. Alkmaar, kant. den Helder, gem. Texel, vóór de bedijking verpacht werd. Het paalde N aan het perceel Eijerlandshnis, O. aan de Roggesloot, Z. aan het perceel Kwelderbeek, W. aan den Zanddijk, en besloeg bij raming eene oppervlakte van 1022 band.

Het huis of de boerderij van dien naam, dat onmiddellijk aan den Zanddijk stond, is in 1846 afgebrand, en op eenigen afstand van daar herbouwd, onder den naam van SIR ROBERT PEEL.

ZANDE, oude naam van het dorp 's Gravezande, in Delfland, prov. Zuid-Holland. Zie 's GRAVEZANDE.

ZANDE (DE), buurs. in Zalland, prov. Overijssel, arr. en 2 1. W. van Zwolle, kant. en 1 u. Z. van Kampen, gem. enu. O N. O. van de kerk van Kamperveen; met 25 h. en ongeveer 160 inw.

Deze buurs. heeft door den watervloed van Februarij 1825 veel geleden. Slechts weinige huizen bleven er onbeschadigd. Niet meer dan drie der ingezetenen mogten al hun vee behouden, twintig anderen cen klein gedeelte, dat der overigen lag of dood in de stallen of was door den stroom weggevoerd. Wel vijftig verloren hun bouwgereedschap, huisraad, in één woord al wat zij bezaten, en hielden geen andere toevlugt, dan hun vertrouwen op God en liefderijke menschen. over. ZAŇDE (HET), naam, onder welken bet d. ZANDEWEER, in Hunsingo, prov. Groningen, wel eens voorkomt.

ŽANDE (HUIS-TÉ-) of HOF-TE-ZANDE, landg. in Staats-Vlaanderen, in Hulster-ambacht, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. en distr. Hulst, gem. Hontenisse, in het dorp Kloosterzande.

Dit huis was eertijds een klooster, van de orde van den H. BERNARDUS, onderhoorig aan de abdij van Duinen te Brugge, welke in Hulster-ambacht, aanzienlijke goederen bezat. Het werd, met de daarbij behoorende grondeigendommen, en nog eenige andere bezittingen, aan de proostdij van Eversom toekomende, in 1582 door de Staten van Vlaanderen aan Prins WILLEM I, dien de Koning van Spanje eenige van zijne eigendommen in het graafschap Bourgondië had ontnomen. geschonken, om hem, voor het verlies daarvan, eenigermate schadeloos te stellen. Toen in 1583 de stad Hulst door den Hertog VAN PARMA Vermeesterd werd, ging deze gift van zelfs te niet, doch sedert Prins

1: Hierdoor vervalt hot min volledige art OLDENBARNEVELDSCHE-DIJK

[ocr errors]

Frederik Hendrik in 1645 die stad onder het gebied der Staten bragt, is het voormelde regt van eigendom door de Algemeene Staten, ten behoeve van dien Prins en zijne nakomelingen, bij resolutie van 16 April 1646 bevestigd en de goederen den 5 Mei daaraanvolgende overgedragen welke dan ook bij de deeling der nalatenschap van Prins WILLEM III, in 1732, aan WILLEM IV, Prins van Oranje, zijn toegewezen. Thans is dit huis, met de vrij aanzienlijke in den omtrek gelegene bezittingen, bestaande in hofsteden, beplante dijken en landerijen, het eigendom van de erfgenamen van wijlen Z. M. Koning WILLEN II, wiens Rentmeester de Heer PHILIPPUS JOHANNES BACHIENE, Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, het Huis-té-Zande thans bewoont.

Reeds op het jaar 1196 vinden wij melding gemaakt van zekeren brief door BALDUINUS, Graaf van Vlaanderen, uitgegeven en waarbij hij, tot een altijddurend geschenk, aan de kerk van Duinen gaf, het geheele land aan de zee, dat gelegen is tusschen Hontenisse en Ossenisse, betwelk Werpland of te Sandt genoemd wordt, welke landen en tienden de vader van gemelden Graaf geschonken heeft aan de kerk van den H. PETRUS te Gent, die ze weder in het bezit van Graaf BALDUINUS stelde, om ze aan de kerk van Duinen te verleenen, hetgeen ook plaats schijnt gehad te hebben, daar die van Duinen eene kapel op 't Sandt (Sande) hebben gesticht, waarin destijds de goddelijke diensten voor hem en de zijnen zouden verrigt worden. Waarschijnlijk heeft die kapel den grond gelegd tot het nader. hand ter zelfder plaatse gebouwde klooster op het Sandt of te Zande. Het later ontstane dorp Kloosterzande heeft vermoedelijk zijnen naam van dit huis ontleend. De voormalige kloosterkapel is thans ingerigt tot een bedehuis voor de Herv. gemeente van Hontenisse. Het HuisTE-ZANDE beslaat, met de daaraan palende bosschen en tuinen, eene kadastrale oppervlakte van 17 bund. 49 v. r. 36 v. ell.

ZANDEBUUR, geh. in het dingspil Noordenveld, prov. Drenthe, gem. Roden. Zie SANDBUUR.

ZANDEIND, b. in de Meijerij van 's Hertogenbosch, kw. Oisterwijk, prov. Noord-Braband, arr. en 34 u. O. Z. O. van Breda, kant. en 31 u. Ò. Z. O. van Ginneken, gem. Alphen-en-Riel, 11⁄2 u. N. O. van Alphen, 5 min. N.W. van Riel, waartoe zij behoort ; met 21 h, en ruim 100 inw. ZANDEN (DE), geh. in Fivelgo, prov. Groningen, arr. en 31⁄2 u. 0. van Groningen, kant. en 2 . N. N. O. van Hoogezand, gem. en u. N. N. O. van Slochteren, 20 min. W. van Schildwolde, waartoe het behoort; met 3 h. en 13 inw.

ZANDEN (DE), geh. in het Westerkwartier, prov. Groningen, kant. en 3 u. W. Z. W. van Zuidhorn, gem. en u. N. W. van Grootegast,u. N. O. van Opënde, waaronder het behoort, even ten N. van de Zijlroe, bestaande uit een zestal geringe dagloonerswoningen, ZANDENBURCH, voorm. adell. h. in de stad Utrecht, aan de westzijde van de Oudegracht, in de Snipperlucht.

ZANDENHOEF, buit. in het balj. van Brederode, prov. Noord-Holland, arr., kant., en u. Z. W. van Haarlem, gem. BloemendaalTetterode-Aalbertsberg-en-de-Vogelenzang, n. Z. van Bloemendaal, u. Z. van Overveen.

ZANDE-POLDER of ZANDSCHE-POLDER, calamiteuse pold. in StaatsVlaanderen, in Hulster-Ambacht, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. en distr. Hulst, gem. Hontenisse; palende N. aan den Maria-polder, O. aan den Wilhelmus-polder, den Kruis-polder en den Schapers-polder, Z. aan den Zoute-polder, W. aan den Maria-polder.

Deze pold. heeft eene kadastrale uitgestrektheid van 223 bund. 78 v. r. 23 v. ell. en is schotbaar groot 217 bund. 78 v. r. 76 v. ell. Daarin staat het d. Kloosterzande, benevens eene brouwerij, eene zoutkeet, het Huis-te-Zande (zie dat woord), de hofstede Hoek-en-Bosch en nog vier andere boerenhofsteden. De uitwatering heeft plaats door eene steenen heul in den Noorddijk-polder, en door dezen naar de zeesluis van Welsoorde en zoo in de WesterSchelde. De ZANDE-POLDER maakt deel uit van de watering van Welsoorde, bestuurd door eenen Dijkgraaf, twee Gezworenen en eenen Ontvanger-Griffier.

ZANDE-POLDER (DE), pold. in Kennemerland, prov. Noord-Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem Calandsoog; palende N. aan het Koegras, 0. aan den Bos-polder, Z. O. aan de Venne, W. aan den Oogmergatsdijk, die hem van de duinen scheidt.

Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 208 bund. 96 v. r. 98 v. ell., waaronder 100 bund. schotbaar land; telt 6 h., waaronder 2 boerderijen. Het polderbestuur bestaat uit dat van Callandsoog.

[ocr errors]

ZANDEWEER, oudtijds SONDWERE en SANDEWEBR, d. in Hunsingo, prov. Groningen arr. en 3 u. N. W. van Appingedam, kant. en 2 u. N. O. van Onderdendam, gem. en 1 u. N. N. O. van Kantens, zeer aardig en welgelegen op eene terp.

Dit d., ook wel ZANDWIER, d. i. zandige hoogte genoemd, heeft zijnen naam van het zand of de zandstreek, waardoor het water werd afgekeerd en geweerd. Anderen willen, dat de naam oorspronkelijk zoude zijn ZoNDWEER of SONDWEER en zeeweering zoude beduiden, omdat sond zee en weer waterkeering zoude beteekenen, meenende zij in de rigting van ZANDEWEER nog overblijfselen van eenen ouden zeedijk te zien. Men telt er in de kom van het dorp 49 h. en ruim 250 inw., en met de b. Doodstil, de Molenhorn en de Knijp 103 h. en ongeveer 600 inw., die meest hun bestaan vinden in den landbouw. De bodem bestaat hier uit zavelaarde, die zeer gemakkelijk te bewerken valt, en zich beter voordoet, dan de harde, zware klei. Ook heeft men er eenen olie- en pel- en eenen korenmolen.

D

De Herv., die er ruim 400 in getal ziju, onder welke ruim 70 Ledematen, maken cene gem. uit, welke tot de klass, van Middelstum, ring van Uithuizermeeden, behoort. De eerste, die hier het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest GERHARDUS WILHELMI, die hier in 1596 in dienst was en in 1600 overleed. Het collatieregt was hier voornamelijk bij het hier eertijds bestaan hebbende Huis-van-Nijenstein, dat voorheen behoorde aan het adellijk geslacht LEWE VAN NIJENSTEIN, De kerk is inwendig een zeer net en fraai gebouw, waarin prachtig snijwerk en een kostbaar massief koperen wapen enz., alsınede een orgel, dat zeer geroemd wordt. De stompe toren staat ten Z. W. afgezonderd van de kerk. De beide klokken zijo van 1467, en prijken met opschriften en beelden.

De Christelijk Afgescheidenen, van welke men er ruim 60 telt, behooren tot de gem. van Uithuizen. De 3 Doopsgez., die er wonen behooren tot de gem. van Uithuizen. De R. K., die er ruim 50

in getal zijn, parochiëren te Uithuizen. deld door 80 leerlingen bezocht.

[ocr errors]

De dorpschool wordt gemid

Men had hier voormaals de burgen Onnema en Scheltkama, later Nijenstein genaamd. Het schijnt dat er oudtijds tusschen ZANDEWEER en Oldenzijl eene waterkeering geweest is, die aan de andere

zijde, tusschen Oldenzijl en het Ooster-Nieland, hier en daar weder duidelijk merkbaar wordt.

Dit dorp is met Oldenzijl, Ooster-Nieland en Rottum echo regtstoel en schepperij, waarin de eigenaar van het huis Scheltkema of Nijenstein, eertijds alhier gelegen, de meerderheid had. ZANDFORT, geb. in het Land-van- Thorn, prov. Limburg. Zie

SANTFORT.

ZANDGAAST, vroeger ZANDBUREN of SANDEBUREN, geh., prov. Friestand, kw. Zevenwouden, griet. Doniawarstal, arr. en 2 u. 2. van Sneek, kant. en 3 u. N. N. W. van de Lemmer, u. W. van Langeweer, waartoe het behoort, ten W. van het Koevordemeer; met 4 h. en ongeveer 30 inw. Vroeger bestond hier eene eendekooi, die gebeel vervallen en waarvan thans niets meer zigtbaar is.

ZANDHEUVEL, b. of wijk in de bar. van Breda, arr. en 2 n. N. O van Breda, kaut., gem. en ten Z. O. buiten de stad Oosterhout bestaande uit eenige verspreid liggende huizen, ter wederzijden van de Hoogstraat.

ZANDHOEK (DE), geh. in het Land-van-Ravestein, prov. NoordBraband, Eerste distr., arr. en 6 u. O. Z. O. van 's Hertogenbosch, kant. en 2 u. O. van Veghel, gem. en 12 min. Z. W. van Boekel; met 20 h. en 110 inw.

ZANDHOEK (DE), plaats in den westelijken hoek van Amsterdam, aan het IJ, waar veel ansjovis ingelegd en de vlotten gemaakt worden van het hout, dat de Zaandammers in de wekelijksche hontveilingen te Amsterdam koopen.

ZANDHOEVE, oudtijds JAN-TABAK, logement in Gooiland, prov. Noord-Holland, arr. en 4 u. O. Z. O. van Amsterdam, kant., en 20 min. Z. O. van Naarden, gem. en 10 min. N. van Bussum, aan den straatweg naar Amersfoort, in eene der schoonste streken.

Dit logement biedt de aangenaamste gelegenheid aan tot eenig zomerverblijf. Voor eenige jaren is het afgebrand, maar sedert fraaijer herbouwd. De stichter van dit gebouw was, volgens de verhalen, die daarvan in omloop zijn, een man, die gestopte pijpen tabak aan de voorbijgangers te Amsterdam verkocht had en daardoor eenig vermogen verwierf, dat hem in staat stelde, dit groote gebouw te betrekken. De bijnaam, die hij te Amsterdam bekomen had, werd sedert ook op zijne woning toegepast.

ZANDHOOGTE (DE), geh. in het Oldambt, prov. Groningen, arr., kant. enu. N. O. van Winschoten, gem, en 10 min. Z. van Beerta ; met 4 h. en 40 inw.

De zandhoogte bestaat uit twee boerenplaatsen, elk met eene arbeiderswoning. Een dier boerenplaatsen op den eigenlijken ZANDHOOGTE gelegen, heeft geen eigen naam; de andere heet Kloostergave, naar een klooster, dat vroegere jaren daar ter plaatse gestaan heeft, en waarin bij eenen der watervloeden, vele Monniken zijn omgekomen.

ZANDHOVEN, buit. in Zalland, prov. Overijssel, arr., kant. en ruimu. Z. Z. O. van Zwolle, gem. Zwollerkerspel, in de buurs. Ittersum.

Dit buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte van 73 bund. 35 v. r. 70 v. ell., en wordt in eigendom bezeten door de weduwe van den Heer VAN NAMEN VAN EEMNES, woonachtig te Zwolle.

ZANDIGE-EILANDJES, eilandengroep in Oost-Indië, in de Zeevan-Floris, ten Z. van het Sundasche eil. Colebes.

D

ZANDIJK, voorm. heerl. op het eil. Walcheren, prov. Zeeland, arr. en kant. Middelburg, gedeeltelijk gem. Vere-en-Zandijk-Binnen. gedeeltelijk gem. Vrouwe-polder-Zandijk-Buiten-en-Schellach.

Deze heerl. was, met opzigt tot het lage regtsgebied, onderscheiden in Zandijk-Binnen en Zandijk-Buiten, zoo als zij ook nu nog het geh. Zandijk-Binnen benevens Zandijk-Buiten bevat, zij was oorspronkelijk groot beider hemels breedte volgens de verheuinge gedaan bij ANDRIES VAN HAMERSTEDE in het jaar 1565, 18124 Gemeten 77 Roe» den; daar af men Respondeerde ten Comptoire Bewesten-Schelde bij de » breede 1239 gemeten, 102 roeden, en men korte zoo in vrije landen, > als Lanen en Vroonen 49 Gemeten, 26 Roeden, volgende den Velt» hoek ofte Overlooper derzelver heueninge, comt t'zainen 12881⁄2 gemeten, 1284 roeden, blijft 525 gemeten 29 roeden, daar af getogen voor » Clerkloon 20 Gemeten, blijft zuiver over Ambacht 502 Gemeten 99 Roeden." In het jaar 1630 werd deze heerl. groot bevonden, 1764 gemeten, 774 roeden schotbaar land, en 121 gemeten, 278} roeden vrije landen, dus te zamen 1886 gemeten, 56 roeden.

[ocr errors]

De kronijkschrijver REYGERSBERG zegt, dat ZANDIJE, door heer WoLFERT VAN BORSSELE, omtrent het jaar 1280, zoude bedijkt, gebouwd en vervolgens, omdat het een kwaad leen was, door gemelden Heer aan FLORIS V, Graaf van Holland en Zeeland, geschonken zijn, door wien het weder, als een goed onversterfelijk leen, uitgegeven werd. Dit is echter niet waarschijnlijk; omdat vermoedelijk ZANDIJK, reeds vóór het jaar 1280 bestond, hetgeen zeker schijnt als men stelt, dat de stad Vere, zooveel nader dan Zandijk aan den stroom gelegen, reeds in 954 zou bekend geweest zijn. Zeker is het, dat reeds in 1247 SIMON VAN ZANDIJK genoemd wordt, na wiens overlijden, de tienden, welke hij van de H. Kerk en van den Abt van Middelburg, onder den titel van leen, bezat, vermits hij geene wettige erfgenamen naliet, weder aan de kerk gekomen zijn, zoo als blijkt uit twee grafelijke brieven, de één van WILLEM, Roomsch koning, in het jaar 1247, de 12 kalende van Januarij de 5 indictie; en de andere in het volgende jaar 1248, daags na St. Jacob, door FLORIS, zijnen vollen broeder, gegeven. Is er nu vóór 1247 eenen SIMON VAN Zandijk bekend geweest, zoo is het niet van grond ontbloot, als men vermoedt, dat die zelfde SIMON, Heer Van Zandijk geweest zij, vooral, wanneer men overweegt, dat geslachtnamen in die vroege tijden niet dan bij Edelen gevonden werden en het reeds genoegzaam bevestigd is, dat voortijds elk steenen huis, slot, kasteel, dorp en kleine stad, zijnen bijzonderen Heer had nit edele geslachten, en die weder hunne namen daarvan ontleenden, of daaraan gegeven hebben. Ook wordt, bij den grafelijken brief, in 1282, ZANDIJK reeds een ambacht genoemd, en Heer WOLFERT VAN BORSSELE gezegd daarin eene vest en woning te hebben. Was het nu cen ambacht en was daarin eene vest of riddermatig huis, dan moet het ook lang vóór dien tijd bekend zijn geweest, dus toen niet eerst bedijkt zijn geworden.

In deze heerlijkheid stond een dorp, van den zelfden naam, het welk vermoedelijk vroeger dan Vere eene parochiekerk bad, doch de tijd, wanneer die zou gesticht zijn, is geheel onzeker. REYGERSBERG verhaalt, dat hier in het jaar 1365 de eerste processien en omgangen gedaan werden, alsmede dat deze kerk, als moederkerk van Vere, van de kerk aldaar eene jaarlijksche rente trok; ja, dat die van Vere, Vrouwen-polder en andere bijliggende dorpen en buurten alhier hunne sacramenten halen en den doop ontvangen moesten. Is dit zoo,

dan

« VorigeDoorgaan »