Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

No. 2534.

Novelle.

DOOR

MELATI VAN JAVA.

I.

Twee dames zaten zich op een langen, regenachtigen Zondagmiddag te vervelen.

De straat, die toch anders niet van de drukste was, vertoonde nu niets meer dan een somber watervlak boven morsige steenen; een goot scheen sedert gisteren niet moe te worden een onbehoorlijke hoeveelheid water aan te dragen. De enkele voorbijgangers onder druipende parapluien, de heeren met opgeslagen kragen, de dames met opgespelde japonnen en regenmantels, zagen er allen even knorrig uit en schenen het op hun parapluie te willen schrijven: Als ik niet moest, bleef ik stilletjes t'huis."

[ocr errors]

Dan kwam er een paartje uit de volksklas langs, dat toch schertste en lachte; ze konden eens uitgaan, mooier weer was pleizieriger, maar nu het er eens aan toe lag, was 't beter lachend dan brommend van een vrijen middag gebruik te maken.

[ocr errors]

Ongepermitteerd! Foei, wat een volkje, dat gaat nu naar de herbergen, en bedrinkt zich alleen om zich te verbeelden, dat zij pret hebben" zoo sprak op geërgerden toon de oudste der beide

1880. I.

1

dames, die zich sinds lang amuseerden met door de natte ruiten naar de natte straten te kijken.

[ocr errors]

Als ze het zich maar verbeelden, dat is halve pret," antwoordde haar gezellin, maar wij kunnen het niet eens!"

"

[ocr errors]

Een verstandig mensch verveelt zich nimmer," was het plechtige antwoord der andere, die nu misschien reeds den tweeduizendsten Zondag telde, waarop zij zich dat herhaalde, zonder te willen bekennen dat zij alles behalve doordrongen was van die waarheid en het maar niet kon uitmaken, waaraan dit lag.

[ocr errors]

Dan ben ik al heel onverstandig, want ik verveel me doodelijk" hernam de tweede, die misschien nog niet het derde aantal zondagen harer huisgenoote had beleefd.

O foei, die zondagmiddagen daar komt geen eind aan. Hoe komt het toch dat het dan altijd regent? Ik ga wat pianospelen." Laat dat maar, Helene, ik ben er van daag niet op gesteld. Blijf toch lezen !"

"

"

Wat moois! Lezen? In de boeken leest men van niets anders dan van allerlei onwaarschijnlijke dingen, van zonnige lentedagen, van warme zomers, van vriendelijke herfstavonden, van groote steden, waar men gezellige vrienden vindt en den winter bekort door soirées aan kunst en muziek gewijd. Ik houd niet van zulke leugens."

[ocr errors]

Er zijn er wel meer in! Daar vertelt men van arme meisjes, die rijke graven en bankierszonen aan hare voeten zien knielen, alleen ten wille van hare mooie oogen; van onverwachte erfenissen, die in staat stellen ver te reizen; van lieve woordekens, die men nooit in het werkelijke leven hoort, van beloften en eeden, die voor jaren verbinden. Kind, dat zijn allen dingen, die in het werkelijke leven niet bestaan; verheug u, dat zij ten minste in de boeken worden gevonden!"

[ocr errors]

Wat gaat het mij aan of Isaure en Rosabelle pleizier of verdriet in 't leven hebben. Ik verveel me en dat is alleen mijn zaak.”

,, 't Spijt mij wel Lene, dat je zulke ondervindingen moet opdoen, terwijl je hier in mijn huis, voor je pleizier bent. Ik kan 't niet helpen, dat ik zoo eenzaam leef en geen heer tot mijn beschikking heb, om met je uit te gaan door weer en wind. Maar 't is mij onmogelijk je aan een cavalier te helpen."

[ocr errors]

Als u wilde en ik had in dezelfde stad. . . .”

[ocr errors]

„Zwijg, kind, niet over dat onderwerp. Ik laat mij veel van je zeggen, omdat ik van je houd, doch aan alles is een grens en dat mag je niet vergeten. Bevalt het je niet bij mij, ga dan naar huis terug, maar me dunkt den Haag is toch altijd beter dan je naar zeedorp!"

Helene zweeg; zij was verlegen en voelde dat zij te ver was gegaan; t'huis was het echter nog beter dan hier, meende zij. Daar waren Papa en Mama en nog vijf broertjes en vier zusjes; er was leven en beweging te over, maar Helene kon daar goed gemist worden.

Papa was dokter en had moeite zijn tien kinderen volgens hun stand groot te brengen; Arnoldine en Jansje hielpen in de huishouding, Emma studeerde voor haar examens en dit jaar zou Bernard, de oudste zoon, naar de akademie gaan. Zorgen genoeg en papa en mama waren wat blij toen juffrouw Leonardine Meignan, mama's beste vriendin, die altijd Helene zoo'n aardig meisje had gevonden, deze uitnoodigde om haar voor eenige maanden gezelschap te houden in den Haag, waar zij vrij eenzaam en stil woonde, nadat hare tante den vorigen winter overleden was.

[ocr errors]
[ocr errors]

Een eigenaardigheid van Leonardine was om overal te willen verschijnen als Helene's gelijke in jaren, en van daar dan ook dat het meisje zich onwillekeurig meer vrijheid in toon had aangewend dan haar tegenover de vriendin harer moeder en hare beschermster paste. Ik eet hier toch eigenlijk het genadebrood" dacht Helene, over de Haarlemmer courant neergebogen, ik wil ernstig beginnen te denken aan het zoeken van een betrekking. Een examen heb ik gedaan, en later vind ik licht gelegenheid tot het doen van meer, doch voorloopig is 't genoeg. t' Huis zullen ze mij wel dwaas vinden, dat ik dit gemakkelijk leventje opoffer voor dienstbaarheid, maar de ledigheid drukt me neer. Ik moet werken, want het beste geneesmiddel tegen verveling is arbeid."

Zij zag den Haarlemmer op de vierde bladzijde eens door en las een advertentie die haar beviel. Op een kostschool werd een secondante gevraagd, die een acte voor het Fransch had en muziek onderwijzen kon. Voor haar bestond dan tevens gelegenheid om zich te oefenen tot andere examens.

Helene prentte zich het nummer der advertentie in het geheugen en besloot nog dienzelfden avond stil te schrijven, want o wee! als Leonardine er achter kwam.

[ocr errors]

Hebt ge eindelijk gedaan met de krant ?" vroeg juffrouw Meignan, nog altijd min of meer gemelijk.

Als 't u belieft, Nardine, ik meende dat gij ze reeds gelezen hadt," antwoordde Helene bedaard.

[ocr errors]

Wanneer ge inkijken lezen noemt! Geen wonder dat gij geen genot hebt van het lezen, als gij de letters zoo maar verslindt. Begrijp toch wat ik mij altijd herhaal. Elke seconde in de jeugd is schatten waard, daarom profiteer ik van elk oogenblik, in afwachting dat de schoone jeugd vervliegt."

Helene glimlachte even terwijl zij de uitgebloeide rozen op het gelaat van de vriendin harer moeder nauwlettend bezag; voor haar bezat Leonardine's toiletkamer geen geheimen en toch durfde zij tegenover het meisje nog van jeugd en frischheid spreken.

Doch Helene was aan een ernstig vraagstuk bezig. „Hoe wil je nu eigenlijk behandeld worden? Als mijn vriendin of als die mijner moeder? Geen van beiden! De nuance is moeilijk te treffen; ik wanhoop er aan die ooit te vinden en ben dan nog liever heel eenvoudig schoolmamsel !"

Leonardine tuurde ook op de advertentiën.

Zou daar nu ooit een brief op komen, Helene ?" sprak ze, na even gestreden te hebben tusschen haar minder goed humeur en haar lust tot praten. Hoor eens even!"

[ocr errors]
[ocr errors]

Welgemeend!"

[ocr errors]

Een heer van middelbaren leeftijd, een eervolle betrekking bekleedend, zoekt langs dezen weg een dame van tusschen de 20 en 40 jaar om na wederzijdsche kennismaking een wettig huwelijk aan te gaan.

[merged small][ocr errors][ocr errors][merged small]
[ocr errors]

Niets, ik dacht dat een huwelijk altijd wettig was."

[ocr errors]

....

Dat is zoo een manier van zeggen een wettig huwelijk aan te gaan; op vermogen wordt niet gelet. Zij, die hierop reflecteeren worden verzocht zich met franco brieven, liefst onder bijvoeging van portret te wenden onder het nummer der advertentie aan het bureau dezer courant."

[ocr errors][merged small][ocr errors][merged small]

Ten eerste, omdat hij zoo langdradig is en spreekt van wettig

huwelijk; ten tweede, omdat hij niet schijnt te weten dat men tegenwoordig altijd zijn brieven frankeert en het er des noods niet eens voor over heeft een paar dubbeltjes meer te betalen om een enkelen ongefrankeerden brief te lezen, welke waarschijnlijk juist van de hand komt der dame, die hem gelukkig zal maken.”

[ocr errors]

Och, dat is een gewoonte. Het hoort zoo bij 't opstellen der advertentiën."

Nu, ik houd niet van menschen die zonder nadenken elke gewoonte volgen, alleen omdat Jan en Piet het ook zoo doen." Ik ben tegen alle huwelijken....

[ocr errors]

"

[ocr errors]

Alle ?"

[ocr errors]

Die door een courant aankomen!" Leonardine sloeg het blad om en las de beurs- en effectenberichten.

't Begon donker te worden en daar Leonardine over den Haarlemmer aan 't dutten geraakt scheen, stond Helene stil op en ging naar haar kamer om den brief te schrijven, die haar geest zoo vervulde.

Zij was daarmee spoedig klaar en schreef het adres; maar toen zij het nummer moest schrijven, werd ze een weinig ongerust.

Het was toch wel 2534. Ik ben er zeker van, maar als ik beneden kom, zal ik toch weer eens kijken."

Beneden teruggekomen zat Leonardine voor de theetafel; was opgestoken, maar de Haarlemmer reeds gehaald.

"

[ocr errors]

de lamp

Zal ik tot Dinsdag wachten" dacht Helene; maar neen! Ik weet het zeker; wie zegt mij dat de advertentie er weer in zal staan, en langer wachten zou me de plaats misschien doen verliezen." En zij schreef nog dienzelfden avond het nummer, sloot haar brief, liet dien naar de brievenbus brengen en sliep in met het vooruitzicht dat er een eind kon komen aan haar schijnbaar zoo gelukkig, werkelijk zoo nutteloos en vervelend leven.

"

II.

Hemel, moet je die allen beantwoorden, die heele hoop brieven, nu Daan, jij liever dan ik hoor! Maar ik geneer je toch niet? Je kijkt zoo verbluft!"

« VorigeDoorgaan »