Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

ren,

De kerk, welke vóór de Reformatie aan de H. H. AGATBA en ADRIANUS was toegewijd, was destijds veel grooter dan later; doch daar zij door den oorlog, tijdens de Spaansche beroerten, veel geleden had, werd een gedeelte op kosten van 's Lands Staten, weder onder dak gebragt; tot het oefenen van de Godsdienst bekwaam gemaakt, en met eenen spitsen toren voorzien. In de voorgaande eeuw werd deze kerk, op kosten van den toenmaligen Ambachtsheer aanmerkelijk, verbeterd, door het versterken der muren, het maken der vensters en vloehet vernieuwen van den predikstoel, benevens de zitbanken voor die van de Regering en den kerkeraad. Aan den muur van de landzijde was ook eene kapel gebouwd met eenen graf kelder voor de Heeren van ZANDVOORT. Deze kapel had haren ingang in de kerk en de be graafplaats, welke door een hek omringd werd, pronkte met kostelijke sieraden van keurig en net uitgewerkt marmer. Deze grafstede was, in het jaar 1728, gesticht door den toenmaligen Ambachtsheer PAULUS LOOT, ор wiens naam vermoedelijk zinspeelt de lootsman, die boven den boog uit marmer gebouwen, met een lood in de hand, zat. Regts en links van den predikstoel las men twee merkwaardige grafschriften; het eerste van dezen inhoud:

D. M. S.

VIA GENERE ET VIRTUTE NOBILISSIMUS.

MATTHAEUS DE LA CAVE.

Trierarchus, qui cum viginti duabus negotiantium ex Brittanió nostros ad portus contendentibus praesidio fuisset, fugatis quinque myoporantibus Gallicis, in conspectu orae nostrae, subito turbine nave illius eversa et procellis hausta cum Militibus et classiariis periit. D.X Joun MDCXCIV Diebus aliquot post Cadaver ejus ad littus ́ Sandfurtense adpulsum necessarii tumulandum curarunt.

(d. i. Aan de schim van wijlen den Kapitein ter zee MATTHEUS DE LA CAVE, Bevelhebber van een fregat, is dit toegewijd. Een man door afkomst en deugd zeer aanzienlijk, die, toen hij twee en twintig koopvaardijschepen uit Engeland ter bescherming had gestrekt, en vijf Fransche kapers op de vlugt gejaagd had, in het gezigt van onze kust, als zijn schip door een plotseling opgekomen dwarlwind omgeworpen en door stormen vergaan was, met matrozen en soldaten is omgekomen, deu 10 Julij 1694. Zijne aanverwanten hebben zijn lijk, dat eenige dagen daarna aan het strand van ZANDVOORT, is komen aandrijven hier laten begraven.)

Het andere grafschrift luidde aldus :

HIER LIGT BEGRAVEN DE VROUWE Johanna MargareTHA CORBET, DOCHTER VAN DEN BEER KOLONEL WALTER CORBET, EN VAN VROUWE MARIA MAGDAlena Halkett, EN HUISVROUW VAN DEN HEER KApitein Charles Halkett, VERONGELUKT TUSSCHEN NOORDWIJK EN ZANDVOORT, KOMENDE UIT SCHOTLAND, EN HAAR DOOD LIGCHAAN HIER AAN STRAND KOMEN DRIJVEN, OP DEN 22 SEPTEMBER 1720.

Deze kerk, in bet jaar 1848 afgebroken zijnde, is door eene veel grootere, overeenkomstig de behoefte der gemeente, vervangen, die door keurige netheid en eenvoudigheid uitmunt. De toren alleen is blijven staan. Tot den opbouw van deze kerk, waaraan de cerstc steen is gelegd den 29 April 1848, door Ds. C. SWALUE, gelijk in de noordzijde staat uitgehouwen, en waarin de eerste godsdienstoefening den 1 Julij van dit jaar (1849) gehouden is, schonk de Heer ARENT ELIZA SANTHAGENS eene som van 8000 guld., terwijl ook vele anderen milde bijdragen gaven. Weldra wordt er een nieuw orgel in

geplaatst, waartoe genoemde Heer eene som van 4500 guld. gegeven heeft.

De R. K. kerk, aan den H. AGATHA toegewijd, is een steenen gebouw, zonder toren of orgel, waarin de dienst eens in de week door den Kapellaan van Overveen verrigt wordt.

Het Gemeentehuis is een ruim steenen gebouw.

Ook is hier een Gasthuis, vermoedelijk in 1583, door GERAIT WILLEMS en AELTGENS WILLEMS, zijne huisvrouw, gesticht, waarin twaalf oude mannen en vrouwen, voor niet wonen en de vrije kost hebben. In den gevel van de dorpschool, welke gemiddeld door 150 leerlingen bezocht wordt, staat het jaartal 1565 in eenen steen, waarop den toom van een paard staat uitgehouwen, omdat de schoolmeester van dit dorp tevens smid was. Daar het wapen van Zandvoort in dat gebouw op het kozijn van een der deuren gevonden wordt, is het zeker van ouds van een meer of min openbaar gebruik geweest. De in 1845 opgerigte bewaarschool wordt door 70 leerlingen bezocht. In den gevel prijkt zij met eenen steen, waarop uitgehouwen is:

OPGERIGT UIT LIEFDEGIFTEN.

Men heeft hier een prachtig, in 1826 gesticht, Badhuis, welks aanleg, verdeeling, bad-, slaap- en eetkamers niets te wenschen overlaten; de bediening is er uitmuntend, en hetgeen men er gebruikt wordt volgens een bepaald tarief berekend; terwijl er nog een tweede uitmuntend logement bestaat, het Kleine Badhuis geheelen, waarbij ook bad koetsen behooren.

Op het strand heeft men eenen lamplichttoren, op acht Engelsche zeemijlen zigtbaar en alleen brandende, indien de visschers vaartuigen in zee zijn.

Tusschen dit dorp en Groot-Bentveld is de renbaan van de Societeit tot verbetering van het paardenras, waarop jaarlijks, in de maand September, de wedrennen plaats hebben.

De kermis valt in op den eersten Pinksterdag.

[ocr errors]

In dit dorp is, den 5 Mei 1789, geboren de door het geheele Vaderland bekende dwerg SIMON JANE PAAP, wiens lengte op eenen pilaar, in de Grootekerk te Haarlem, staat aangeduid, bedragende 761 Ned. duimen. Na een zwervend leven geleid te hebben daar hij zich niet alleen op onderscheidene plaatsen van ons Vaderland, maar ook in andere naburige landen, zoo als in Duitschland, Frankrijk en Enis hij den 2 Degeland en aan vele Hoven voor geld liet zien cember 1828, te Dendermonde overleden. Zijn lijk is van daar naar ZANDVOORT Overgebragt, en in de dorpskerk bijgezet geworden, waaruit gelijk men verhaalt is weggeroofd.

het echter later

[ocr errors]

met

In het jaar 1308, toen GwIJE of GUIDO, Graaf van Vlaanderen, zamenspannende met de Utrechtsche muitelingen, gereed stond om, dien Graaf, GUIDO VAN AVESNES, den twee en veertigste Bisschop van af te zetUtrecht, die in den slag van Duiveland gevangen was, ten, en die van Haarlem reeds in onderhandeling met de Vlamingen stonden, en bijna gereed waren, on hunne zijde te kiezen, landde Heer WITTE VAN HAAMSTEDE, Ridder, bastaardzoon van FLORIS V, Graaf van Holland, zeer onverwacht te ZANDVOORT met een schip aan, maakte die van Haarlem zijne komst bekend, en werd door hen met blijdschap ontvangen en ingehaald.

In het jaar 1489 werden de kerk en het dorp van ZANDVOORT door het krijgsvolk van den Hertog van Saksen geplunderd, om het Kaasen Broodvolk te tuchtigen..

Dit dorp heeft, even als de meeste zeedorpen, van tijd tot tijd veel geleden van watervloeden. Onder anderen bij den bekenden AllerhciLigenvloed van 1570.

Diergelijke ramp wedervoer de plaats op den vierden en vijfden Maart 1671, wanneer, bij volle maan en hoogen springvloed, het water der Noordzee met zulk eenen geweldigen aandrang de stranden perste, dat vele duinen daardoor bezweken, en onderscheidene huizen omver spoelden. Geene mindere schade leed ZANDVOORT, om van andere voorvallen niet te spreken, bij den geweldigen storm van het jaar 1682. Door de helmbeplanting zijn sedert de duinen meer bevestigd en voor de verstuiving bewaard.

Op den 21 Mei 1792 vertoonde zich, aan het zeestrand van ZANDVOORT, een ontzettend verschijnsel, bij menschengeheugen niet gezien. Op het onverwachtst en binnen weinige oogenblikken rees het water dermate, dat het zoo hoog aan de duinen stond, als bij de zwaarste stormen in het wintersaizoen; het daalde echter even spoedig. Gelukkig bevond er zich slechts een man op het, onverwacht met water overdekte, strand, die met moeite den aanstroomenden vloed ontkwam. Te meer bevreemdend was dit verschijnsel, daar deze zoo snelle als sterke waterbeweging zich niet ver op den Oceaan scheen uitgestrekt te hebben. Eenige visschers hadden daarvan op zee niets bespeurd. Alles bleef raadselachtig. Sommigen gisten, dat men dit plaatselijk spoedig rijzen en dalen des zeewaters, moest toeschrijven aan de werking van eene hoos, of eenige andere dergelijke beweging in den dampkring. Deze gissing werd kort daarna bewaarheid. Drie stuurlieden van visscherspinken, zich te dien tijde op zee bevindende, zagen omtrent het uur, dat dit verschijnsel plaats greep, eeu groot aantal hoozen, die dwars over hunne schuiten liepen. De lucht was op dien dag zwaar en bedekt, de wind sterk, de dampkring broeijende. Deze opzetting des waters strekte zich meer noord- dan zuidwaarts uit. Bij het zeedorp Petten werden de rollen en planken, die de pinkjes op en van het strand halen, mede gesleept. Zuidwaarts ging die hoogte des waters niet veel verder dan ontrent een vierde uur gaans van ZANDVOORT.

Onderscheidene malen zijn op het strand bij dit dorp walvisschen en cachelotten aangespoeld, zoo strandde, aldaar in het jaar 1479, een walvisch, die, bij meting, ruim vier en twintig voeten (7,53 ell.), en in het jaar 1502 een andere, welke meer dan vijftig voeten (15,69 ell.) lang werd bevonden. Van een derde walvisch, op den 4 Januarij des jaars 1629, tusschen ZANDVOORT en het naburig Noordwijk gestrand, heeft men eene afbeelding vervaardigd, met het volgende bijschrift: Wanneer ons 't vierde licht van 't nieuwe jaar quam groeten In hier dees wallevisch lang drie en zestig voeten Naar Noortwijk op de zee naar Zantfoort weggestrand, God wende 't quaet van ons en 't lieve Vaderland.

In het jaar 1762 spoelde er weder een cachelotvisch en in 1791 nog een vinvisch aan.

In het jaar 1803 was dit d. getuigen van een zeer stoutmoedig bestaan. Als namelijk de Engelschen dit d. beschoten en daardoor *een visscherspink in brand geraakte, zwom zekere MATTHIJS MOLENAAR naar het brandende pinkje, hetwelk hij onder het geschut van den vijand bluschte.

Het wapen van deze gem. bestaat uit een veld van goud, met drie kruislings over elkander liggende haringen van zilver.

[ocr errors]

ZANDVOORT, voorm. heerl. op het eil. Walcheren, prov. Zeeland, arr. en kant. Middelburg, gem. Grijpskerke-Poppendamme-Buttinge-Zandvoort-en-Hoogelande; palende N. aan Buttinge, O. aan Middelburg, Z. aan Koudekerke, W. aan Hoogelande.

Deze heerl. is reeds sedert onhengelijke jaren met die van Buttinge vereenigd geweest, zoodat men thans daarvan de grootte niet juist meer weet op te geven. Volgens sommigen zou hier vroeger een dorp van denzelfden naam bestaan hebben; thans telt men er nog slechts 8 b. en 50 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.

Van ouds stond hier eene kerk of klooster, dat de Ridders van de Duitsche orde te Middelburg, in het jaar 1249, hadden doen bouwen, waartoe zekere NIKOLAAS VAN POTTEN en zijne huisvrouw ter dezer plaatse hun erf geschonken hadden. Maar als in vervolg van tijd FLORIS V, Graaf van Holland, benevens onderscheidene vermogende lieden, veic goederen, vrijdommen en waardigheden aan de Duitsche orde vereerden en dat zelfs, in het jaar 1284, de parochiekerk van St. Pieter binnen Middelburg door den voornoemden Graaf gegeven was, heeft de Kommandeur der orde, Heer HERBERN VAN DRONGEN, dat klooster, met de kerk, doen afbreken, en eene kapel, benevens een fraai huis, binnen Middelburg laten bouwen, terwijl hij het regt bekwam, om, wanneer de Graaf, of zijn zoon te Middelburg ter hooger vierschaar zat, hij aan zijne linkerzijde mogt zitten, gelijk de Abt van Middelburg de regterzijde bekleedde.

Het wapen dezer heerl. bestond uit een veld van sabel, met cenen keper van zilver, vergezeld van drie rozen van zilver, het hart van goud. ZANDVOORT, b. in Eemland, prov. Utrecht, arr., kant. en 2 u. N. N. W. van Amersfoort, gem. en u. W. van Baarn, § u. Z. W. van Eembrugge; met 12 h. en 150 inw.

In deze b. staat de kerk van de stat. Baarn-en-Zandvoort, welke aan den H. NICOLAAS is toegewijd. Het is een oud gebouw, met eenen kleinen toren, van een orgel en één altaar voorzien.

ZANDVOORT, d., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Wymbritseradeel. Zie SANDFIRDE.

ZANDVOORT, buit. in het Gooregt, prov. Groningen, arr., kant. en 20 min. Z. van Groningen, gem. en u. N. O. van Haren, I u. van Helpman, aan den grindweg en het trekdiep naar Winschoten.

Dit buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte van 2 bund. 15 v. r. 92 v. ell., wordt in eigendom bezeten en bewoond door Mevrouw MARIA CORNELIA STAR LICHTENVOORT, weduwe van den Heer J. HERMAN NAUTA.

ZANDVOORT, geb. in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe, arr., judic. en adm. kant. en 3 u. O. van Assen, gem. en 1 u. 0. van Gieten; met 7 h. en 40 inw.

ZANDWAARD (DE), uiterwaard in de Vijf-Heerenlanden, Landvan-Vianen, prov. Zuid-Holland, arr. Gorinchem, kant. en gem. Vianen; palende N. aan Middelwaard, O. aan Doornwaard, Z. aan de grens van Leksmond, W. aan de Lek.

ZANDWEG, geh. op de Over-Veluwe, prov. Gelderland, distr. Veluwe, arr. en 12 u. N. ten W. van Arnhem, kant. en 1 u. N. O. van Elburg, gem. en 1 u. 0. van Doornspijk, 1 u. Z. van Oosterwolde, waartoe het kerkelijk behoort. De in 1845 nieuw gebouwde kerk van Oosterwolde staat in dit geh.

ZANDWEGSCHE-BOSCH (HET), bosch in het rijk van Nijmegen, prov. Gelderland, gem. Groesbeek, cene oppervlakte beslaande van 92 bund. 22 v. r. 20 v. ell. Er groeit daarin meest eiken hakhout.

ZANDWERVEN oudtijds SANDTWERVE, geh. in de Vier-NoorderKoggen, prov. Noord-Holland, arr. en 2 u. Z. O. van Hoorn, kant. en 3 u. N. O. van Medemblik, gem. en Z. van Spanbroek.

In het midden van eene uitgestrekte vecnstreek vindt men hier eene zandstreek, van grof bruin zand, waarvan door de eigenaars vrij wat uitgevoerd wordt naar de omliggende dorpen, die zand noodig hebben en te ver van de duinen wonen, ofschoon het duinzand anders fijner en witter is.

ZANDWERVERSBRAAK (DE), water in Waterland, prov. NoordHolland. Zie PLOMPERSMEERTJE (HET).

ZANDWETERING (DE), ook de SANTWETERING gespeld, beek of waterleiding in Zalland, prov. Overijssel, welke onder de gem. Diepenveen, in de buurs. Linden, begint. Zij doorloopt deze, alsmede die van Wechele, Borgel, Tjoene, Rande, en zich vervolgens noordwaarts wendende, genoegzaam evenwijdig aan den IJssel, de gem. Olst en Wyhe, tot in Zwollerkerspel, alwaar zij zich één uur Z. Ŏ. van Zwolle in de Soestwetering ontlast.

ZANDWIJK, voorm. afzonderlijke heerl. in het Land-van-Altena, prov. Noord-Braband, Tweede distr., arr. 's Hertogenbosch, kant. Heusden, gem. Almkerk-en-Uitwijk; palende N. W. aan de Bannevan-Uppel, N. O. en O. aan de Banne-van-Uitwijk, Z. aan Almkerk, W. aan de Banne-van-Doorn.

Deze voorm. hcerl., welke reeds sedert onheugelijke jaren, met die van Almkerk vereenigd is, bevat niets dan den Zandwijksche polder en daarin het geh. Zand wijk; beslaat, volgens het kadaseene oppervlakte van 161 bund. 26 v. r. 34 v. ell. De inw. vinden meest in den landbouw hun bestaan.

ter

[ocr errors]

De Herv., die er zijn, behooren tot de gem. van Almkerk-en-Emmikhoven. De R. K., welke er wonen parochiëren te Woudrichem. Men heeft in deze beerl. geen school, maar de kinderen genieten onderwijs te Almkerk.

Deze heerl. wordt, even als Almkerk, in eigendom bezeten door den Heer A. N. J. HANEDOES, te Woudrichem.

Het geh. ZANDWIJK, oudtijds SANDWIJK, door de landlieden meestal ZAAUWIK gebeeten, ligt 5 u. W. ten N. van 's Hertogenbosch, 2 u. W. ten N. van Heusden, u. N. van Almkerk.

Het wapen dezer heerl. bestond uit een veld van azur, met eenen zandlooper, met eenen nachtvlerk van sabel en eenen dagvlerk van zilver.

ZANDWIJK, in oude brieven SANCTUS VICUS (Heiligewijk) geheeten, voorm. dorp, thans eene b., prov. Gelderland, arr., kant. en gem. Tiel, beginnende in de stad Tiel en strekkende tot over de Linge.

Het is eene wijk of buitenbuurt der stad Tiel, ten N. buiten de Zandwijksche poort, terwijl het gedeelte binnen de stad nog de Voorstad genoemd wordt. Het grenst aan Echteld, Ommeren, Maurik en Zoelen; en bevat, buiten de stad, eene oppervlakte van 746 bund. 56 v. r. 57 v. ell.; doch waarvan die, welke gelegen zijn tusschen de stad en de eerste wetering (hetgeen genoemd wordt Binnenbooms), in de lasten van den polder niet mede betalen. Men telt er 169 h. en 1010 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.

Vroeger hadden Burgemeesters van ZANDWIJK getracht, het beheer vau dien polder aan zich te trekken; doch in 1566 verzetten de Geërfden zich daartegen, en verklaarden, bij eene acte, dat de Burgemeesters, die vroeger treffelijke Geërfden waren, zich de administratie over

« VorigeDoorgaan »