25 bund. 92 v. r. 30 v. ell. en wordt in eigendom bezeten en bewoond door den Heer H. T. NIENHUIS.

DINKELSGEREGT, voorm. geregt in het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. Utrecht, kant. Loenen, gem. Noordeindé-van-Portengen; palende N. aan het Noordeinde-van-Portengen, O. aan Nijenrode en het Zuideinde aan Portengen, Z. aan Hamgeregt, W. aan Kockengen en Spengen. Midden door dit geregt loopt de Heikoperwetering, welke het in twee helften van bijna gelijke grootte deelt, en aan wier zuidzijde de molen staat.

* DINTELOORD. De klokkentoren, welke een koepeltorentje en het jaartal 1696 in den gevel had, is in 1844 voor afbraak verkocht. Op het gemeentehuis is, in 1844, een houten doorluchtig torentje geplaatst. De R. K. kerk heeft een houten torentje met spitsje en is van een orgel voorzien. De graanmarkt wordt er des Woensdags gehonden.

DINTELOORD-EN-PRINSENLAND, heeft 1 bierbronwerij, 2. leerlooijerijen, 2 meestoven en 2 graanmolens.

*DINTHER beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1861 bund., waaronder 1775 bund. 48 v. r. belastbaar land. Men heeft er 1 leerlooijerij, 1 bierbrouwerij, 1 graan- en 2 oliemolens. *DINXPERLO beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1324 bund. 19 v. r. 93 v. ell., waaronder 1322 bund. 92 v.r. 55 v. ell. belastbaar land. Men heeft er 1 calicotsfabrijk, 1 stroop fabrijk van veldwortelen, 2 windkoorn-, 6 róskoorn- en 3 rosoliemolens. Herv. kerk is een fraai en groot gebouw. Ook is er kleine Israëlitische bijkerk.

De

DJOEKAN, GOENONG DJOEKAN, berg in Oost-Indie, op het eil. Borneo, resid. Bandjarmasing, in het binnenland, in welks bolen jaarlijks 10 à 12 pikols vogelnestjes worden ingezameld.

DJOEROEK-DOEGIS, d. in Oost-Indië, op het eil. Java, resid. Bántam. Omstreeks dit d. vormt de Tji-Oedjong onderscheidene watervallen, welke niet het omliggende landschap de schilderachtigste gezigten opleveren.

DJOETONG (DJILA), eil. in Oost-Indie. Zie SCHILPADS-EILAND. W. DJOJOGAN, d. in Oost-Indië, resid. Rembang, met eenen waterval, die met donderend geklater van eene steilte van ongeveer 33 ell. in de diepte stort.

DJOERI, riv. in Oost Indië', op het eil. Java, resid. Pasoerócwan. DJOLI, riv. in Oost-Indië, op het eil. Java, resid. Preangerregentschappen.

DJOLOI, riv. in Oost-Indië, op het eil. Borneo, resid. Bandjarmasing, die zich, met eenen oostelijken loop, in de Bandjarmasing ontlast. ĎJOMPONIS, waterval in Oost-Indië, op het eil. Java, resid. Batavía, op de grensscheiding van de distr. Rongo en Koppo. Hij is bijzonder merkwaardig, door de blijken der hevige werking, welke de sterke stroom op de bergen heeft uitgeoefend.

DJONGKOELON, verbasterde naam van kaap HOEDJONG-KOELON", in Oost-Indië, op het eil. Java. Zie JAVA'S WESTKUST.

W.

DJONKONG, plaats in Oost-Indië, op het eil. Borneo, resid. Pontianak, waar, in het jaar 1840, steenkolenlagen zijn gevonden. DJOOMBLANG, bosch in Oost-Indië, op het eil. Java, resid. Tagal. * DIPPACH,_ligt thans in het kant. Capellen. Reg. 3 staat: Rekingen, lees: Reckingen. Men telt in de kom van bet d. 72 h. en 470 inw. Bl. 352, reg. 5 staat: Rovermel fees: Rorermel.

DIRKSHORN ligt 34 u., van Alkmaar, gem. Haringcarspel, telt 48 h. en 280 inw. De dorpschool wordt gemiddeld door 80 leerlingen bezocht. De kermis valt in den naasten Zondag aan den 25 Julij

-

* DIRKSLAND, gem., paalt O'. aan Onwaard-Ond-en-Nieuwe-Kraaijertpolder-en-Kraaijenisse, bestaat enkel uit den Polder-van-Dirksland, en bevat 1552 bund. 10 v. r. 4 v. ell. belastbaar land. De eerste, die men hier als Leeraar vermeld vindt, is geweest SIMON JANSZ., die er van 1581-1586 moet gestaan hebben. Het beroep van den Predikant geschiedt door den kerkeraad, maar de Ambachtsheer heeft het regt van agreatie. In 1811 werden Melissant, Onwaard, Oud-Kraaijert, Nieuw-Kraaijert, en Roxenisse burgerlijk daarmede vereenigd, doch na de omwenteling van 1813 daarvan weder afgescheiden. De haven begint aan het noordelijk gedeelte van het d., is 1 u. lang en door het leggen van eene hechte schutsluis, in het jaar 1790, voor de kleine scheepvaart zeer voldoende. Vroeger is hier ecne andere haven geweest, welke door de bedijking van den OudKraaijert-polder vervallen is, waarom de Heeren Staten van Holland en West-Friesland, den 5 April van het jaar 1601, aan JAN DE GRUITER, te dier tijd Heer van DIRKSLAND, tot het maken van eene nieuwe haven octrooi hebben vérleend. Tweemalen sloeg de bliksem in de spits van den toren, zonder brand te veroorzaken, de eerste reis den 20 October 1836 en de tweede keer den 2 December 1857; daarna is er een blikseniafleider op geplaatst, waarop meermalen flikkeringen zijn opgemerkt. Ook prijkt de kerk met een fraai orgel en is over het algemeen eene der netst onderhoudene kerken van ons Vaderland, Thans is het ambachtshuis sedert jaren een partikulier gebouw. De gemeente heeft in het jaar 1836 een fraai Raadhuis gesticht. Er bestaat eene Leesbibliotheek, welke tot onderhoud en uitbreiding eene jaarlijksche toelaag van de gemeente geniet. Ook heeft men er een Departement der Maatschappij: Tot Nut van't Algemeen bestaan, dat den 8 Januarij 1837 was opgerigt. kermis valt in op den eersten Woensdag na St. Adolphus.

De

DIRKSLAND, een der vijf eilanden, waaruit het thans vereenigde land van Overflakkee, in de veertiende eeuw bestond. Het werd in 1416 bedijkt of liever herdijkt, daar het in of vóór 1415 ondervloeide, door eene doorbraak van den buitendijk aan de meestoof, schijnt in 1284 reeds bewoond te zijn geweest, aangezien Graaf FLORIS V protectie aan de ingezetenen verleende.

en

DIRKSLAND (POLDER VAN-) wordt, behalve door den molen. nog door drie sluizen, van welke twee hun water in de haven van Dirksland en den derde in den pold St. Elizabeth afzetten, van bet overtollige waterontlast.

* DIRKSZADMIRAAL, is in 1812 en 1815 aangelegd; heeft twee volledige fronten met ravelijnen, regts en links met twee vleugels afgesloten en bestreken wordende door een in de keel zijnde reduit; alles aardenwerk en met natte grachten. Het heeft 5 kruidmagazijnen, 4 voor 3750 en 1 voor 300 pond. De communicatielinie, welke het met de forten Erfprins en Westoever verbindt, bestaande nit borstwering en gracht, is tusschen dit fort en Erfprins lang 1400 ell., aangelegd in 1827; achter dit fort lang 541 ell., aangelegd in 1827, en tusschen dit fort en Westoever lang 1220 ell. in 1826 daargesteld. In het reduit is de fondering voor eene bomvrije kazerne. DISSELDORP, b., prov. Noord-Holland. Zie DUSSELDORP. W.

* DISTELBERG (niet hetzelfde als ROESTELBERG), telt 36 h. en 100 inw. en bestaat uit twee buurten de Voorste-Distelberg uit 16 h. en 100 inw bestaande en de Achterste-Distelberg, welke 20 h. en 100 inw. telt.

*DISTRIKT-VAN-GELDERLAND (BENEDEN-) beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 42,852 bund. 55 v. r. 48 v. ell. DOBBEN (DE), buurs. in het dingspil Noordenveld, prov. Drenthe, arr., jud. en adm. kant. en 4 u. Ñ. W. van Assen, gem. en † u. N. W. van Roden.

DOBBEN (DE), een gedeelte van den Nieuw-Zwaluwsche polder, in de beerl. Zwaluwe, prov. Noord-Braband, arr. Breda, kant. Zevenbergen, gem. Hooge-en-Lage-Zwaluwe

DOBBENSCHE-MOLEN, molen in de heerl. Zwaluwe. Zie ZwALUWSCHE-POLDER (DE NIEUWE-). W.

DOBBENSCHE-SLUIS, sluis in de heerl. Zwaluwe, prov. NoordBraband, gem. Hooge-en-Laye-Zwaluwe.

DOBBENSCHE-SLUIS (BUITENPOLDERTJE-AAN-DE-), pold. in de heerl. Zwaluwe, prov. Noord-Braband, arr. Breda, kant. Oosterhout, gem. Hooge-en-Lage-Zwaluwe; palende N. aan de buitengronden tegen den Amer, Z. aan den Nieuwe-Zwaluwsche-polder. pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 2 bund. 67 v. r. 50 v. ell.

* DOBSDIJK lees: DOBSWAL.

Deze

DOCKOEKANAN en DOCKOEKIRI, twee distr. in Oost-Indië, op het eil. Borneo, rijk Bandjarmasing. Zij zijn zeer uitgestrekt en volkrijk.

* DOCKUM, kant., beslaat, , volgens het kadaster, 8120 bund. 24 v. r. 24 v. ell., waaronder 7964 bund. 32 v. r. 1 v. ell, belastbaar land.

* DOCKUM, gem., beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 32 bund. 50 v. r. 86 v. ell., waaronder 22 bund. 69 v. r. 85 v. ell. belastbaar land. Bl. 364. De R. K. stat. telt 353 Communikanten, onder welke die uit de griet.: Achtkarspelen, Dantumadeel, Ferwerderadeel, Kollumerland, Oost-Dongeradeel en West Dongeradeel begrepen zijn. FREDERIK HOEKSTRA, 31 Maart 1837. Onder de vermaarde mannen welke te DOCKUM geboren zijn verdienen nog melding: de Kunstgraveur JACOB FOLKEMA, geb. 18 Augustus 1692, † 3 Februarij 1762, en de Miniatuur-Schilderes ANNA FOLKEMA, 1 October 1768.

DOCTORSTUIN, plant. op het eil. Curaçao, in de West-Divisie, Z. van den St. Anthonicberg.

DODENHOEK, geh, in de Meijerij van 's Hertogenbosch, kw. Maasland, prov. Noord-Braband, arr. en 24 u. Z. Z. O. van 's Hertogenbosch, kant. en 1 u. N. W. van Veghel, gem. en 7 min. van Dinther, met 28 h. en 210 inw.

*DODEWAARD, gem., paalt N. aan Kesteren en Heeteren, O. aan Hemmen en Valburg; beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1716 bund. 64 v. r. 74 v. ell., waaronder 1710 bund. 76 v. r. 54 v. ell. belastbaar land. Men heeft er een voetveer over de Waal op Deest.

DODINGOBAAI, baai in O. Indië, aan de westkust van het eil. Gilolo. DOEKOE-DJEROK, en DOEKOE-RANDOE, twee bosschen in OostIndië, op het eil. Java, resid. Tagal.

DOEKOE-WARINGIN, distr. in O.Indië, op het eil. Java, resid. Tagal.

-

DOELA, vl. in Oost-Indië, op de westzijde van het eil. Klein-Kej, aan eene goede baai. In dit volkrijke vlek is veel scheepsbouw, en de hier gemaakte vaartuigen zijn, om hunne sterkte, op Banda en andere eilanden gezocht. DOELA wordt als de voornaamste handelplaats der Kej-eilanden beschouwd. De handel met de Celebezen is er van belang.

DOELABAAI (DE), baai in Oost-Indië, aan de Noordkust van het eil. Klein-Kej.

DOELASTRAAT (DE), zeeëngte in Oost-Indie, in het Noordwes ten van het eil. Klein-Kej.

§ DOELE, voorm. kast. in den Crimpenrewaard, prov. Zuid-Holland, gem. en 5 min. Z. O. van Haastrecht. Dit kast., hetwelk vroeger heeft toebehoord en is bewoond geweest door de Heeren ́ VAN ABKEL en HAASTRECHT is afgebroken. Ter plaatse, waar het gestaan heeft, ziet men in de nabijheid thans eene boeren woning, welke, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte beslaande van 11 bund. 50 v. r. 2 v. ell., in eigendom bezeten en bewoond wordt door den bouwman CORNELIS VERKLEY.

DOENRAEDT (GROOT) of GROOT-DAENRAEDT, geh. in het Land van Valkenburg, prov. Limburg, arr. en 4 u. N. Q. van Maastricht, kant. en 1 u. Z. Z. O. van Sittard, gem. en u. N. van Oirsbeek; met 83 h. en ongeveer 450 inw.

DOENŘAEDT (HET HUIS-), buit. in het Land-van-Valkenburg, prov. Limburg, arr. en 4 u. N. O. van Maastricht, kant. en 1 u. Z. Z. O. van Sittard, gem. en 10 min. N. O. van Oirsbeck. Dit buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte van 28 bund., en wordt in eigendom bezeten door den Heer LOUIS DE LIMPENS, Woonachtig te Sittard.

DOENRAEDT (KLEIN-) of KLEIN-DAENRAEDT, geh. in het Land-vanValkenburg, prov. Limburg, arr. en 4 u. N. O. van Maastricht, kant. en 1 u. Z. Z. O. van Sittard, gem. en 7 min. N. O. van Oirsbeek; met 5 h. en ruim 30 inw.

DOERLICHT, voorm. geh., dat men vermeld vindt op het jaar 1290 als liggende aan de paalscheiding tusschen de bar. van Breda en het markgr. van Bergen-op-Zoom.

DOESBORGH, kerk. ring, telt 7200 zielen, onder welke 3600 Ledematen.

-

-

* DOESBORGH, gem., in het Latijn ook wel DRUSIBURGUN kmt onder den naam DUISBURG Voor in 1043, als liggende in het voorm. graafsch. Amelande. De schipbrug rust op 8 vaartuigen en is 66 ell. lang; heeft twee houten landhoofden, te zamen lang 23 ell., rustende die aan de stadszijde op 6 vaste jukken, ondersteunende een vast dek met ophaalbrug, waarvan het bovenste gedeelte is afgenomen. De geheele lengte der brug bedraagt 95 ell. Bl. 374. Men heeft er 1 koorn- en runmolen, 1 scheepstimmerwerf, 1 fabrijk van vernissen en eau de cologne en eene druk bezochte haven. De noord- en oostzijde der stad, tusschen den IJssel en den Oude-IJssel, is omgeven door eene linie van lunetten, met eene doorloopende natte gracht voorzien, vormende eene geretrancheerde legerplaats van 700 ell. breedte. Aan de oostzijde tusschen den Oude-1Jssel en het Broekhuizer-water en op den weg naar Anholt ligt het aarden hoornwerk Royaal, dat door eene schipbrug over laatstgenoemd water gemeenschap heeft met het daarvoor liggende aarden hoornwerk de Vrijheid; deze zijn de eenige nog bestaande werken. De militaire gebouwen ziju: een ruim XIII. DEEL.

Arsenaal, een Kruidmagazijn in het Kampveld en een in de beide hoornwerken, benevens vier Wachthuizen. Bl. 375. De eerste tweede Predikant bij de Herv. te DOESBORGH, is geweest JOHANNES LANGIUS, die in het jaar 1593 herwaarts kwani, en in 1600 naar Vollenhove vertrok. Bl. 376. De eerste, die het leeraarambt bij de Evang. Luth. gem. heeft waargenomen, is geweest JOHAN OTTO MEIJER, die in het jaar 1794 herwaarts kwam, en in het jaar 1799 naar Osnabrug vertrok. In het jaar 1845 is in de Evangelisch-Luthersche kerk een orgel geplaatst, hetwelk den 21 December van dat jaar werd ingewijd. Bl. 577. In bet Weeshuis worden geene weezen opgenomen, maar zij worden besteed. De Provisorie bestaat nog en is een Weduwenhuis, waarin acht bejaarde weduwen huisvesting, voeding enz. ontvangen. Voorts heeft men de Broekhuizer-fondatie, bestaande uit drie kleine woningen voor oude en gebrekkige personen, en bet Fonds van den Valewaard voor huiszittende armen binnen DOESBORGH, waaruit zekere uitkeering geschiedt aan de kerkelijke gem. Ellekom. Bl. 381. Het wapen van DOESBORGH bestaat in eenen burg, met twee ronde torens, vergezeld in het hoofd (chef) van twee halve manen, met de openingen naar den burg gekeerd.

DOESBORGH-EN-ZEVENAAR bestaat uit 10 gem., zijnde de gem. Westervoort in het Wbk. overgeslagen.

DOESON, riv. in Oost-Indië, in het eil. Borneo, welke hoog in het binnenland ontspringt en, met eenen zuidelijken loop, zich in de Bandjarmasing ontlast.

DOES-POLDER (DE), pold. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. Leyden, kant. en gem. Woubrugge; palende N. W. aan de Does O. aan den Voorafsche-polder, Z. aan den Honsdijksche-polder, Z. W. aan den Does-polder, onder Leyderdorp, W. aan den Achthovenschepolder. Deze pold., welke behoorlijk bekaad is, beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 98 bund. 60 v. r. 44 v. ell., waaronder 89 bund. 79 v. r. 44 v. ell. schotbaar land; telt 4 h., waaronder 3 boerderijen, en wordt door eenen watermolen, op de Doeswatering, van het overtollige water ontlast. Het land ligt 1,79 cll. onder A. P. Het polderbestuur bestaat uit twee Polder

meesters.

DOES-POLDER, pold. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. en kant. Leyden, gem. Leyderdorp; palende N. W. aan de Docs, N. O. aan den Does-polder, onder Woubrugge, Z. O. aan den Achthovensche-polder, Z. W, aan den Rijn. Deze pold. watert uit door eenen molen op de Does.

* DOESRUST bestaat niet meer. Het huis en verdere getimmerten zijn voor ongeveer vijftien jaren afgebroken en de grond gedeeltelijk in andere handen overgegaan.

DOETELAAR of DOETELER, naam, bij de landlieden in gebruik voor het geh. OP-OETELAAR, prov. Noord-Braband. Zie OETELAAR (Or-). W. DOETIL, brug in Hunsingo, prov. Groningen, gem. en 40 min. W. van Stedum, over de West-Wijtwerder-maar.

* DOETINCHEM, gem., telt 500 R. K. Bl. 384. Behalve de in het Wbk. opgegevene fabrijken, heeft men er nog eene fabrijk van harde zeep en eene fabrijk van chemicaliën. Bl. 389. De Vice-Admiraal en Pair van Frankrijk, KAREL HENDRIK Graaf VER HUELL, † 25 October 1845. DOETINCHEM is mede de geboorteplaats van den Schilder JOHANNES DE BOEKHORST, geb. in 1661, † in 1724.