Eenige bijdragen voor genie en menschen-gevoel, Volume 3

Albinius alles altoos armen avondmaaltijd binius bragt buurmeisje Carthago Centurio Cnæus dagt dezelve dien dikwijls Docken dogter Dromo edel eenige eerfte eindelijk Elize elkander Engelen evenwel fchen fchilder fchoon fchrift flaaven flegts floeg fmaak foort fprak fpreeken ftaan ftaat ftondt ftuk gantfche gedagten geheel gelukkig genoeg Gij zijt goed groote hadt hebt heid Helva heur hieldt Hoogmoed hunne iets jonge Jupiter kind Jefus Korhoen kranken kwam Lentulus Licinius lijk Luceja Lucius maken meisje menfchen middagmaaltijd Minerva's moest naauwlijks onderfcheid ondertusfchen onze oogenblik opzigte Orpheus oude Patricius Plebejer Plebejus Poëtiefche uitdrukking Poëzij Porcius Profa Profaïfche ragout Raphaël regt riep Romeinfche Scipio Scipioos taal terwijl trotsch trotschheid tusfchen uwe Doorlugtige Hoogheid uwen Vader veelligt verftand verre verwagten Vesta vondt voord voortreffelijk vriend waarlijk waereld wagt wanneer want weinig wezen wierd wilt woor woorden zeggen zeker zelfs zelven zijner Zoon zulk دو وو