Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

93. Ego in dei nomine Bubo de Fresia dono atque trado sco Bon. ad Fuldense monasterium in pago Ostrache. in marcha Ruonwerde 1) quinque boum terram. quam mihi Helmsuint manu sua in hereditatem contradidit cum ceteris bonis ad hoc pertinentibus et familiis.

Men wil dit voor 'Rauwerd' houden; éérder moest het tans: 'Rōn'Ronn-ert' luiden.

Rauwert, zie boven blz. 37.

Aan Maagdeburg worden door keizer Otto II enige goederen in Friesland geschonken:

A° 981: Hoc est Witebord I mansus XXXII pascua boum et V talenta. In Retz word I virga XL solidos in Bestlau una dimidia XX solidos. In Thunewerd XXX pascua boum V talenta. Colimchornon Hilderedesziericon V talenta.

Schwartz. Charterb. I, 63.

4

In

Men wil dat met 'Witebord' 'Wydebird' bedoeld is, dat 1 uur o. van Grouw in Idaarderadeel ligt. Retzword zou Rauwerd wezen; of »zou men dit mogen houden voor een onduidelike lezing van Bestlaurd (Bestle-wrd) en dat mogen verklaren als 'Betterwird' mede in Westdongeradeel gelegen?" Mr. Andreæ, Vrije Fries XIV, 256 noot.

M. i. is 'Bestlau' in Beftlau

s en f is vaak niet te onderscheiden in hss. te veranderen, en er 'Baflo' mee aangeduid. 'Retzword' is Raskwerd 2). In die buurt of oosteliker zoek ik ook 'Witebord'.

Maar in het tegenwoordige Friesland liggen:
Thunewerd, Tenaerd, boven blz. 96.

Colimehorn on Hilderedesziericon. Uit het Benificiaalboek van Friesland, blz. 179 blijkt dat Colimehornon een buurt nabij Holwerd geweest is:

>>Die landen ende renten, behoirende totter pastorie in Holwert, die her Ritske Amkema, pastoir aldaer, nu bedient. ...

1) Zie "Register" waarin die richtige Lesart einiger falsch gedruckten namen ist enthalten." Dronke, Tradit. Fuld. 244, i. f.

2) Vgl. Westerhoff, Gron. Bijdr. VI, 103.

Ook Descriptio... Hadamar" (Xe eeuw): Bestlon.

Ook Emo & Menco ad annum 1224. Bestlo!!

Lau = lo, vgl. ohd. laoh. Zie deze Nom. I, 155 vv.

Item noch een pondemaete in Colmehorne bij den Gruenewech, Abe Siuxma opt zuydt, ende Amkema landen opt oest naestgelandet." In het Register van den Aenbrengh, 1511, I, 100 wordt onder Wanswert opgenoemd :

Reijntie to Collum Herna XIV pondten VI f. lanthere der abt voersz (d. i. to Foswert).

Hilderedesziericon schijnt daarbij te hooren. Ik haal hier Andreæ 1) aan, die het voor de oude naam van het tegenwoordige dorp Holwerd houdt. De combinatie beider namen in het stuk steunt dit beweren. ziericon is dat. (loc.) plur. van zierice, kerke.

Deze kerk kan op of bij een 'waard' gebouwd zijn; en de streek ook 'Hilderedes-werd' hebben geheeten.

Dat dit in Hille-werd-es-zierke te veranderen is, betwijfel ik zeer. Eer is het de eigennaam 'Hilderade' 2).

Maar hoe deze in 'Hol'- overgegaan is, is mij noch niet volkomen duidelik; ik kom daar later op terug. 3)

In het Vita Fretherici, Wybrants, blz. 58:

villa prope Holwert, nomine Medewerth. zie boven blz.

A° 1333 (?): in personatibus Hoelwer Dockinghe et Ghaest.

Rek. Utr. I, 418.

A° 1399: die enen man onthoift hadde tot Hoelwerde.

Verwijs, Oorl. Albr. 250.

A° 1399: tot Holwerde inden velde.
A° 1492: her Iohannes to Holwert.

ald. 263.

Schwartz. I, 753 (orig.)

Kadaster van 1505: Holwerdt in Dongherdeel westzijde der Paeszens. Schwartz. II, 17.

In het (mischien niet echte) - >>Sarachonis Registrum Corbej." (XIe eeuw), worden o. a. opgenoemd :

623. In Pharanrodun in pago Ostrache hildiger habet biuangum et persoluit quotannis I bouem XII oues et XII eminas mellis.

666. In Stadun in pago Ostrache ruoder habet biuangum et persoluit quotannis XXIIII modios siliginis XVI oues XVI eminas mellis et I bouem.

[merged small][ocr errors][merged small]

667. In Burcundun in pago Ostrache egiluuald habet biuangun et persoluit quotannis XXIIII modios siliginis XVI oues XVI eminas mellis et I bouem.

668. In Hany in eodem pago Ostrache uuerinzo quotannis persoluere debet III eminas mellis.

Falke, Tradit. Corbej. Bijlage blz. 35 en 38. Geen plausibele gissing is mij bekend, welke deze plaatsen terecht brengt. Zelfs twijfel ik sterk, of zij wel in ons Oostergo liggen; meestal staat in dit Register bij de plaatsen in Friesland de aanduiding 'in Fresia', zie o. a. boven, blz. 105. En Stadun wijst eer naar 'Staden' aan den linkeroever der Elbe, n. van Hamburg.

Zij blijven voor latere mededelingen over oude plaatsen bewaard.

Een van de voornaamste plaatsen in het distrikt Bornego was het huidige Oldeboorn.

A° 1243: nos domui Theutonicorum s. Marie in Nesse... contulimus ecclesiam jn Bornde cum suis attinentiis.

Arch. D. O. II, 616 (orig.) zie boven blz. 53.

Evenzoo in 1245 en 1258, zie boven.

A° 1281: ecclesiam de Bornde.

Arch. D. O. II, 618 (orig.)

A° 1315: ecclesiam de Boernde... in ecclesia de Boernde.

Arch. D. O. II, 619 (orig.) zie boven blz. 52.

A 1350: Wibrandus et Werbrandus, Lyndolfus, Reynerus, in Borne, in Gast, in Blesdic, in antiqua Brokop ecclesiarum curati, necnon... advocati loci beati Nycolay in Scoten... curat(us) in Borne...

Arch. D. O. II, 622/3 (orig.) zie boven blz. 53. A° 1389: Johannes, curatus in Bordego... decanus in Bordago. Schwartz. I, 248.

A° 1427: Thiaerd, persona to Westermeer, decken ti Born.

A° 1467: Hilke, Feyka dochter van Boern.

Schwartz. I, 475.

Schwartz. I, 619.

A 1468: her Reiner, myn personer van Boern.

Schwartz. I, 623 (orig.)

A° 1471: Syurd Rinnersma toe Boern... Remeth myn personer.
Schwartz. I, 646 (orig.)

A° 1472: heren van Utrecht synen deken van Borne bevele tot zyn

dienst dat hy ende syn onderdecken alle die kerspele, die dair hoir volck mede gehat hebben, jnterdict legge...

A° 1472: Feyta toe Born.

A° 1473: heer Reyner personre te Born.

Arch. D. O. II, 631.
Schwartz. I, 651 (orig.)

Schwartz. I, 652 (orig.)

Men hield de plaats reeds vroeg voor een voorname buurtschap.
Bernardus Furmerius tekent aan 1):

>Ten tyde van dit Geuzendom is de klok uyt Oudeborn naar Leeuwaarden gevoert; op welke klok haar ouderdom met deeze letteren uytgedrukt stond, A. D. ccccccc. Waar uyt dan blijkt dat het Christengeloof op dien tijd hier al verkundigt was.

Dit zou een zeer oude klok zijn; ouder dan een van alle waarover van Borssum Waalkens bericht in de Vrije Fries.

De waarheid van de mededeling valt te betwijfelen; de schrijver is geen man van veel gezag.

Doch, ook J. Douwama 2) verhaalt er van:

Born is een olt dorp, ende groet gewest, ende this zeer vergangen; ende daer worde de eerste kercke gemaect, de in Westerlant 3) gemaect worden, ende voele luden, de hijr al vnder to kercke hoerden; ende nae des de menschen metter tijdt meer deuocijen cregen, so timmerden je voele kercken in de jegenoet, de al plegen to gaen to Born to kercke, also datter nv wal staen vmme den 40 kercken, oeck cloesteren, daer Born aff is de chatedrael kercke; daer om holt het landt noch de name, ende wordt to samen genoempt Bornogo. Boven bleek ook reeds, dat het de hoofdzetel van het kerkelik gebied was. Ongetwijfeld is het dus een oude vestiging, al is het waarschijnlik niet de oudste in Friesland 4).

De kerk was heel oud en groot; de oude namelik, of »de voorige kerk", zoals de Tegenwoordige Staat meldt, »rustende op twee rijgen pijlaaren."

Die kerk zou naar een oude overlevering gebouwd zijn over een born;

1) In peroratione ad Apol. Suffr. Petr.; zie Oudh. en Gest. v. Friesl. II, 308..

[blocks in formation]

wat, volgens sommigen, »terugvoert naar het heidendom, met zijn gewijde bronnen en tempels" 1).

Uit de XIe eeuw zijn bovendien noch munten bewaard, met slechte stempelslag 2), waarop Bordnerenere of Bordnererere of Bordneberere, d. w. z. Bord in het midden, bovenrandschrift meest nere (hebe), onderrandschrift de andere letters. Daar op slechte naslagen vaak herhalingen voorkomen, mag Borduere of wel Bordnere-uere als eigenlike naam aangezien worden. Beslist kan dit eerst, indien beter gemunte van de eerste muntslag 3) te voorschijn gebracht worden.

Dit Borduere zoeken alle, altans de voornaamste muntkundigen, in Borne, d. i. Oldeboorn.

Men vermoedt zelfs noch een ouder bestaan.

In een aardrijksbeschrijving uit de VIIe 4) of IXe eeuw, wordt vermeld dat Friesland slechts 2 steden bezat:

Bordonchar et Nocdac.

Met het eerste menen sommigen dat Boorn is aangewezen.

»Juxta oceanum ponitur patria, quae dicitur Frigonum 5), quae juxta litus oceani conjungitur cum suprascripta, quam nominavimus Saxoniam, - audaces homines eandem patriam proferre asserunt, et in nullo modo civitates in eandem Frigonum patriam fuisse legimus, exceptis duobus, quae antiquitus leguntur Bordonchar et Nocdac. Sed et transire per eandem patriam legimus fluvium qui dicitur . . ." Lib. IV, p. 181, a. w.

Aldus de tekst van de Aardrijksbeschrijving; de naam van de rivier is niet ingevuld. Nocdac is onbekend. Harkenroth, Oostfr. Oorspr. 510 schijnt er Norden in Oostfriesland onder te verstaan. Volgens hem zou Leibnitz deze namen als Bardengau en Hocbock gelezen hebben, die daaruit 'Bardewijk' en 'Hamburg' maakt.

>> Bardengau zou echter Bornga, en in dien vorm ook de oude naam van Oldeboorn kunnen zijn. Is de veronderstelling dat Nocdac een omzetting van Doccuga (Dokkum) zou zijn, niet te gewaagd, dan zouden wij

1) Vgl. Dirks, Kooph. d. Friezen 68/9.

Vrije Fries VI, 21 noot.

2) Vgl. over zulke naslagen Hooft van Iddekinge, Friesl. en de Friezen p. 74, vv., 80 noot, 104, vv., en noot.

Zie de inschriften: Vrije Fries VI, 20.

3) Men sloeg met een stempel waarin met afzonderlike poinçons de letters, enz. waren ingedreven; vaak nam men dezelfde poinçon, vooral bij latere naslagen, zie van Iddekinge 99. 4) Vgl. Porcheron, GEOGRAPHUS ANONYMUS (vel GUIDO) RAVENNAS, Inleiding. 5) 1. Frisonum?

« VorigeDoorgaan »