Gesl.

Breedevort a° 1520 (N. VI, 2 bl. 654, 7).

Bredffort a° 1526 (H., Arnh. Oudhh. II, 214).

Brevoort 1) a° 1534 (H., G. Maalt. bl. 1), -uoirde ao 1573 (H., Stukken II, 248), -foirt a° 1578 (H., Arnh. Oudhh. IV, 217), -fort a° (H., 1578 G. Oudhh. 461).

v. Bredervorht a° 1200 (Sl. 396, -foert a° 1200 (Bo 270a), voert a° 1358 (Cam. II 535) enz.

Bremt (De), te Velp:

»den Breden en den Smallen Brempt" a° 1478 (H., Roozendaal 382), (in der Dingbanken van) Breempt a° 1478 (H., G. Maandw. I, 207). Gesl. v. Breempt a° 1418 (H., Roozendaal 221).

Breul (De), goed in de bp Deelen en o. Velp, op Veluwe, -:

(in) den Broell (waarin men had doen hakken 52 vimmen rijs (H., Roozendaal 280, 1).

(in) den en (vyt) ten Broeyel(1) a° 1454 (ib. 332).

(in) den Bruedel a° 1476 (ib. 374).

den klynen Bruel, de kleynen Breul a° 1724 (ib. 506).

Zie ook Nom. Geogr. N. II, 6 en vg.

Breulsberg, in het Velperbosch, achter het Arnhemsche Broek, a° 1724 vermeld (H, Roozendaal 506).

Brielert (Den), voormalig landgoed te Barneveld:

het erve de Bryler a° 1436 (GV 1884 bl. 157).

Brielen a 1741 (TS. 492) a° 1794 (GB. 240) 2).

den Brieler a° 1751 (H., Roozendaal, bl. 515).

Vgl. Nom. Geogr. Neerl. II, 5.

Gesl.: de Brilaere a° 1330 (GV t. a. pl.); de Brijlaer a° 1334 (ib.); v. Brielaer a 1377 (ib.); v. Breler a° 1418 (ib.); (v.) Bryler a° 1543 (te Wageningen, ib.; v. Riemsdijk, Engelanderholt, bl. 100 en Bijl. T bl. 22).

Brink (Den), bij Arnhem en Velp:

oppen Brinke a° 1338 (H., Roozendaal 34),

1) komt misschien reeds in 1324 voor als Brevoord (Sticht. Tooneel 88a).

2) H. (G. Mk I 101) drijft met dat Brielen van TS., den spot.

den Brynck a° 1466 (ib. 366).

Eene huizing te Reden heet kortaf Brink.

Bronkhorst, oude bannerij, thans vlek o. Steenderen, -:

Brunckhorst a° 1127 (Sp. II Cod. Dipl. p. 42), antiqua insula, a° 1232 (Sl. 558; vgl. bl. 1125: de oude Bronkhorsterweerd) a° 1560 (Cat. n°. 1072).

Bronkhorst a° 1260 (Sl. 1172, noot 3).

Bruncorst a° 1288 (N. I, 20, Fr.).

Bronchorst a° 1290 (N. I, 32) a° 1343, 1416, 1582 (N. II, 7; Cat. n°. 201; H., Stukken IV, 341).

Brunchorst a° 1295, 1307, 48, 9, 1461 (N. I, 49; H., G. Bijzonzonderhh. 18; Cam. II, 21, 79; (Cat. n°. 550).

Bronkhorst a° 1312 (H., G. Bijzonderhh. 26) a° 1756 (Cat. n°. 1710). Bronckhorst a° 1371, 1494 (N. II, 279; N. VI, 1 bl. 65) a° 1576 (Cat. n°. 1286), -horstt a° 1582 (H. Stukken IV, 421).

Bronc horst a° 1506 (N. VI, 1, bl. 367).

Bronchoerst a° 1598 (Leenbk v. Spaansweerd in GV 1887 bl. 61).

Bronsveld, buurt o. Zelhem en Ambt-Deutekom:

(aput, in) Brunsvelde a° 1244, 50 (domus), 2 (Sl. 649, 709, 11, 31). Gesl. Zie Gerloch Brunsvelt, toe Brunsvelds a° 1425 vermeld in T. v. E. 1762. v. Brunsfelt a° 1539 enz. (Cat. n°. 433a, enz.). Bronsveld.

Bruchem, gem. Kerkwijk (Bommelerwaard):

Broghem, Brokhem a° 960 (de Geer 352)?

Brueckum a° 1343, 1460, 1531 (N. VI, 3 bl. 991).

Broekom a° 1645, 54 (Slichtenhorst 240b).

Breuckum a° 1696 (Regrs 237).

Brochem a° 1713 (Overys. Advysboek, consult. LVII, bl. 364)?
Brucsem Bruchem a° 1794 (GB).

Een tiendblok den Bruijkom te Neder-Asselt a° 1717 (Regrs 261). Gesl.: de Bruchem a° 1230 (Sl. 532), v. Broeckem a° 1319 (Sp. III, 264) a° 1337 (N. I, 362), de of v. Bruechem a° 1331, 76, 7, 91 (N. I, 268; III, 26, 30, 178), v. Brouckom a° 1568 (H., Stukken I, 220), v. Broeckhum a° 1573 (ib. II, 288).

Zie ook Nom. Geogr. Neerl. II 112.

Bruil, te Geld. Hengelo, a° 1422, 47, 91, 5, 1528, 44 als het

goed te Breule" vermeld (GL).

Vgl. Nom. Geogr. Neerl. II, 6.

Bruinsink, goed te Silvolde,

a° 1274 Brunscing (Sl. bl. 925).

Brummen, op Veluwe-Zoom, aan den IJsel: villa Brimnum a° 794 (Sl. 18).

Brummen a° 996, 1129 (HZ I, 43; Sl. 115, 248) a° 1231 (curtis de Br.) (Sl. 554) a° 1333, 1414 (N. I, 321; N Bijdr. I, 220) enz. Dat guet to lutken br. omstr. 1400 (T. v. E. 162). Bremmen ao 1216 (HZ. I, 145).

Brimmen a° 1333 (H., Roozendaal 12).

Brijmmen a° 1400 (GL in GV 1886 bl. 12) a 1518 (E. 395).
Brommen omstr. 1432 (v. Riemsdijk, Engelanderholt, Bijl. K,

bl. 10).

Brymen a° 1465 (VA 296).

Brumen ao 1561 (H., Kron. v. Arnh. 115, 25, 48).

Adject.: brummenschar maten omstr. 1400 (T. v. E. 153).

Gesl. v. Brumme a° 1339 (Cam. I 64); v. Brummen a° 1340, 50, 68 (ib. 74; A 66, 80); Brumme (zonder voorzetsel) a° 1439 (C 42.).

Brumt of Brumpt (De kleine), goed te Gietel, o. Voorst, -: terra dicta die Lutticke Broempt a° 1405 (VA 258).

erf te Broemt a° 1417 (ib. 205).

het goed ter Brümet, te of toe Brumet a° 1457, 74, 97 (D 74, 262, 334; E. 25) enz.

(in) die braemt a° 1550 (H., G. Bijzonderhh. 66).

Brunepe, voorm. klooster te Oene, op Veluwe, (Tijnsboek v. Eepe).

Anal.: Brunnepe of Bronnep (bp o. Kampen), zie Nom. Geogr. Neerl. I, 86.

Brunerink Breide, goed te Hengelo,

Breyde (Invent. oud-arch. Doesburg, 109).

a 1491 Bruenerinck

Brunink, goed te Aalten, a° 1284 domus Bruninch (Sl. 1037).

Brunsbergen, bp o. Warnsveld:

Broynsbarghe a° 1405 (VA bl. 254).

Bruensberghe a° 1417 (ib id.).

Buiser, goed te Lunteren, a° 1534 Buyser (H., Geld. Oudhh. 369, Een gesl. Buser a° 1495, 1500, 20, zie D 637; E. 109, 450.

70).

Bulk (Den), benaming van een blok landerijen te Avezaat; mansus den Bollic ao 1376 (GL), -Buurmalsem, Doesburg: die boelic a° 1377 (Invent. arch. Deesb. bl. 55), Nieuwaal, Zandwijk (o. Tiel). Item van hofsteden te Avezaat, Driel (Bommelerwaard), Ingen, Neede, Ochten, enz. Bolksbeek, Bolksbrug o. Borkelo. Bolkhorst, erf te Twello, a° 1497. Bulkeshorst (E 26).

Gesl.: Bollic a° 1340 (H.; G. Maalt. 64), v. Boelic, v. der Bollic a° 1376, 7 (N. III, 29, 393), door Slichtenhorst, G. Gesch. bl. 158b v. Boelwijk geheeten.

Bulkshuis (Het), te Geesteren:

het Bullickshuis a° 1457 (D 59).
het Bullixhuijs a° 1497 (E 48).
het Bollinxhuis a° 1518 (ib. 384).

goed Bulckeshuis a° 1636, 40 (Regrs 81, 96) te Gelselaar.

A° 1457 is ook sprake van de helfte van Bullixhuis, geheeten de Kalverreijse, in de bp Gelselaar, o. het kerspel Neede (D 78). Zie beneden, bij Kalverbosch.

Bullicher, ook Bolger, buurt te Driel (Bommelerwaard), a° 1317 Bullicher (N. I 170).

Bulling of Bullinghege, bij Aalten, a° 1540 (HB 1883 bl. 125).

Opter of in de Bullinge was a° 1456, 67 een blok landerijen te Staphorst (D 8, 193) enz., terwijl een gesl. Bullinc in 1474 o. Almelo (ib. 264) vermeld staat.

Buren, hoofdplaats van 't eertijds opzichzelf bestaande graafschap Buren, dat in 1801 bij Gelderland gevoegd is.

villa Buria a° 772 (Sp. III, 124, 54; BN; Sl. 12).

(in) Burion a° 983 (HZ. I, 37; Sl. 105).

(apud) Buira(m) XIde eeuw (Sl. 124).

Bueren a° 1263 (Sl. 840) a° 1299, 1367, 1425, 1533, 1600 (HZ II, 500; N. II, 216; IV, 30; Nav. XXV, 523; GV 1873 bl. 35).

(apud) Buren a° 1281, 97 (Sl. 996; HZ II, 455) a° 1333, 1402, 65, 1507 (N. I, 304; GL in Nav. XVII, 124; N. IV, 368; VI, 1, bl. 383).

Buern a° 1300 (GL in GV 1874 bl. 15).

Buiren a° 1435 (H., Stukken III, 22).

Buyren a° 1467 (N. IV, 410) a° 1513, 28 (N. VI, 1, bl. 450;

Hard. II, 62).

Buuren a° 1469 (H., G. Oudhh. 481).

Dezelfde varianten treft men in den geslachtsnaam van Buren aan.

Burggraaf (De), landgoed te Heerde, -:
Borchgreve a° 1537 (H., G. Oudhh. 351).
Het Huis Borggraave a° 1741 (TS 501).

de Borggrave a° 1794, 1840 (GB, Aa).

A° 1484 is sprake van »gaarden op den borg-graven" o. Albergen (Over., D 418). Vgl. den gesl. den Borchgreve a° 1383 (F 92), Borchgrave a° 1400 (ib. 210), den Borggraaf a° 1400 (B 77), naast dien anderen, Borchgrevinc a 1413 (B 209), -ijnck a° 1475 (F 388) enz.

Burghtheuvel (Den), hoeve te Lienden, -a° 1402, 24, 1527 (op) borchhoeuell (T. v. E. 144).

Bushofs-weerdslag, goed o. de stad Zutfen, a° 1571 als Bushofs weerdtslagh (ten Helbergen) vermeld, in Kreynck, Protocol d. Schultampts Z. (Zie HB 1882 bl. 120, 1), in 1618 't eigendom van Jhr. Henrick Bushof.

Buslo, landgoed te Gietel, o. Voorst, op Veluwe, -:

Boslo a 1794 (GB).

Bussloo a 1808, 58, 84 (HB 1880 bl. 35 enz.).

Volksuitspr. Busló. Heette in 1741 TS 510) Dortshuizen, door eenen Baron v. Dort aldus verdoopt. 't Staat dan ook dus op de kaart v. TS vermeld.