Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Volume 11

Voorkant
J. Noorduyn, 1848
 

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 104 - Huis (lerk maaken , naar inhoud der Brieven , hun door „ den Raad van Holland toegezonden. Voorts moesten zij „ duizend Andries Guldens aan boete en twee Maanden lang „ vijfentwintig Knegten l>etaalen, die onder den Schout van „ Tesel ftaan en dienen zouden om 't Eiland in rust te hou
Pagina 34 - Boschncgers gediend. Te voren hadden zij aan eene andere wijkplaats , in eene moerassige streek, den zelfden naam gegeven ; doch toen zij, door de soldaten der kolonie, van daar verdreven waren, kozen zij dit eiland, hetwelk zij tegen eiken aanval veilig rekenden , doch ook hier trof hun hetzelfde lot.
Pagina 151 - Ten einde dezen schat te vinden , hebben de inboorlingen de grond reeds ijverig omgewoeld , zoo dat alle fondamenten zijn opgegraven en er kuilen gevonden worden van zes of acht ell.
Pagina 461 - t Volk was in den waan geraakt , dat de gebannen en afgedankte Regenten de Stad aan den Graave van Holland hadden verkogt.
Pagina 194 - Rondom de kerk op de hoogte heeft: men goed korenland , doch de overige landen zijn laag ; men vindt er achttien kleine polders , binnen welke goed weiland is ; doch de jaarlijks onderloopende buitenlanden zijn dor en moerassig.
Pagina 465 - Biflchop hadt, daarentegen , de Stad in den ban gedaan. Men handelde lang vergeefs over een Verdrag , welk , niet voor 't jaar 1481 , in gevolge eener Paufelyke uitfpraak , getroffen werdt.
Pagina 468 - er zo zeer voor de Hervorming, dat men de Keulfche Vredepunten, die den Roomschgezinden in Holland en Zee. land eenige meerdere vrijheid toeftonden , daa zij thans hadM 3 den, ~~™"*"~ ~~ ' ' den, openlijk en fcherp berispen durfde. Zelfs wierden 'er, in dit en in het volgende jaar , de beelden wederom ter Kerken uit gedommeld , en op den...
Pagina 753 - Vlaardingen niet ver van het tegenwoordige zal gelegen hebben ; dal bel voor vele eeuwen reeds door de stroomen verdelgd is , en dat de ingezetenen genoodzaakt waren dieper landwaarts in te wijken , toen de landen nog niet bedijkt waren. Alen zegt ook, dat er nan de zuid- en zuidweilzijde , in XI. DEEL. 46 onderscheidene tijden , zware muren zijn opgegraven.

Bibliografische gegevens