Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

laten. Zijn naam klonk Magdalena niet vreemd in de ooren; en toen zij in zijne tegenwoordigheid kwam, herkende zij terstond in den grijsaard, wiens witte uniform met ordeteekenen behangen was, den officier, bij wien zij dertig jaren vroeger, tijdens Louis in het hospitaal lag, als dienstbode had gewoond, en wiens broeder destijds kapitein der Blaauwkleppen was. Hoewel de generaal zich haar naauwelijks meer herinneren kon, bevorderde deze kennismaking toch de welwillende ontvangst, welke de vrouwen te beurt viel, en werden haar de middelen verschaft om op eene gemakkelijke wijze Holland te bereiken.

Nu waren zij veilig. De schriktooneelen, door haar bijgewoond, en de vermoeijenissen van de reis hadden echter de krachten der priorin uitgeput, zoodat zij een paar maanden na hare komst in Holland in de armen van zuster Magdalena den laatsten adem uitblies.

Door invloed van enkele vrienden kreeg Magdalena nu eene plaats in het proveniershuis, waar zij nog een aantal rustige jaren doorleefde, en waar wij haar bij den aanvang dezer geschiedenis een bezoek hebben gebragt.

Middelburg, April 1866.

DIET Z.

Gedeeltelijk aan den regter oever van de Lahn, gedeelte

lijk aan de helling van een steilen heuvel aan den linker oever, digt bij de plaats waar zich de Aar in de Lahn ontlast, ligt in een der bekoorlijkste streken van het Lahndal, nagenoeg vier mijlen van Wiesbaden, de tot het hertogdom Nassau behoorende stad Dietz, hoofdstad van een ambt in het hofgerigtsdistrict Dillenburg. De Nassausche staats-spoorweg loopt Dietz voorbij, en de Lahn is er reeds bevaarbaar, zoodat in het stadje, dat ruim 3000 inwoners telt, een levendige handel in gips, olie, granen, wol en ooft gedreven wordt. De stad bestaat uit de Oud- en de Nieuwstad, die door eene oude, merkwaardige steengroeve met elkander verbonden zijn. De Nieuwstad is zeer regelmatig gebouwd.

[graphic][subsumed][merged small][merged small][subsumed][subsumed]

THE NEW YORK

PUBLIC LIBRARY

Op den top van den heuvel, tegen welken een gedeelte der stad leunt, staat een oud, zeer uitgestrekt bergslot, dat tegenwoordig als tuchthuis voor gevangenen van beide seksen dient en waarin men eene marmerslijperij heeft.

Eene fraaije lindenlaan loopt van Dietz naar het in 1676 gebouwde hertogelijk lustslot Oranienstein, met zijne fraaije parken, dat somwijlen door den hertog van Nassau bewoond wordt, en in welks nabijheid de geneesbronnen Fachingen en Geilnau liggen. Dietz heette vroeger Theodissa, en werd door Karel den Groote in 790 aan het klooster Prüm ten geschenke gegeven. Van dit klooster kwam het later aan eenige graven; in 1280 ontving het eene collegiale kerk, en in 1329 stedelijke regten; later kwam het door huwelijk aan eene lijn van het huis Nassau, die zich Nassau-Dietz noemde. Vervolgens werd deze lijn tot den vorstenstand verheven; prins Willem I uit deze lijn werd in 1575 tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht benoemd, en zijne nakomelingen dragen sedert 1815, gelijk wij allen weten, de koningskroon.

EEN DAG OP DE MAAN.

Een maan-dag omvat eene periode van 28 dagen gelijk de onze. Ons is het verheven schouwspel van het opgaan der zon bekend; die wonderbare ommekeer, waarbij de heerlijkheid van den nacht in die van den dag overgaat; waarbij de schitterende sterren verbleeken, zoodra het morgenrood aan de oosterkim ontgloeit; waarbij de lichtgloed inbreekt, om het hemelgewelf te vervullen, en waarbij eindelijk, als toppunt van het afwisselend tooneel, de schitterende zon de poorten van het oosten openrukt, en als beheerscheres van den dag te voorschijn treedt.

Hoe geheel anders echter is het verschijnsel van een zonsopgang op de maan! Geen zachte overgang van de duisternis tot het licht, geen onmerkbaar ineensmelten van den nacht in den dag wordt er aangetroffen. Aan een gezigteinder, zoo donker als bij ons de middernacht met nieuwe

maan, rijst de zon langzaam omhoog een hevig lichtende bol, veel verblindender dan een aardsch oog zich kan voorstellen, die op eens de toppen der hooge bergen verguldt, en deze plotseling doet te voorschijn treden als licht-eilanden in eene zee van duisternis, terwijl hun voet en de hen omringende valleijen nog in een ondoordringbare donkerheid gehuld zijn. Langzaam giet zich de zilveren lichtstroom over de hellingen der bergen uit, en de nog altijd pikzwarte schaduwen worden van lieverlede al korter en korter, terwijl de zon na verloop van 170 uren hare grootste hoogte bereikt.

Veertien dagen lang zendt de zon nu hare heete stralen op een dorren grond, die nimmer door een enkel wolkje beschaduwd, noch door eene aangename regenbui verfrischt wordt, totdat die grond tot eene temperatuur wordt verhit, die met kokend water gelijk staat.

Langzamerhand verkorten zich de schaduwen, en de zon neigt zich ten ondergang. Maar geen purperroode avondsluijer omsluit het maanlandschap, en wanneer de laatste stralen der ondergaande zon zich beneden den horizont hebben verloren, valt er geene avondschemering, maar het lijkkleed van vreeselijke duisternis breidt zich eensklaps over het tooneel uit. En dan volgt een lange, ijzingwekkende nacht van 328 uren, en eene koude, welke de zoo even uitgedroogde oppervlakte tot eene temperatuur van waarschijnlijk 300 graden beneden het vriespunt terugbrengt.

EEN HUWELIJK UIT DE DUIZEND EN EEN NACHT.

De zoo dikwerf aangekondigde en even zoo vaak geloochende huwelijksverbindtenis van den hertog van Ossuna heeft vóór weinige maanden eindelijk plaats gevonden. Hij, dien zoo vele moeders voor hare dochters en zoo vele dochters voor zichzelve tot echtgenoot hadden gewenscht, is te Baden-Baden met zijne nicht, de jonge prinses van Salm-Salm, in

« VorigeDoorgaan »