Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

1201. Lisholt. iu eene akte van voornoemd kapittel. Op de kopie is de eensluidendheid van het origineel gewaarborgd.

1246. Hendrik van Herenthals, schout der hertogen van Brabant en Kempeland, spreekt over de grensrayon van eenige goederen te Lieshout. Evenzoo op de kopie.

1283. Lieshouit en Lieshout, in eene schepenakte van Helmond. 1347. De notaris Joannes de Gravia genoemd de Vreckensteyn vervaardigt te Lyshout eene zeer fraai geschreven akte over de raap- en zaadtienden van Helmond.

Liessel.

1685. Liessel, zie Deurne.

Milheeze, buurschap onder Bakel.

1481. Milheze, zie Bakel.

Moostdijk, buurschap van Deurne. 1626. Moesdijck, zie Deurne.

Nispen, dorp in de baronie van Breda, in de gemeente Rozendaal. 1370. Nispen, Nyspen, Calmpthout, Tongerlo, en Rosendale in een latijnsch handschrift van Joannes Martini, Cantor der kerk van het H. Kruis te Luik.

Peelland, Zuidoostelijk kwartier der Meierij van 's Hertogenbosch. In de vier eerste charters van het Archief der Abdij van Postel, die van dit land gewagen, namelijk van de jaren 1362, 1410, 1426 en 1431, komt deze naam voor aldus geschreven: Pedelant. Eerst in een charter van 1554 wordt Peelland gevonden.

Reuzel, gemeente Z. W. v. Eindhoven.

1305. Rozule, zie Bladel en bl. 91, a. 1597.

Rikstel, dorp nabij Helmond.

1279. Rixstelle, in een keurig geschreven charter, over de boeken van R. en Helmond.

1279. Ricstelle, in een ander Latijnsch handschrift.

1279. Rixstelle, in een derde handschrift van hetzelfde jaar, met het zegel van hertog Jan van Brabant gesterkt.

1300. Rikstelle en Helmont, in een Latijnschen voordragingsbrief van Renerus tot pastoor in deze plaatsen.

1305. Ricstele, zie Bladel.

Rozendaal, dorp aan de Belgische grenzen. 1370, Juli 31. Rosendale, zie Nispen.

Stipdonk, gehucht van de gemeente Lierop. 1305. Stipidunc, zie Bladel.

Vorsel, buurschap der gemeente Bladel.

1305. Versele, zie Bladel, en bl. 91 a. 1597.

Vlierden, gemeente ten Z. O. van Helmond.

1685. Vlierden, in een stuk van den ingebieder van Helmond.

Vucht, bij 's Hertogenbosch.

1663. Vucht, over den opbouw der St, Lambertuskerk te dier plaatse.

Woensel.

1300. Wonsele, in een Latijnschen brief op perkament over Renerus, pastoor van Rickstelle en Helmont.

Postel (Moll).

België.

TH. IGN. WELVAARTS,

Archivaris.

UIT HET ARCHIEF DER ABDIJ VAN BERNE.

Het hiervolgende is eene sprokkeling voor de Nomina geogr. Neerl. uit de oorkonden van de Abdij van Berne. Een klein gedeelte van dit belangrijke Archief is dezer dagen in het licht gegeven in het Archief van het Aartsbisdom en bevat de voornaamste oorkonden van het voormalig vrouwenklooster van Zennewijnen. Doch al de overige oorkonden, waaruit geput is, hetzij die betrekking hebben op genoemde abdij zelve, hetzij op de Premonstratenser vrouwenkloosters van Zennewijnen en Nijmegen of andere proostdijen en gestichten, blijven vooralsnog onuitgegeven.

De abdij van Berne in het Land van Heusden, in de tegenwoordige burgerlijke gemeente Herpt en Bern, werd gesticht in 1134 en is aldaar gebleven tot op het laatst der XVIde eeuw, na welken tijd zij gevestigd is geworden eerst te 's Hertogenbosch, vervolgens te Vilvoorden bij Brussel en eindelijk te Heeswijk.

Het adellijke vrouwenklooster van Zennewijnen in de Tielerwaard, in de tegenwoordige burgerlijke gemeente Ophemert, heeft bestaan van 1218 tot 1579. Zie Archief van het Aartsbisdom, Dl. XIV, bl. 436.

Het Allodium Bernense," dat de hier onder volgende reeks van plaatsnamen voorafgaat, is niets anders dan eene lijst van goederen omtrent het jaar 1205 geschreven, tot dusver nergens uitgegeven; vele plaatsnamen komen daarin voor.

Verreweg de meeste plaatsen, in de volgende bladzijden voorkomende, zijn gelegen in de provincie Noordbrabant of Gelderland, doch ook eenige in de provincie Zuidholland, Utrecht of Limburg. Het geheel is alphabe. tisch gerangschikt en niet naar elke provincie afzonderlijk behandeld.

Daarbij zijn ook nog enkele andere bronnen geraadpleegd, vooral

het Oorkondenboek van L. A. J. W. Baron Sloet van de Beele, vervolgens het Oorkondenboek van Holland en Zeeland van Mr. L. Ph. C. van den Bergh, L. H. C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, 1872, en anderen.

Daar wij meermalen gedurende onzen arbeid ondervonden, dat de spelling van plaatsnamen, in copiën voorkomende, niet te vertrouwen is, hebben wij er overal bijgevoegd, of de bron oorspronkelijk is of niet.

De persoonsnamen, van plaatsnamen gevormd, hebben wij uitgedrukt door: N. de..., of N. v..., en chronologisch gerangschikt onder de plaatsnamen; de lezer toch begrijpt vanzelf, dat hij de spelling van zulke namen, evenals die welke op zegels voorkomen, als een weinig ouder kan nemen dan het jaar waarin ze voorkomen.

Allodium Bernensis Ecclesie, omtrent het jaar 1205
(naar 't oorspronkelijk.)

Hoc est allodium Bernensis ecclesie, quod Folkoldus, vir liber et dives, sed et uxor ejus Bescela, inspiratione divina ad honorem Dei et beate Virginis Marie optulerunt, scilicet, ipsam Bernam et Masemunde, cum omnibus suis attinentiis et piscatura, et omni fructu qui poterit ex alluvione provenire. Sed et allodium in Altfursche et in Vůrt, cum omnibus suis attinentiis. Item etiam Merseberch cum omnibus usibus, quos, seculo viventes, inibi jure optinuerunt. Insuper allodium in Babylonia cum omnibus appertinentiis. Super hec etiam plurimi fideles, Domino inspirante, predia sua eidem ecclesie contulerunt. In quorum prediis constructa sunt horrea ecclesie, quorum unum est Risewihe cum omnibus attinentiis suis et possessionibus, quas habet ecclesia in circumjacentibus villis. Similiter et Wihe cum omnibus attinentiis suis, et terram quam tenet in Vene et Alleburhc, et in Hesebenne, et Doveren, et Genderen, et Medewen, et Dussen, et Herpt, et Hiddenkusen, et Hůne, et Bardewihc, et Harkele, et Gůrinchem, et Rothem, et Hedele, et Kirkewihc, et Brůchem, et Dilewinne, et Vůrdragen, et Welle, et Hemerze, et Halst, et Půderoygen, et Gale cum omnibus attinentiis suis; et Derenburhc cum omnibus attinentiis suis et possessionibus quas tenet ecclesia in Huseniggen, et Nifterihc et circumjacentibus villis. Simili modo Sanden cum attinentiis, et Lewen cum attinentiis, et terram quam habet ecclesia in Oygen et Staveren cum omnibus attinentiis, et Bast cum omnibus appertinentiis, et horreum ecclesie quod vocatur Bernhese cum omnibus pascuis, et rivis et silvis

[ocr errors]

adjacentibus. Ad hec etiam possessiones quas tenet ecclesia in Dinthere, in Nisterle, et Alf 1), et predium quod dedit ecclesie Albertus et uxor sua in Vehchele. In omnibus his possessionibus habet ecclesia potestatem in pascuis, et rivis et ceteris civilibus utilitatibus. Pari modo horreum ecclesie in Wihc cum adjacenti piscatura et Halst cum piscatura et ceteris civilibus utilitatibus.

Dit bovenstaande Allodium Bernense is volgens alle waarschijnlijkheid uit een der jaren tusschen 1196 en 1215. Het zoude kunnen opklimmen tot omstreeks 1160 of 1170, omdat het daarin vermelde Bernhese reeds onder den eersten abt begonnen was, indien niet wat gezegd wordt van Albertus van Dinther moest verstaan worden van zijne voornaamste schenking, die plaats had in 1196. Dat het niet ver in de 13de eeuw kan geplaatst worden, grondt zich daarop, dat niets van hetgeen in deze eeuw plaats greep, in dit stuk vermeld wordt.

De namen, die er in voorkomen, zullen voor 't grootste deel hieronder in behandeling komen met de aanhaling: Allod. Bern.

Aalburg, dorp in het Land van Heusden, prov. Noord-Brabant.
Ao 889 Alburch, (Sloet 69).

[ocr errors][merged small][merged small]

1108 Alburc en Alburch, (Ald. 217-218).

Omstr. 1135 Alburch, (Gesta Abbatum S. Trudonis, Migne 7. 173, p. 130 en 190).

Ao 1179 Alborch, (Sloet 380).

Omstr. 1205 Alleburhc, (Arch. v. Berne, Allod. Bern., oorspr.)

Ao 1175, doch in eene copie van omstr. 1275, naar het schrift te oor

deelen Prepositus de Aelborgh, (Arch. v. B.).

:

Ao 1298 en 1362 Alborch, (Arch. v. B., oorsp.).

[ocr errors]

1336 Aelborgh, (Arch. v. B., oorspr. schepenbr.).

[ocr errors]

1491 N. v. Aelborch en Aelborgh, (Arch. v. B., oorspr.).

[ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors]

Volgens Heda, in zijne hist., bij mij bl. 307, werd Aalburg vroeger Babilonia genoemd. Alburch, quae et Babilonia." Zie nochtans beneden, bij het woord Babiloniënbroek.

1) Deze naam is niet geheel zeker. A' is duidelijk, maar wat dan volgt is weggekrabd en veranderd.

« VorigeDoorgaan »