Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

9

Het tegenwoordige dorp ZAANSLAG is meermalen door brand geteisterd. Zoo werden, den 29 Junij 1714, 16 huizen en eenige schuurtjes, of nagenoeg cene geheele achterstraat, in drie uren tijds, aan kolen gelegd. Den 6 October 1754, op Zondag onder kerktijd, brandeene korenschuur af in de Neuzensche straat. den drie huizen en Den 28 Augustus 1784 werd eene wagenmakerij door brand geheel vernield en juist 55 jaren later, den 28 Augustus 1839, trof haar dit zelfde lot, terwijl ook nog meermalen, zoo door onvoorzigtigheid, ор hofsteden als door het onweder, meer of min geladene korenschuren in deze gem. eene prooi der vlammen geworden zijn.

Het wapen van ZAAMSLAG bestaat in een schild van zilver, met zes gekruiste waversspoelen van goud.

ZAAMSLAG (WEST), voorm. pold. in Staats Vlaanderen, in Axeler-Ambacht, prov. Zeeland, in het voorm. eil. Zaamslag. Deze pold. is, even als het geheele eil., in het laatst der zestiende eeuw ondergevloeid; wel werd in 1610 octrooi verleend tot het beverschen van dezen en andere polders, doch er kwam niets van, vóór dat in 1648 de vrede gesloten en den 12 December van dat jaar van nieuws octrooi verleend was. Toen werd nogthans ter naauwernood de helft van WEST-ZAANSLAG herdijkt en dit maakt een gedeelte van den tegenwoordigen ZAAMSLAG-POLDER uit.

ZAAMSLAG-POLDER (DE), pold. in Staats-Vlaanderen, in Axeler-Ambacht, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. Axel, distr. Hulst, gem. Zaamslag; palende N. aan den Kreeke-polder, den Margarethapolder, en den nieuw-Othene-polder, W. aan den nieuw-Eglantierpolder, den Spark-polder, den Triniteit-polder, den Zuid-polder, den Kats-polder, en den Serlippens-polder, Z. aan den oud-Eglantier-polder den Visschers-polder, den Cappelle-polder, en den pold. BeoostenBlij-benoorden en O. aan den Groote-Huyssons-polder, aan den Aanen-Genderdijke-polder, aan den Catharina-polder en aan de nog drijvende Schorren van het Hellegat.

Oorspronkelijk maakte het meerendeel der grouden van dezen polder een afzonderlijk eiland uit (zie het art. ZAANSLAG eil.).

[ocr errors]

De ZAANSLAG-POLDER heeft eene kadastrale uitgestrektheid van 1769 bund. 16 v. r. 10 v. ell. en eene schotbare grootte van 1130 bund. 24 v. r. 56 v. ell. Hij bevat, behalve het dorp Zaamslag, het gehucht Othene of Noten, de b. het Zaamslagsche-veer, gedeelte van het geh. bet Spui alsmede van de buurt Reuzenhock, mitsgaders 30 boerenhofsteden en 35 bijzondere woningen.

een

Deze pold. watert uit, door de Othensche kreek, op het nieuw Oostelijke Štroomkanaal tot afvoer van de Belgische en andere polder-wateren en het bestuur is in handen van eenen Dijkgraaf, twee Gezworenen en eenen Ontvanger-Griffier.

[ocr errors]

ZAAMSLAGSCHE-VEER (HET), b. in Staats-Vlaanderen, in Axeler-Ambacht, prov. Zeeland, arr. en 6 u. Z. van Goes, kant. en 1 u. N. N. Ò. van Axel, distr. en ruim 2 u. N. W. van Hulst gem, en bijna u. O. van Zaamslag.

[ocr errors]

Deze b. bevat 28 h., welke meerendeels op en overigens onder den Oostelijken dijk van den Zaamslag-polder gebouwd zijn, bewoond door 150 zielen. Vroeger bestond hier gelegenheid, om over het Hellegat overgezet te worden op Stoppeldijk, in het Land-van-Hulst, en voeren van deze buurt onderscheidene marktschuiten op Holland, doch sedert het opslijken van het vaarwater, en vooral, na de bedijking van een gedeelte van het Hellegat, onder den naam

van

Catharina-polder, in dep winter van 1845-1846, is de vaart hier geheel vervallen, zoodat de gem. Zaamslag nu geene andere gemeenschap te water heeft dan aan de b. de Poonhaven (zie dat art.), een half uur benoorden het Zaamslagsche-veer, aan het Hellegat gelegen. ZAAN (DE), riv. in Kennemerland, prov. Noord-Holland, die, even benoorden Knollendam hare wateren uit de Spijkerboor en Marktsloot ontvangt en, in eene kronkelende zuidelijke rigting, langs de dorpen Knollendam, Wormerveer, Zaandijk, Koog en Westzaan naar de stad Zaandam vloeit, waar zij zich door drie sluizen in de Voorzaan en eindelijk in het IJ ontlast.

Er zijn er die meenen dat men den naam dezer rivier moet afleiden van zand: als zijnde de namen der plaatsen aan dezen stroom gelegen oudtijds niet Zanen, Oostzanen en Westzanen, maar Zaanden Oostzaanden en Westzaanden geschreven; zij vragen wat onderscheid is er tusschen Zaande en Zande? Te meer, daar de huislieden op sommige plaatsen, daar men wat op zijn boers, of oud Hollandsch spreekt, nog tegenwoordig zeggen, zaant of zaint en haant of haint, in plaats van zand en hand. Men heeft hier omtrent ook het oud Hollandsch stopwoordje saan, in de beteekenis van snel of terstond, in bedenken genomen, als betrekking hebbende op den snellen vloed van dezen stroom in voorgaanden tijd. Maar niets schijnt aannemelijker, dan dat deze stroom zijnen naam ontving van een nageregt, dat men zaan noemde, en van room gemaakt, als eeno lekkernij van die landstreek, aan vrienden en vreemden gewoon was voor te zetten, zijnde alle de landerijen langs de Zaan van ouds zeer vee- en daardoor melkrijk.

Dan even als men verschilt over den naamsoorsprong van dezen stroom, even zoo is men het ook oneens over de plaats, van waar men zijnen oorsprong moet zoeken. Men vindt er, die willen, dat zij een tak van den Rijn was, die bij Oostrum, of het kasteel Roomburg, uit den Rijn uitvloeide, langs de heerlijkheid Alkemade, tot voorbij het oude dorp Sassenheim, Lisse, Hillegom, Heemstede, door het Nieuwerkerkerland, en voorts naar Polanen, van daar langs het oude dorp Zaanden en het Wormerland, tot aan de heerlijkheid de Schermer, en, tusschen de vroonlanden doorgegaan zijnde, als bij Zanegeest bevochtigd had, bij Petten in de zee stortte; zoo dat de schepen, langs deze uitwatering, tot in den Rijn, en van daar tot aan de zee varen konden, om hunnen handel to drijven. Dan dit alles steunt op losse gissingen, en eenige verhalen en overleveringen, die men daartoe bijbrengt, als, onder anderen, dat de Noormannen, door dezen mond des Rijns, in Kennemerland zouden gekomen zijn, nadat de Rijnmond bij Katwijk gestopt was. Dat WILFRIDUS en WILLIBRORDUS, als mede Sr. URSULA, met haar elf duizend maagden te dezer plaatse aangekomen zouden zijn. En hetgeen men het meeste doet wegen dat er benoorden Alkmaar nog eene streek lands gevonden wordt, die men Zanegeest noemt, waarschijnlijk, omdat er de ZAAN eertijds bij henen liep. Men doet waarschijnlijk best met de ZAAN oorspronkelijk te bepalen binnen de enge perken, die zij tegen woordig nog heeft, zijnde dus voortgekomen uit de duinen en meren omtrent Alkmaar, waarvan het overtollige water hierdoor uitgestort werd in het IJ. Later echter met de Kinheim zamengevloeid zijnde, kan zij daarmede bij Petten zich in Zee hebben gestort (1).

(1) Men zie verder hierover het art. Kinheim.

Aan den mond van de ZAAN, niet verre van het 13, lag van ouds het dorp Zaanden, dat aan het Oosten Oostzaanden, en aan het Westen Westzaanden had, waaruit vervolgens, Zaandam, Koog, Zaandijk, Wormerveer en West-Knollendam, langs de Zaan, zijn voortgekomen. De rivier heeft doorgaans eene wijdte van 30 tot 50 roeden, ofschoon er plaatsen in gevonden worden, daar zij maar 20 en 24 roeden wijd is, en dan weer andere daar de wijdte, zich tot 50 en zelfs 65 Hondsbossche roeden uitbreidt; zij strekt zich thans uit, van de bedijkte Starremeer, even benoorden Knollendam, tot aan het IJ, ter lengte van ruim 3200 Rijnlandsche roeden (12,053 ell.) zonder de menigvuldige bogten, die er in zijn, te rekenen.

ZAAN (DE) of HET ZAAN, naam, welken men in het begin der zestiende eeuw gaf aan de b., waaruit later het d. WORMERVEER, in het balj. van Blois, prov. Noord-Holland, is voortgekomen. Zie WORMERVEER. ZAAN (DE ACHTER-), water, prov. Noord-Holland. Zie het volgende art.

ZAAN (DE BINNEN-) of DE ACHTER-ZAAN, water, prov. Noord-Holland. Het is dat gedeelte van de riv. de Zaan, prov. Noord-Holland, hetwelk van haren oorspong naar de stad Zaandam loopt.

ZAAN (DE BUITEN-) of DE VOOR-ZAAN, water, prov. Noord-Holland. Het is dat gedeelte van de riv. de Zaan, hetwelk van Zaandam naar het IJ loopt.

ZAAN (OOST-) d., in Kennemerland, prov. Noord-Holland. Zie Oostzaan.

ZAAN (DE VOOR-), water, prov. Noord-Holland. Zie BUITENZAAN (DE).

ZAAN (WEST-), d. in het balj. van Blois, prov. Noord-Holland. Zie WESTZAAN.

ZAANDAM, kant., prov. Noord-Holland, arr. Haarlem, palende W. on N. aan het kant. Beverwijk, O. aan het kant. Purmerende 2. aan het IJ.

Dit kant. bestaat uit de 6 volgende gem.: Zaandam, Koog-aan-deZaan, Wormerveer, Oostzaan, Westzaan en Zaandijk. Het beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 5992 bund. 80 v. r. 45 v. ell., waaronder 5755 bund. 29 v. r. 92 v. ell., belastbaar land; telt 2969 h., bewoond door 4607 huisgez., uitmakende eene bevolking van 21,700 inw., die meest in het fabriekwezen hun bestaan vinden, tellende men er 1 leerlooijerij, 2 lijnbanen, 9 stijfselmakerijen, 1 lijmfabriek, 2 oliedikkokerijen, 3 patentoliefabrijken, 1 scheepsbeschuitbakkerij, 1 boekdrukkerij, 1 metaalgieterij, 1 blaauwselmakerij, 2 smeersmelterijen en 2 harenmakerijen, zijnde fabrijken, om de zakken ten dienste van de olieslagerij, met haar te beleggen; voorts 101 houtzaag-, 98 olie-, 21 papier-, 21 verf-, 1 loodwit-, 2 snuif-, 46 pel-, 4 slijp-, 1 tras-, 1 cement-, 3 schulp-, 1 schulpzand-, 1 mosterd-, 1 chocolade- en 7 koornmolens.

[ocr errors]

ZAANDAM, kerk. ring., prov. Noord-Holland, klass. van Haarlem; bevattende de volgende 15 gem.: Assendelft, Jisp, Knollendam-en-Marken-Binnen, Koog-aan-de-Zaan, Krommenie, Krommeniedijk, Oostzaan, Oostzaandam, Westzaan, Westzaandam, Wormer, Wormerveer, en Zaandijk. Men heeft er 13 kerken, waarin de dienst gedaan wordt door veertien Predikanten, en telt er 25,500 zielen, onder welke 7200 Ledematen. ZAANDAM, gen., gedeeltelijk in het balj. van Blois, gedeeltelijk in Kennemerland, prov. Noord-Holland, arr. Haarlem, kant. Zaandam

(9 m. k.. 7 8. d.); palende N. aan de gem. Koog aau de-Zaan Wormer, O. aan Oostzaan, Z. aan het IJ, W. aan Westzaan.

en

Deze gem. bevat de st. ZAANDAM, bet d. het Kalf, benevens de eilandjes de Hoorn en de Waard; beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1983 bund. 27 v. r. 6 v. ell., waaronder 1835 bund. 39 v. r. 21 v. ell. belastbaar land, en telt 1562 h., bewoond door 2408 huisgez., uitmakende cene bevolking van 11,200 inw., die hoofdzakelijk hun bestaan vinden in eenen uitgebreiden handel in hout en in onderscheidene molens en fabrijken.

Ten dienste van den graan- en zaadhandel heeft men er vele pakhuizen. Veel gerst wordt er gebroken op 31 pelmolens, nog meer zijn de oliezaden, die er gebroken worden door 60 oliemolens. De houthandel in het groot en klein is hier van eene wijde uitgestrektheid, zoo voor den scheepsbouw, als om 82 zaagmolens aan den gang te houden. Voorts zijn er 9 verfhout-, 1 wit papier-, 2 snuif-, 1 mosterd en 3 korenmolens; verders 2 lijnbanen, 5 stijfselfabrieken, 1 lijmfabriek, 1 oliedikkokerij, 2 patentoliefabrieken, 1 scheepsbeschuitbakkerij, 1 metaalgieterij, 1 harenmakerij en 1 boekdrukkerij. De zeevaart was hier vroeger in haar vollen bloei. Behalve de schepen, die van hier, naar Oost, West, Zuid en Noord, ter koopvaardij werden uitgerust, zonden de ingezetenen jaarlijks een goed aantal schepen ter visscherij naar Groenland en de Straat Davis. Vele andere werden er ten dien einde en ter koopvaardij door de timmerlieden aan ingezetenen van andere plaatsen vervragt. Thans behooren hier slechts 4 zeeschepen thuis.

Ook vond men er vroeger onderscheidene scheepstimmerwerven, doch thans is deze tak van nijverheid van hier naar elders verplaatst ; zoodat men er nog wel elf zoogenaamde hellingen tot het maken van kleine vaartuigen, maar geene eigenlijke scheepstimmerwerven meer vindt.

De scheepsbouw verschafte hier ook werk aan eenige lijnbanen en de uitrustingen ter zee leverden hier altoos bezigheid en gewoel, voornaamlijk in het voor- en najaar, dewijl hier vele schepen van elders voor Groenland en Straat-Davis werden opgelegd, die in het voorjaar weder in gereedheid werden gebragt, en in het najaar hunne ladingen aanvoerden om het spek tot traan te kooken en de walvischbaarden van de onreinheden te zuiveren.

De Hervormden die er 6700 in getal zijn, onder welke ongeveer 2800 Ledematen, maken de gem, van Oostzaandam en Westzaandam nit, welke in deze burgerl. gem, ieder eene kerk hebben.

De Doopsgez. van welke men er 1130 telt, onder welke 760 Ledematen, maken de gem. van Westzaandam en Oostzaandam uit, welke mede ieder eene kerk in deze burgerl. gem. hebben, en door drie Predikanten bediend worden.

De Evangel. Luth., die er zijn, maken met die uit de gem. Koog-aan-de-Zaan, Wormerveer, Oostzaan, Westzaan en Zaandijk cene gem. uit, welke ruim 1000 zielen en onder deze 600 Ledematen telt. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest JOHANNES VAN BUHREN, die den 27 Julij 1642 aldaar beroepen werd, zijn H. dienstwerk aanving tevens met inwijding van het bedehuis. Onder de in deze gem. gestaan hebbende Predikanten vinden wij vermeld: MICHIEL FREDRIK TATINGHOFF, Phil. et Med. Doctor, en schrijver van eenige Godgeleerde werken, die den 25 November 1659 beroepen werd en den 16 Julij 1673 overleed en JOHANNES COLBRUS (KÖHLER), van 1704-1720, die mede vele schriften

heeft nagelaten en ook de Nederlandsche hier handteerde. geschiedt door de Mansledematen.

Het beroep

De R. K., van welke men er ruim 1700 telt, maken gedeeltelijk de stat. van ZAANDAM uit, welke tot het aartspriesters. van Holland en Zeeland, dek. van Amstelland behoort, door eenen Pastoor bediend wordt, 780 Communikanten telt, en parochiëren gedeeltelijk aan het Kalf. Zie dat woord.

De R. K. van de Oude-Clerezy, die er wonen, maken eene stat. uit, welke door eenen Pastoor bediend wordt.

De Isr., die er 140 in getal zijn, maken, met die van Koog-aande-Zaan en Zaandijk, eene ringsynagoge uit, waartoe ongeveer 160 zielen behooren, en waarin de dienst door eenen Voorlezer verrigt wordt.

Men heeft in deze gem. acht openbare scholen; waaronder twee ⚫ Stadsscholen, twee Stadsarmenscholen en twee Diaconiescholen. Voorts eene Bijzondere school van de Eerste klasse, ééne Bijzondere school van de Tweede klasse, één Instituut voor Jonge Heeren en één Instituut voor Aan ruim 1300 kinderen wordt onderwijs Jonge Jufvrouwen. gegeven. Bovendien is er nog eene Stads-teekenschool. De stad ZAANDAM, ook wel ZAANREDAM, ZANERDAM, ZAANDENDAM, DAM, ZARDAM of VOORDA■ VAN ZAANDEN, en in de wandeling veelal SaarDAM of SARDAM genoemd, ligt 5 u. N. O. van Haarlem, 2 u. N. W. van Amsterdam, 2 u. Z. W. van Purmerende, 4 a. Z. ten O. van Alkmaar en 24 u. O. ten Z. van Beverwijk, ter wederzijde van de Zaan, 52° 26' N. B. 22° 29′ 0. L.

ZAAR

Vroeger maakte het twee belangrijke dorpen uit, welke door de daarnaar Oost-Zaandam en Zaan van elkander gescheiden en West-Zaandam geheeten werden, doch in het jaar 1811 werden beide, vereenigd door Keizer NAPOLEON, tot eene stad verheven. OostZaandam en West-Zaandam worden door eenen dam in de Zaan aaneengehecht, naar welke zij te zamen den gemeenen naam van ZAANDAM Voeren.

Onzeker is het, wanneer deze dam in de Zaan gelegd werd, doch, in het jaar 1398, was hij reeds in wezen, zijnde daargesteld op kosten van onderscheidene dorpen, die hem nog onderhouden, en er keuren en schouw over hebben. Deze dorpen zijn Graft en Rijp, Zuid-Schar woude met Noord-Scharwoude en Oostmijzen, Uitgeest, Akersloot, Wormer, Ursen met Ouddorp en Oterleek en de pold. Halertsbroek. Zij maken, door afgezondenen, een gemeen Collegie uit en hebben tot hunnen Dijkgraaf beoosten de groote sluis den Burgemeester van Oostzaan en bewesten die sluis den Burgemeester van Westzaan. Van vroege tijden af waren er in dezen dam al twee houten sluisjes tot eene doorvaart en uitwatering van de Zaan; het oostelijkste, en naar alle waarschijn lijkheid het oudste, werd het Wormersluisje geheeten. Mogelijk werd er, in plaats van dit sluisje, een ander houten sluisje gemaakt door die van Oostzaan ter eener en die van Wormer, Jisp en Neck ter andere zijde. In later tijd is het in eene steenen sluis veranderd, die, in het jaar 1721, veel verbeterd en eenigermate wijder geHet westelijke maakt werd, en den naam van de kleine sluis draagt. oude sluisje werd, omtrent het jaar 1450, op de uitersche afscheiding van de Westzaner Banne gelegd, en door die van Westzaan, in het jaar 1544, overgedaan aan de Heeren van den Hondsbossche en Duinen van Petten, die er eene groote steenen overwelfde sluis maakten.

« VorigeDoorgaan »