Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[merged small][ocr errors]
[ocr errors]

Leonardine, ga heen! Laat men u niet herkennen! Al leven we sedert jaren in oneenigheid, de eer van mijn zuster gaat me nog steeds ter harte. Ik wil niet dat een paar dwaze jongens zich over u vermaken. Morgen kom ik bij u en dan verwacht ik inlichtingen."

„Die ook gij verplicht zijt mij te geven."

Maar ze stond op en trachtte vóór dat het publiek in de pauze naar buiten stroomde, den schouwburg te verlaten. Dien avond moest Keetje voor hare meesteres thee van lindebloesem gereed maken, want deze had nog nooit zulk een hevigen aanval van zenuwlijden gehad.

VI.

Helene was niet t'huis toen de heer Johan Meignan bij zijn zuster aanbelde, iets wat hij in geen vier jaren gedaan had.

Hun oneenigheid liep over geldzaken, een erfenis die zij hadden. moeten verdeelen, in één woord een kleinigheid, maar geen van beiden wilde toegeven. Er hadden heftige scènes plaats, toen volgde het gewone naspel, de eigenlijke twist was vergeten, maar geen van tweeën wilde het hoofd buigen.

Leonardine gevoelde zich de beleedigde partij en Johan verklaarde, dat hij geen zuster noodig had. Een samenloop van omstandigheden had het booze paar weer vereenigd en Johan meende zeker te zijn, dat alleen verlangen om niet in een belachelijk daglicht voor haar te verschijnen hem noopte haar een bezoek te brengen. Leonardine zat in de chaise-longue bleek en ontdaan, toen Keetje haar kwam zeggen dat een heer om een onderhoud verzocht.

Tegen haar verwachting zeide de juffrouw met zeer zwakke stem dat hij maar binnen moest komen.

Oom Johan trad met een hoog ernstig gelaat binnen; Leonardine bevochtigde haar zakdoek met eau-de-cologne, rook aan haar fleschje vlugzout, stond op, knikte ceremonieel haar eenigen broeder toe en wees hem toen zwijgend een plaats tegenover haar.

Oom Johan maakte zooveel omslag niet.

„'t Is een wonderlijke historie, Dine, heel wonderlijk. Ik zal jou alle mogelijke explicaties geven, maar op mijn beurt verwacht ik van je de volle waarheid. Heb je kennis aan deze brieven en dit portret." Hij haalde toen Helene's bekend handschrift en portret uit zijn portefeuille.

[ocr errors]
[ocr errors]

Dat is mijn pupil."

O zoo, geen wonder, dat ze weg wilde" dacht oom, maar hij hield zich gelukkig in.

[ocr errors]
[ocr errors]

En de heele zaak berust op een vergissing."

Natuurlijk, zoo heet het altijd! Heb jij uit pure moederlijke vriendschap dat rendez-vous aangenomen, of is het een grap van jelui beiden? Foei, schaam u, oud portret dat ge zijt, onbekende heeren...."

"Durft gij van schamen spreken! Gij, die niet praten moogt van uw grijze haren, alleen omdat ge er geen honderd meer hebt, wilt u afgeven met een meisje, dat gij aanziet als op advertentiën schrijvende, een kind, dat ge niet kent. Mijn doel was alleen om dien heer, in wien ik niet kon vermoeden mijn broer te herkennen, goed de waarheid te zeggen en die gelegenheid is mij nu geschonken." Denkt ge dan dat ik het zoo gaafweg aanneem, wat dat meisje me in haar laatsten brief op den mouw speldt? Gij hebt haar van mij afhandig willen maken en 't spijt je nu dat ik maar Johan ben en niet de onbekende steller van de advertentie."

[ocr errors]

Alle kleur, waarover juffrouw Leonardine nog te beschikken had, verfde hare wangen; zij wilde antwoorden, maar haar broer vervolgde in een adem:

Ook jij mag van geen grijze haren spreken, want daar zorgt je haarverf voor, maar dat rood op je droge wangen zegt genoeg, wat je plannen waren. En nu moet ik je pupil spreken, 't kost wat 't kost."

[ocr errors]

Dat zult ge niet; het arme kind vermoedt niets van de heele historie, die gisteravond is voorgevallen."

[ocr errors]

Is 't haar ernst met dezen brief, dien ik van morgen ontvangen heb?"

[ocr errors]

Laat me die correspondentie eens zien. Is dat de eerste brief? Maar Johan, lees dien toch over en zeg me of dat het antwoord is op een huwelijksadvertentie. Dat meisje bood zich immers blijkbaar aan als secondante."

Johan las en herlas! Nu werd het hem ook begrijpelijk en hij verwenschte meer dan ooit die geheele ellendige historie.

[ocr errors]
[ocr errors]

Leonardine" sprak hij ernstig 't is voor ons beider belang dat we over deze zaak het stilzwijgen bewaren. Ik heb me laten beetnemen, maar ook jou rol is alles behalve...."

Wat heb ik gedaan? Ik heb geen advertentie in de courant laten zetten, zelfs niet er op geschreven.

....

[ocr errors]

Juist was Johan bezig haar de zaak van het begin af aan te vertellen toen de deur geopend werd en Helene binnentrad.

Zij stond verbaasd stil, maar herkende onmiddellijk den ouden heer, dien zij van aanzien kende.

"

O, mijnheer Johan" sprak zij vroolijk, wat doet het me genoegen u hier te zien! Leonardine heeft me zooveel goeds van u verteld en wat zal ze nu blijde wezen."

Wanhopig fronste haar vriendin de wenkbrauwen, maar zij scheen het niet te zien.

[ocr errors]

Ge kent me niet; oom Johan, zal ik maar zeggen. Ik ben Helene, de dochter van uw vriend Akamp.

„Helene Akamp! Dat is een verrassing! Hoe gaat het t'huis met papa, mama en de zusjes ?"

O, heel goed, ik zal 't u later vertellen. Maar oom Johan blijft toch zeker op de koffie, niet waar Leonardine? Ik zal er voor zorgen." En zij wipte weg.

[ocr errors]

God....dank," en met dezen langgerekten kreet van verlichting viel Johan op de fauteuil terug, „ wat zou Akamp zeggen, als hij dit alles wist. Zijn dochter! 't Was te dol. Hoor eens Leonardine, we zijn nog wel kwaad, maar ik kan niet anders mijn tegenwoordigheid bij je uitleggen, dan als een vriendschapsbezoek. Neem het dan maar ook zoo aan, en pruil niet te sterk. Er is niets meer aan te doen; hang even als ik je kwaadheid maar op zolder. Juffrouw Helene zou je ook om inlichtingen kunnen vragen, die je niet gaarne zoudt geven! Wil je den kus van verzoening! Daar, en uw mondje dicht, hoor!"

Leonardine liet zich kussen, begon toen te schreien, werd nog wat sentimenteeler, viel haar broer, dien zij toch wel lief had om den hals en het maaltje dat nu volgde was een waar verzoeningsmaal.

's Middags ging men een toertje maken naar Scheveningen en nu eerst viel het Leonardine in, dat zij ook op Helene boos moest zijn.

Bedaard trachtte zij zich dit uit het hoofd te zetten. Op het terras kwam een jong mensch, die den heer Meignan als oom begroette, zich bij het gezelschap voegen. De vroolijkheid was algemeen en Helene schreef dien dag naar huis dat zij dol blijde was over de verzoening, maar er niet achter kon komen hoe deze tot stand was gebracht; dit wist ze echter dat zij zulk een prettigen middag nog niet in den Haag had gehad.

Aan haar lotgevallen met de advertentie dacht ze niet meer sinds zij het portret onder couvert had terugontvangen; een betrekking zoeken was niet meer noodig, want kort na de verzoening kwam oom Johan plechtig Helene's hand vragen voor zijn neef Daniel . . . . In een vertrouwelijk oogenblik bekende Daniel aan zijn bruidje de grap, die hij eens verzonnen had. Toen vertelde Helene haar geheim en zoo vermoedde ze dan eindelijk hoe oom Johan en zijn z uster weer goede vrienden waren geworden. Of het geheim echter goed bij hen bewaard is?

« VorigeDoorgaan »