Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

zulke plaatsnamen ter verklaring uitgekozen, waarvan de spelling onzeker is en wankel waardoor ook bewezen wordt, dat men de beteekenis dier namen niet verstaat, hunnen oorsprong niet kent. Naar myne bescheidene meening vindt men in de volgende verklaringen van plaatsnamen het eenige middel om twyfel weg te nemen, aangaande de juiste spelling daarvan. En dit is immers het doel, dat het Nederlandsch aardrijkskundig Genootschap" voor oogen had, toen het dit onderzoek naar de nederlandsche plaatsnamen uitlokte.

Luniabird. Tjallebird. De Bird. Opperbird. Sparriabird. Helsbird. Beerta. Tolberd. Nieberd. Lettelberd. Middelberd. Engelberd. Ludingakerk. Ludum. Tjallewal. Tjalhuisum.

Luniabird (dorp, gemeente Eangwirden, Friesland). Deze naam wordt, heden ten dage zoowel als oudtijds, zeer verschillend geschreven. Toch behoeft deze spelling niet zoo wankel te zijn; zy is zelfs, voor hem die dezen naam verstaat, aan geen twyfel onderhevig. Men schrijft Luinjeberd of Lunjeberd; beide deze schrijfwyzen komen voor in het Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa zoowel als in dat van Witkamp. Het Algemeen aardrijkskundig Woordenboek van de provincie Friesland, van Van Breest Smallenburg, heeft Luinjebird. Ook treft men de spellingen Lunjebird, Lunjebert, Luinjebert, Luniabirt, Luniabert, Luniaberd zelfs Luunjebud en Luniabud niet zelden aan. Oude spelwyzen van dezen naam zijn nog Luniebirt en Luniebert, die men beide vindt in H. v. R. Oudheden en Gestichten van Friesland (de laatste vorm in den bladwyzer), en Lonighaberd, die in de Haan Hettema's Oud en Nieuw Friesland Leeuwarden, 1840 wordt aangegeven. In de hedendaagsche friesche taal wordt Luniabird uitgesproken als Lűnjebud (de eerste u [u] uit te spreken als de hoogduitsche u in und), of ook als Lünjebud (de eerste u [ü] als de hoogduitsche ü in Hühner) welke uitspraak ook door de spelwijze Luunjebud kan weêrgegeven worden. De eerstgenoemde uitspraak is de zuiver oud-friesche, die nog gehoord wordt uit den mond van bejaarde lieden ten platten lande. De laatstgenoemde uitspraak heeft, door den invloed van 't hollandsch, den oorspronkeliken klank eenigszins verbasterd; men hoort haar meer van 't jongere geslacht. Maar Luinjebert of Luinjebird, op hollandsche wyze uitgesproken, wordt door geen Fries ooit gezegd.

Het woord Luniabird is uit twee gedeelten samengesteld: uit Lunia en

bird. Het eerste is een oud-friesch patronymikon; het laatst een oud-friesch gemeen zelfstandig-naamwoord, dat beteekent: rand, kant, berm, of, by rivieren en stroomen, oever. In plaatsnamen voorkomende, beteekent het woord bird in 't byzonder: oever van eenen stroom, of berm van eenen weg; en, in overdrachteliken zin, de reeks huizen, die zich langs eenen oever, of langs eenen weg uitstrekt. De oorspronkelike gesteldheid en ligging der plaatsen, die nog heden de Bird heeten, of van wier namen dit woord deel uitmaakt, bevestigt dit. Zoo ligt er een gehucht, dat de Bird heet, aan beide oevers van den stroom die uit de Wyde Ie in de Pikmeer (twee meren) vloeit, by het dorp Grou in Idaarderadeel. Ook by de stad Workum (benoorden), en by het dorp Heeg, gemeente Wymbritseradeel, vindt men gehuchten, die de Bird heeten, in soortgelyke gelegenheid. Een gehucht Opperbird (oud-friesch Up der bird, op den oever) ligt er aan de boord van een vaarwater dat uit de Aafjanssloot voert, tusschen de dorpen Grou en Idaard, gemeente Idaarderadeel. De dorpen Luniabird en Tjallebird eindelik liggen beide langgestrekt langs de bermen de boorden - van eenen ouden heirweg, tegenwoordig nog de Hereweg, in 't friesch de Herewei genoemd (en niet Heerenweg," zoo als velen nu, by misverstand, schryven). Ook by de andere dorpen, in welker namen het woord bird of berd voorkomt, is deze oorspronkelike ligging nog aan te wyzen, en bevestigt de beteekenis en den oorsprong dier namen.

De naam van het gehucht Helsbird of Helbird (by misverstand ook wel Healsbird en Healbird geschreven), maakt in zekeren zin eene uitzondering. Deze naam is slechts in overdrachteliken zin te verstaan; immers by beteekent: de boord, de oever, de rand van de hel. Als tegenhanger van den naam Helbird kan men den naam Heldoar beschouwen, ook ook wel Helsdoar en by misverstand Healdoar geschreven. (Zoo heet een meerke of stroomke, beoosten het dorp Birdaard in Dantumadeel, en in de nabyheid van het gehucht Helsbird.) Heldoar toch, oud-friesch Hella-dore, beteekent: deur van de hel. In 't oude Friesland bewesten Flie vinden we ook nog zulk eene helledeur; te weten in den naam de Helder, de bekende plaats in 't hedendaagsche Noord-Holland. Ook draagt de diepe stroom, die tusschen de Helder en Tessel vloeit, nog wel voluit den naam van de Helsdeur. Het oud-friesche woord dore, deur, als doar nog in 't hedendaagsche friesch voorkomende, maakt ook deel uit van den ouden plaatsnaam Dorested (Deurstad, het hedendaagsche (Wijk by) Duurstede. Tot deze hellenamen behoort ook nog de naam van het dorp Raholle of Reahelle; heden ten dage is deze naam, die „de roode hel" beduidt, verhollandscht tot Rohel. Een andere naam van dit zelfde dorp, in de

friesche gemeente Schoterland gelegen, is Nyega (het nieuwe dorp), in tegenstelling met den naam van het naburige dorp Oudega (het oude dorp), anders gezegd: Schoter-Uitterdyken (zie boven, bl. 25.) By de ingezetenen zelven draagt natuurlik dit dorp by voorkeur den naam van Nyega. Wijl er echter nog drie andere dorpen van dezen zelfden naam in Friesland zijn, zoo is voor dit dorp, om verwarring te myden, de naam Rohel of Roohel te verkiezen (zie boven, bl. 45).

De naam van het dorp Beerta, in Groningerland, in de wandeling nog met het lidwoord de Beerta genoemd, of ook wel, by afslyting, de Beerte, is almede oorspronkelik dit friesche, woord bird, birtha. In oude oorkonden vindt men dezen dorpsnaam Bertha, en ook wel Berethe, geschreven; in de 17e en 18e eeuw schreef men gewoonlik Beertha en ook wel Beerthe. Men vindt deze verwisseling van de oorspronkelike i in het woord bird, birth, met de e, ook in andere groningerlandsche plaatsnamen terug. Door eene gewyzigde uitspraak, ten gevolge van den invloed der saksische taal op de friesche, in dit gewest tusschen Lauwers en Eems, is dit verschil gemakkelik te verklaren. Byzonder merkwaardig is het, dat juist in dit gedeelte van Groningerland, dat den naam Oldambt draagt, menige plaatsnaam nog den vollen oud-frieschen uitgang op a heeft behouden (Beerta, Scheemda, Eeksta, Lula, Ulsda, Midwolda, Nieuwolda), een uitgang, die zelfs in het hedendaagsche Friesland uit de geschrevene taal hoewel nog niet uit de gesprokene verdwenen is.

De overige groningerlandsche berdnamen zijn die van de dorpen Tolberd, Nieberd, Lettelberd, Middelberd en Engelberd. Gewoonlik worden deze namen tegenwoordig met eene t op 't einde geschreven. Dit is verkeerd, de oorsprong dezer namen, van bird, in aanmerking genomen. De oud-friesche th, gelijk deze letter in den alleroudsten vorm van dit woord birtha (boorde) voorkomt, eischt eene zachte uitspraak, en is dan ook in de nieuw-friesche d (bird) overgegaan. Slechts by den naam Beerta is zy tot eene t verhard door vreemden invloed. Men schryve dus Tolberd, Middelberd, enz. gelijk deze namen hierboven gespeld staan. Te meer wij eene t of eene d op 't einde, in de uitspraak weinig of geen verschil maakt. Tolberd is eene samentrekking van te ol berd, te olde berde, ten ouden berm, aan den ouden boord, en staat tegenover Nieberd, de nieuwe walrand of wegkant. Ook de beteekenis van Middelberd is duidelik. Maar naar den oorsprong der lettergrepen engel en lettel, in de dorpsnamen Engelberd en Lettelberd behoeft hier geen nader onderzoek te worden ingesteld, ook al omdat de spelling van deze lettergrepen niet wankelt. Volgens Van den Bergh (Handb. d. midd. ned. Geogr. bl. 249) komt de

dorpsnaam Engelberd in eene oorkonde van den jare 1323 voor als Engberde; eene d, nog nader staande aan 't oud-friesche berda,

dus ook berde met birtha, en niet bert.

Ook in de oud-friesche gouen buiten Nederland treffen wy het woord birtha als plaatsnaam aan. Het hedendaagsche dorp Bierden, by Achim, even boven Bremen aan den rechter oever van de Weser gelegen, komt in eene oorkonde van den jare 1059, door Lappenberg in zijn Urkundenbuch vermeld, als Birithi voor.

Een enkele geslachtsnaam is aan het woord bird, berd ontleend; te weten Budstra. Deze naam is eigen aan een friesch geslacht, meest in de gemeente Idaarderadeel (Grou,) en Utingeradeel (Oude-Boorn, Akkrum) gezeten. De hedendaagsche Friesen spreken het woord bird als bud uit, gelijk op bl. 28 reeds vermeld is, vandaar Budstra, dat eigenlik Birdstra moest geschreven worden. Birdstra of Budstra is gevormd als Hoekstra, Walstra, Bergstra, Woudstra, Heidstra, enz. De friesche uitgang stra duidt eene afkomst aan. De bovengenoemde namen komen geheel overeen met de geslachtsnamen Van der Hoek, Van de Wal, Van den Berg, Van der Woude Van den Bosch, Van der Heide, enz. die in de andere nederlandsche gewesten inheemsch zijn.

Nu de laatste lettergreep van den naam Luniabird verklaard is, kunnen we overgaan tot opheldering van den eersten Lun'a. Dit Lunia is een oud-friesch patronymikon, in versleten vorm; voluit is het Ludinga. Zulke versletene vormen van patronymikale geslachtnamen komen nog heden niet zelden onder de Friesen voor; b. v. Sinia, Runia, Hania, Bothnia, Donia, welke oorspronkelik en voluit Sininga, Rudinga, Haninga, Bothinga, Doninga luiden. (Zie mijn opstel: Een en ander over de friesche eigennamen, voorkomende in het tijdschrift De vrije Vries, dl. XIII, bl. 283.) Als geslachtsnaam komt het patronymikon Ludinga of Lunia heden ten dage niet meer in Friesland voor. Aan een zeer oud geslacht van friesche edelingen, een van de eersten en oudsten die in de friesche geschiedenis vermeld worden, was deze naam eigen. Wel is er heden ten dagen nog een geslacht in Friesland, dat dezen naam in half verhollandschten vorm draagt, als Luidenga; een ander ook, in Groningerland, dat dezen naam bovendien nog in half versleten vorm voert, als Luinga; en nog een ander, in Drente, waar deze zelfde naam nog meer versleten is, als Luinge. Maar of de lieden die deze namen dragen, wel afstammelingen zijn van het oud-friesche adellike geslacht Ludinga, Lunia, is zeker zeer twyfelachtig. En of het patronymikon Lunia in den plaatsnaam Luniabira ook rechtstreeks aan dit zelfde aloude geslacht ontleend zy (dat daar eigendommen kan

hebben bezeten), is even min zeker. Immers Luniabird kan ook de bird zijn, die eigen was aan een ander geslacht Lunia, 't welk zeer wel bestaan kan hebben, wijl Lunia, Ludinga het patronymikon is van eenen mansvóórnaam, die algemeen in gebruik was, by de oude Friesen. Met zekerheid intusschen weten wy dat de naam van het gehucht Ludingakerk, by het dorp Midlum in de gemeente Franekeradeel, wel ontleend is aan dit oud-adellike geslacht. Immers werd te dezer plaatse, in het midden der twaalfde eeuw, door eenen edelman uit deze maagschap, een klooster gesticht voor Reguliere kanunniken, welk klooster naar den naam van zynen stichter, den naam van Ludingakerk kreeg. By verkorting werd het, later in de middeleeuwen, gemeenlik Luynkerke geschreven, of, in 't friesch Lüntsjerke, Lunia-tzerke, voluit Ludinga-tzerka genoemd. Het klooster ging in de 16de eeuw te niet, maar het gehucht, dat by dit klooster ontstaan was, is nog in wezen; de oude naam Ludingakerk is er aan verbonden gebleven; in 't friesch wordt het nog heden Lüntsjerk, Luuntsjerk genoemd. In R. v. H. Oudheden en gestichten van Friesland, wordt het, by misverstand, vermeld als Lundigakerk. De state Lunia is nog by 't dorp Hallum, gemeente Ferwerderadeel.

De mansvóórnaam Lude, waarvan het patronymikon Ludinga, Lunia, ontleend is, wordt heden ten dage nog slechts door weinigen in Friesland gedragen. In de middeleeuwen was hy algemeen germaansch eigendom. Förstemann brengt dezen naam tot den stam Liud (Altd. Namenb. I, bl. 857); naar myne meening, en by vergelyking met andere friesche namen en woorden, behoort hy veel meer tot den stam Hlod, Lod.

Het patronymikon van Lude komt niet slechts in frieschen, maar even zeer in saksischen en frankischen vorm, als Ludink en Luding, in Nederland als geslachtsnaam voor. Bovendien zijn aan den mansnaam Lude nog ontleend de geslachtsnamen Ludema - dat ook in saamgetrokken vorm als Luma voorkomt Ludens en Luden, alle vier tweede-naamvalsvormen en Ludensoone, zoon van Lude, beteekenende. Ook in verkleinvorm komt deze mansnaam voor als Ludeke, vanwaar weer een patronymikon ontleend is namelik de geslachtsnaam Ludeking, zoon van Ludeke.

,

Behalve Luniabird en Ludingakerk is ook de plaatsnaam Ludum, een gehucht by het dorp Achlum, gemeente Franekeradeel, Friesland, aan den mansnaam Lude ontleend. Ludum is oorspronkelijk Luda-heim, Lude-heim, woonplaats van Lude. De naam van dit gehucht wordt tegenwoordig door velen als Luidem geschreven, op half-hollandsche wyze; in de Haan Hettema's Oud en Nieuw Friesland komt deze naam als Luydum voor. Dit is verkeerd; de oorsprong van dezen naam, de uitspraak er van door de

« VorigeDoorgaan »