Gesl.: de Durrete a° 1288 (Bijdr. I, 296), v. D. a° 1371, 1418 (Cat. n° 49; N. III, 352); v. Durt a° 1326 (GV 1878 bl. 8); v. Durrite a 1359 (N. II, 110); v. Dorth a° 1366 (Bijdr. III, 322) a° 1490 (Cat. n° 926); v. Dortte a° 1440, 1 (N. IV, 182; H., Roozendaal 301); v. Dortht a 1452 (Cat. n° 489); v. Dortthe a° 1492 (D 580); v. Dort a° 1570 (Bijdr. I, 34) a° 1579, 99 (Cat. n° 1179, 84; H., Roozendaal 457); v. Dortt ao 1578 (H., Stukken III, 387). Dreijen, bp en huis te Renkum, op Veluwe-Zoom, bij den Rijn: Dreyen a 1493 (N. VI, 1 bl. 26). Dryen a° 1545, 6, 1756 (H., G. Bijz. 58; Roozendaal 522). Eene uitspanning te Oosterbeek heet Dreijenoord. Drempt, bij Doesburg, aan den Ouden IJsel: Tremethe a 1069, 1161 (BM 187; Sl. 178, 305) 1). Thremethe a° 1200) (Sl. 396; Inv. Arch. kl. Bethlehem 1853 bl. 7) a 1252 (perrochia) Sl. 732). Thremmethe a° 1200 (Bo, 270, 1a). Tremmethe a° 1200 (BN). Trenethe? a 1200 (N Bijdr. IX, 7). Thriemethe, Thrimethe a° 1203/16 (Sl. 411, 2). Drimethe a° 1234 (ib. 579). Dremethe a° 1250 (ib. 710) a° 1329 (N Bijdr. NR. I, 244). Driemethe a° 1339 (A, 58). Dreemt a° 1366 (ib. 77). (kerspel) Drempt 1450, 6 (Invent. arch. Doesburg 85; Lingebrief in 't Gr. Geld. Plakkaatboek). Adject. Het Drempsterveld bij Doesburg, a° 1448 vermeld (Invent. arch. D. bl. 83), luidde omstr. 1400 (in) drempt' velde (T. v. E. 141). Dreumel, in MW, aan de Waal: (curia = curtis) Tremile a° 893 (VA 194). D Tremele 2) a° 893 (Sl. 66; BM 204) a° 1222 (Bo 324b, 5a). (ecclesia) Trumele a° 1117 (Sl. 223). (ecclesia) de Drumel a° 1226 (ib. 490) a° 1645, 54 (Slicht. Tooneel 33b). Drumel a 1229 (Sl. 531). 1) Sl. plaatste boven dit charter (9 Juni 1161, no. 310) Dreumel, en wees bl. 1131a Tremethe zoowel aan Drempt als aan Dreumel toe; wat onmooglijk is. 2) Vgl. Tremella 10de eeuw = Drimmelen (N.-Br., BM 222). (ecclesia) Dromel 2de helft XIIIde eeuw (ib. 721) a° 1561, 1620, 1800 (Kron. v. Arnh. 118; MS. v. Drakenborgh; Sp. IV, 93). Droemel(1) a° 1342, 1407, 24, 97 (N. I, 433; GL in Nav. XVII, 124; H., G. Maandw. I. 458). Vgl. Nom. Geogr. Neerl. II 115. Drie, bp o. Ermelo: villa Thri in pago Felua a° 855 (Bo 32; HZ I, 14; Sp. IV, 134; Sl. 46). Triendum a° 996 (Sl. 115, 248, 1132. noot) a° 1129 (Sl. 248). Tryendum a° 996, 7 (HZ I, 43; Bo 74b). Triendem, -den 1) a° 977, 1134 (Bo 74b, 183a). (in) Dri 13de eeuw (Sl. 393). Gesl. v. Drij, Dry omstr. 1400 (T. v. E. 136, 8, 61). Driel, benaming van twee dorpen, één in Over-Betuwe, één in Bom melerwaard, terwijl er a° 1431 sprake is van Oosterbeek, later Den Aldenhof of Oldenhof 2). = den Hof te Driel, kerspel Daar 't niet altoos gemaklijk gaat beide dorpen te onderscheiden, en de namen blijkbaar identisch zijn, immers Driela (Bomm.) a° 814/5, Driela (OB.) einde 13de eeuw (Nom. Geogr. II 151), laten wij hier de varianten van beiden chronologisch volgen, de ligging er bij aanwijzend voorzoover geen twijfel bestond, en opinerkend dat volg. Sp. III, 124, de naam reeds in 709 voorkomt. (in) Driela (Bomm.) a° 814/5 (BM 202; BN; Sl. 31). villa Thrile (ibidem) in Teisterbantiae comitatu 3) a° 996/7 BN ; Sl. 1131), (atrium) a 1026, 8, 1178 (Sl. 151, 343; HZ I, 50, 100). >> Dryele (ibidem) a° 1006 (Bo 88a; BM 203; Sl. 132) a° 1261 (OB.) (Sl. 827). 1) Menso Alting (Thrienden) en BM 177 denken hierbij aan Drienen, tusschen Delden en Oldenzaal. Ook Nom. Geogr. Neerl. I, 91 deukt aan Driene, Crijne (bq o. Lonneker). Men is daartoe gewis door het onmiddellijk voorafgaande Thelden verlokt, voorbijziend dat het Zutfensche Vorden ook zijne bp Delden heeft. Vandaar dat zich ten aanzien van het Overijselsche Delden in Nom. ib. bl. 88 dezelfde vergissing herhaalt. 2) Een goed te Mill (Land v. Kuik) heet Alden-Driel. 3) De Bommelerw. heerl. Driel in 1399 het eerst in GL voorkomend, wordt aldaar destijds omschreven als Het Hooge Huis of Teisterbant. 4) Voor Thulii, Thuli ao 970 (Bo 64b; Sl. 99), Thule (dimidia pars) ao 996 (Bo 74; Sl. 115) Thule a° 29 (Bo 183a), staat in een giftbrief van Elten van denzelfden tijd, doch met eene latere (omstr. 1350) hand geschreven, Thriele dimidia pars (Sl. 1132, noot.) atrium Trihele (ibidem) a° 1028, 50 (Sl. 154; Bo 126a). Triele (OB) a° 1046 (ib. 162). atrium Thri le a° 1050 (HZ I, 51). Drile (Bomm.) a° 1112/27, 96 (Sl. 219, 385; Bo 265) a° 1200, Driele (ib.) a° 1203 (Sl. 409) a° 1261, 76/81 (OB.) (Sl. 826, Driel(1) a° 1317, 27 (N. I, 170, 211) a° 1440, 83, 1519 (GV 1874 bl. 24; Tijnsbk. bij Sl. in N Bijdr. I; H., G. Maandw. I, 5). Dryel(1) a° 1327, 33, 48, 95, 1405, 29 (Sp. III, 250; N. I, 317; II, 34; H., G. Maandw. I, 287; II 49; N. III, 268; IV, 64) a° 1527, 1645, 54 (H., G. Maalt. 57; Slicht. Tooneel 33b). Drijell a° 1448 (Mr. E. D. Rink, Beschr. v. Tiel, 40). Dryl, Dreyl a° 1561 (H. Kron. v. Arnh. 127, 45). (groit) Drill (Bomm.) a° 1567, 8, 9 (H., Stukken I, 131, 7; Geld. Mk II 138, 9). Vgl. Nom. Geogr. Neerl. II 115, 6. Adject.: Dryelsch a° 1387 (H., G. Maandw. II, 48). Gesl. de Thrile a° 1105 (Sl. 207); de Driele a° 1179 (ib. 348) a° 1203, 44, 81, 6, 8, 1348 (Bo 283a; Sl. 411, 656, 996, 1063, 1113; N. II, 38) enz. enz.; de Drile a° 1196, 1200 (Sl. 384, 99) a° 1276 (ib. bl. 951); de Dryle a° 1233 (Sl. 572) a° 1312 (H., G. Bijzond. 25); de Dryele a 1238 (Sl. 615bis); de Threle a° 1254 (Sl. 747; vgl. A, 13); v. Driel a° 1365, 77 (N. II, 201; III, 30); v. den Dr. a° 1392, 1403 (F 20; B 105); v. Drijel a° 1391 (F 195); v. Driell a° 1436 (N. IV, 131). Daar Veld-Driel eene der dríe buurschappen van 't Bomm. Driel uitmaakt, ontmoet men ook den gesl.: de Veltdriel ao 1470 [Schepensignaat v. Tiel, bij Rink, Beschr., Bijv. en Bijl. II (1847) bl. 37], Veldtriel a° 1600 (Nav. XXXIV, 108). Drumpt, bij Tiel, in de Tielerwaard, -: Thrunniti a 850 (Sl. 42), of Thrumiti a 850 (BM 203). 1) Oudste Register, waar Pontanus Briel heeft. Blijkbaar verschrijving. 2) Bo denkt hier ten onrechte aan het verder verwijderde Tricht. Daar echter dit Thrunniti of Thrumiti, Thrinniti tusschen Velgasse (op Zantwijk, bij Tiel) en Avezaat wordt opgeteld, kan hier niet anders dan Drumpt bedoeld zija. Drumthe a° 1200 (Bo 268a; BN). ecclia Drumpthe a° 1200 (Sl. 398). (apud) Droempt a° 1260, 1332 (ib. 824; N. I, 276) a° 1465, 1523 (H., G. Maandw. I 140; Mr. E. D. Rink, Beschr, v. Tiel 1836 bl. 13 d. Bijl. achter die Beschr., Brief v. hertog Karel v. Gelre dd. 22 Apr.). Drempt a 1456, 1513 (Lingebrief in Gr. G. Plakkaatb. I, kol. 114; N. VI, 1 bl. 457) a° 1566 (Gezegeld document, overdracht van goed). Drompt a 1520 (N. VI, 2 bl. 658) 1) a° 1566 (N Bijdr. V, 220, 3). Drumt a° 1523 (Mr. E. D. Rink, t. a. pl.). Droemt a° 1523 (ib.). Dromt a° 1566 (N Bijdr. t. a. pl.). Drumpt of Drempt a° 1783 (Bo 268, noot a). Bo t. a. pl. noemt nog den variant Drimpthe. Druten, MW., aan de Waal, : bonum Truhtene a° 1167/74 (Sl. 318). (ecclia) Drothen a° 1250 (ib. 721). Drueten ao 1365, 1497 (N. II 203; H., G. Mk I, 458). Druyten a 1645, 54 (Slicht. Tooneel 336). Vgl Nom. Geogr. II, 116. Adject. de Druiterweerd a° 1654 (Regrs 175). Gesl.: de Drutena a° 1076/99 (Sl. 183); v. Drůeten ao 1359 (N. II 110); v. Drueten a° 1365, 8 (HB 1880 bl. 319; N. II 203, 21) enz. enz.; de of v. Droeten a° 1372 (N. III 7) a° 1410 (ib. 310); v. Druten a° 1396 (H., G. Oudhh. 69) enz. enz.; v. Druet a° 1419 (H., G. Mk I, 193); v. Drutten a° 1428 (H., Roozendaal 229); v. Druiten a° 1579, 97 (Rink, Beschr. v. Tiel 312; Bijl. ald. 32; HB 1880 bl. 298). Duffel (De), landstreek beo. het Rijk van Nijinegen, schijnt in 1654 geheel tot Gelderland behoord te hebben (zie Slicht. Tooneel 69). Omtrent de oude grenzen vgl. BM 205. in pago Dublinsi a° 720 (Sl. 7; vgl. BM 71 noot 3). p. Dublen 2) a° 720, 93 (Bo 2; Sp. III, 401; IV, 70; BM 205). 1) Drumpt heette destijds, in vereeniging met Zantwijk, Het Schependom van Tiel. 2) Dubbeldam (Z.-Holl.) wordt a° 1225 ook denkelijk door Dubble aangeduid (Sl. 485). Zie over het riviertje Duble (a° 1064, 1105), dat voorheen van Dordrecht naar Duplamunde liep, BM 80, en J. W. Hingman, De Maas en de dijken van den Zuid-Holl. waard. marca Duvelro a° 891 (Sp. III, 362). Duuelero, Duvelero a° 891/2 (Bo 43; BM 205, Sl. 65). p. Tubalgowe a° 948 (Sl. 85). Dufflia a° 1250 (ib. 720). (die) Duyffel a° 1334, 59 (H., G. Oudhh. 31; N. II 128) a° 1603, 54 (H., G. O. 25; Slicht. Tooneel 4b). Duyfle a° 1359 (N. II 128). Duffele a° 1363 (Sp. IV, 98). die Dufell a° 1449 (N. IV, 237). Duyffelen a 1465 (N, IV, 367). het lant van Duffle a° 1476 (H., G. Oudhh. 274). de Duffeld a° 1800 (Sp.) Omstr. 1400 is sprake van een persoon of personen die duefler (T. v. E. 150). Duffel, te Andelst. A° 1707 is sprake van het Duffelsche tiendblok (Regrs 251). Tusschen Mechelen en Lier in Antwerpen ligt een ander Duffel, (a° 1645, 54 de Duyffel, Slicht. Tooneel 38a), de geboorteplaats van Kiliaen. Duistervoorde, landgoed te Twello: Duijstervoorde a° 1577, 1637 (Cat. n° 1169; GV 1875 bl. 72). Te Veenhuizen (o. Nijkerk) ligt een goed (in) de Duyst a° 1635 (Rgrs 76), omstr. 1400 het guet Inder duest (T. v. E. 137), destijds ook een gesl. Duyst bij Deutekum (M. v. E. 66). Onder Doesburg ligt de Duistersteeg. Duiven, in de Lijmers, tusschen Zevenaar en Westervoort, voormaals Kleefsch, sed. 1802 Geldersch, -: villa Thuvina 1) a° 838 (Sl. 37). curtis Thumna 2) a° 970 (ib. 99; Bo 64b). (parochiani de) Thufen a° 1131 (Lacomblet III n° 457; BN; Sl. 252). 1) Sl. 1156b Thufina. 2) Ibid. Andere, etymologisch eeniglijk passende lezing: Thuiwa. |
