Indien het nog noodig is de legende aangaande den oorsprong van naam en wapen te weêrspreken, kan men de aandacht vestigen op het feit, dat het geslacht reeds lang haren naam voerde, voordat het de ezelskoppen tot wapen aannam. (Zie Overijss. Bijdr. II, 342, 391.) In Westfalen heeft een adellijk geslacht van Itter (de Ittere) bestaan. Dat de buurschap hieraan haren naam ontleend zoude hebben, beweerde wijlen Mr. H. O. Feith. (Zie Mr. v. Ittersum 11. bl. 6 en v.). De aangevoerde bewijzen zijn m. i. te zwak. Jonen. Buurschap onder Giethoorn. Volgens v. d. Aa ook wel Joene en 't Joone genoemd. Junne. Buurschap onder Ommen. A° 1447 Yonne (Ov. arch. Aanh. bl. 30.) In dezen vorm doet het aan Jonen denken en aan Tjoene bij Deventer, dat ook Tijone geschreven wordt en mogelijk de T. evenzoo verkregen heeft als Tubbergen en andere plaatsen. Den geslachtsnaam v. Junne trof ik a° 1487 aan (Arch. Gr. gasth. n°. 716). Laatstgenoemde vorm bleef tot in de vorige eeuw bestaan, o. a op de kaart van Ten Have en de Lat, a. 1743. De tegenwoordige vorm komt echter reeds in 1384 voor in Cadolingercampe (Ov. arch. Aanh. bl. 105). Katerveer. Veer over den IJssel nabij Zwolle. Geheeten naar een buurschap aldaar, die nu Katen heeten zoude, als zij nog bestond. Ten Catte en Ten Cotte, door van der Aa genoemd, ken ik niet. Vroeger: Ao. 1243 Coten (Ov. arch. I, 10). Omstr. 1390 Coeten (Ov. Alm. 1850, bl. 179). A' 1417 Katen (Dev. archief). Voor een schrijf- of drukfout houd ik: A. 1387 Coerter tolle (v. Mieris III, 466). Het geslacht van Coten, v. Kotene komt a". 1227 voor (Overijs. Bijdr. VI, 112 en Matthaeus Anal. V, 338). Kedingen. Landgerigt, bevattende Goor en Rijssen. A 1440 Rigter op Kedinghen (Arch. Gr. gasth. n°. 380). van Kedijngher-land (Ov. arch. III, 56). 1448 en 1461 Rigter van, over Kedingen (Arch. Gr. gasth. n°. 380). 1450 Kedijngen (Ald. n°. 737). 1443 " Onder Loozen lag een bosch, a 1457 genaamd Kedingerwolt (Ov. arch. IV, 26,275). Het geslacht Keding komt a° 1468 voor (Ald. IV, 201). In Luxemburg ligt ook een Kedingen of Koedingen, volgens v. d. Aa. Ketel (De). IJsselmond bij Kampen. Oudtijds Coepsgat genoemd (Dagv. boek v. Kampen, 13 Aug. 1555). A° 1567 Ketels-gat (Ald.) Of ook Ketelersgat hetzelfde is (a° 1416 Ov. arch. II. 233)? Kievitshaar. Buurschap onder Avereest. Bij Terwolde ligt een ander K. dat a° 1337 als Khijvedeshaar voorkomt. (Ov. arch. I, 54). Collendoorn. Buurschap onder Hardenberg. A° 1381 Calendoren (Ov. arch. Aanh. bl. 39). 1532 Kalendoren (Leenreg.). 16e eeuw Colner (Ov. Bijdr. III, 118). A. 1583 Collendoern (Quohier bl. 66). Als geslachtsnaam komt a° 1381 v. Calendoren, a° 1383 v. Colendoren, ao 1394 v. Colenderen voor (Ov. arch. Aanh. bl. 39, 93; II, 13). Of ook het geslacht de Kolner, Kolner hier t'huis behoort (a° 1382 Ov. arch. Aanh. bl. 75; Gr. gasth. a° 1441 n°. 388a) beslis ik niet. Colmschate. Oude naam (thans voor een deel) van Diepenveen. Als geslachtsnaam A° 1380. Kolmschote (Ov. arch. Aanh. bl. 12). Ao 1386 v. Colmescoten (Ald. bl. 152); a° 1401 van Colmeschoten (Arch. Gr. Gasth. n°. 138). Een erve Kolmescaete of Colmeschate lag onder Oldenzaal (Ov. arch. III, 100; IV, 63). Kuinre. Ao. 1132 en 1165 Kunre (v. Heussen en v. Rijn, Friesl. V, 118; Racer II, 273). Omstr. 1300 Kuijner. In de 16e eeuw wijzigt zich de plaatsnaam tot: A° 1500 de Kuiner (Arch. Duitsche Huis te Utr. I, no. 192). 1534 Kuner (Overijs. arch.). 1523 Cuijnder (Dijkr. v. Cuinre). En als geslachtsnaam komt voor van Konner (Ald.). Langeveldslo. Havezate onder Wijhe. A° 1310 Langheueldeslo (Judic. v. Bp. Guido). 1540 Lattorpe (Ov. Bijdr. III, 77). Van der Aa heeft nog Latterop, Latterap en Latdorp. Leeuwte (De). Buurschap onder Vollenhove. Het Liuvert van de 11e eeuw, vroeger voor Leeuwarden aangezien zoude volgens Hooft van Iddekinge (Friesl. en de Friezen in de middeleeuwen) de Leeuw te zijn; dit strookt niet te best met het volgende. A° 1215 Leweth (Magnin, Kloosters, bl. 24). Ik trof ook aan Leeuwic, dat Leeuwit zal moeten zijn. leenacte (1532) deze vorm voorkomt, zal dit wel een schrijffout zijn, door den een van den anderen overgenomen. A° 1602 Leemele (Markeb. v. Luttenberg). In de Traditiones Fuldenses komt de villa Lanthon in pago Tijesle voor; door v. Ledebur p. 165 noot 377 wordt dit voor Lenthe gehouden. Acker Stratingh II. 2 bl. 196 zocht die plaats echter op Texel. A 1133 Lenethe (Racer II, 200). Met het oog op de andere daar genoemde plaatsen acht ik het twijfelachtig, of hier niet Leuethe (Leeuwte) gelezen moet worden. A 1172 komt een Isebrandus de Lente voor, bij Bondam p. 119. Het geslacht v. Lent of v. Lente komt ao 1394, en later voor (Ov. arch. II, 6). Lettele. Buurschap onder Diepenveen. Omstr. 1390 Letloe (Ov. Alm. 1850, bl. 178). Als geslachtsnaam: A° 1511 te Lettell (Ald. n°. 822). " 1328 Luesne (Teg. Staat IV, 72). Omstr. 1390 Luesene (Ov. Alm. 1850, bl. 179). A° 1457 Losener-marke (Ov. arch. IV, 31). Vóór 1556 Lusen, Luisen, Luesen (Marker. v. L.) A 1556 Loessen (Leenreg.). Als geslachtsnaam komen Leusse, Luessen en van Leusen voor. Lierderbroek. A 1380 Lijerbroeck (Arch. Gr. Gasth. n° 61). Lierrebroek 1456 Lierebroek " (Ov. Arch. IV, 12, 14). 1509 Lirebroek ( " " V, 247). 1523 Lijrebroick (" " 1530 Lijrebroek 1532 ). (Leenreg.) Linde. Buurschap onder Ommen en den Ham. |