Handelingen van het geneeskundig genootschap, onder de zinspreuk Servandis Civibus, Volume 7

aart aderlaating afgang albi alleenlyk altoos antimonii antimonium baarmoeder benaauwdheid bloed boven braa braaken braaking braakmid braakmiddel braakverwekkende braakwortel braakwynfteen buik byna byzondere darmen derzelver deszelfs dewyl dezelve dikwyls drachme eenige eerfte eerſte egter eindelyk famentrekking fchoon fcrupel flegts flym folan fommigen fomtyds foort fterk fterker ftoelgang ftof ftoffen galblaas gebragt gebruik gefchiedt gefteld gelyk gemeenlyk Geneesheeren geneesmiddelen geneezing gevallen geweldige gift goede grein hebbende helleborus HIPPOCRATES hoofd indien ingewanden Ipecacoanha keel kermes king koorts kragt laauw water ligchaam lyder maag maaken middelen oncen ontbinden ontlasting onze oorzaak opium oxymel persloop poeder prikkeling Pulv purgeer purgeermiddelen roode loop ſcherpte ſtof SWIETEN tartarus emeticus terwyl uuren vanonder verdunnen vereischt verfcheidene vergift verwekt vitrum vogten walging wanneer werking wierd witten vloed wormen wortel wynfteen wyze zagte zelfde zelfs zelve ziekte zulk zuur zweet zynde