Vaderlandsch woordenboek, Volume 5

Admiraal aldaar alwaar Amfteldam Ampt Baanderheeren BAARLAND BAARLE BAARSDORP Baduhenna BAIJLE BALDUINES Baljuw BANKERT BART Batavia Batavieren Batenburg Bisschop bragt CÆSAR CASSANDER Catholijcke Majefteit Chronijk CIVILIS daarna deed Deel deezer deszelfs dezelve dien Dordrecht Dorp Drenth Edelen eenige eerfte eerſte Eiland fchen fchoon felve fijne Keiferlijcke flegts fomme foude Frankrijk Fregat Friesland ftond fullen gantfche gebragt gefchiedde geflacht gefteld Gelderland geleerdheid gelijk gemelde genaamd Generaal Germanen geweest goede Graaf Graave Grietenij groote guldens hebbende Heer Hertog Holland honderd hunne JURIEU Keizer Kerk Kometen Koning kwam laatſte land maaken magt mede naam naderhand onze oorlog oude Oudh overleed perfoon Plaatfen plaatſen Predikant Prins recht Rhijn Romeinen Roomfche Schepen Schout ſchriften ſtaat Stad TACITUS Troupes tusfchen verfcheidene vermaarde vijand VITELLIUS volgens volk voorfchreeve voorfz voornoemde Vrouwe want wien WILLEM Zeeland zegt zelfs zelve zijnde zijner Zoon zouden zulks دو وو