Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

ook die streek zijn eigen belangen kreeg, werd ook hij zelfstandig, onge

veer om 1480?

Vita Siardi, Wybrants 145:

quaedam matrona Hatheburgis nomine de Rawertham (-thum?), waar wel het plaatsje bedoeld is, evenals in

A° 1401: Sicconem Ydszaerda, Tzalengem, Tethza et eius fratres, Poptacum, parochianos Popeng were, Rawerder hem et Solis.... dominus Sifridus meus curatus in Rawerderhem.

Schotanus, Tablin., blz. 68.

Dit blijkt ook uit 'Raerdhe m'-steradeel in 1482.

De streek komt voor in:

A° 1398: Lewerde, Munte, Thiathsteerteradeel, Ydauwerderadeel en die Hem, aan Gherart Kaminghe.

Rijksarch. Reg. Bevelinge II, 63; Colmjon, Register Oork. N°. 405. A° 1435: Liewerderdeel, ende Ferwerderdeel, Dongherdeel, Dantumadeel, Thytzyercksteradeel, Ydarderadeel ende die Hemma.

Mieris IV, 1067; Schwartz. I, 512.

A° 1474: Renik Doykazon toe Flaersim in Raerdera gae.

Schwartz. I, 659.

A° 1482: Berradeel, Menaldumadeel, Hennaarderadeel, Baerderadeel,
Raerdhem stera-deel, Wtengeradeel, Ferwerderadeel, Dantmadeel,
Liouwerderadeel, Trynwalden.
Schwartz. I, 712.

A° 1487: verbond van steden en deelen van Westergo »mey ws verbunt als Hemster a deel, Ydaerderadeel, ende swderst tremdeel fan Leowerderadeel.

Schwartz. I, 740.

A° 1491: her Wel decken in da Hem, persona tho Freens.

Schwartz. I, 751 (orig.).

Kadaster van 1505: Rauwerd in Raeuwerderhem.

Het plaatsje komt noch voor in:

A° 1427: her Suewert persona toe Rau wert.

Schwartz. II, 16.

Schotanus, Tabl. 120.

Schotanus, Tabl. 124.

Schotan. Tabl. 128.

A° 1441: her Sywert personna tho Rawert.
A° 1464: her Dowa personna to Rawerd.
A° 1491: Haya Renicksz. wenheftich tho Raerd.

Schwartz. I, 751 (orig.) zie beneden, ditzelfde charter.
Schwartz. II, 213.

A° 1500: Raeder tzercke.

En al in een Beschrijving van de zeven friese zeelanden, die uit het begin der XVe eeuw dagtekent, wordt het plaatsje met de ombuurt genoemd, aldus:

>>Dat tredde is heten Aestergo mei al Smellingaland, Boerndeel', foerd meer Haudmare, Haskerwald, dae neersta Walden, ende Rauwerde, Achtzespel ende Colmerland.

Oude Druk (XVe eeuw), Fries. Rechtsq. 110.

Over Boerndeel, enz. nader.

Ook hier is, als in 1453 (blz. 36), Smallingerland afzonderlijk genoemd naast Aesterga. Vermoedelijk werd het vroeger tot Tietsjerksteradeel gerekend: zijn hogere bodem liet het eerder bewonen dan Rauwerderhem; het kwam als zelfstandige grietenij wel in de XIVe eeuw op. A° 1392: Siurd Menningha fan Swichum, Tiebba Ildzisma fan Berghum, Hera van Smelne, Grata Ellingha fan Eedawere, greetman (plur.) in ther leppa yn Lyo uwerdera, yn Thiatzerckera, in Smellenghera ende yn Eedawerdera Delem.

Schwartz. Charterb. I, 252.

A 1398: Smalengherlant aan Gheryt Kaminghe.

Rijksarchief; Reg. Colmjon N°. 409.

A° 1439: Lewart, Upsterland end Smellingerland.... Szemma Feyga met syne sigel fan Smellingera weyna als hy hiare gretman is. Schotanus, Tablin. 75, zie 't Register i. v. Upsterland.

A° 1450: Kempa Vnnyngha, greetman in Lyo uwerderadeel, Joret Andrengha, greetman in Eedauwerderadeel, Oonna Hoykama greetman in Thyatzerkeradeel ende Jeldze.... greetman in Smellingeraland, ende wse mederiuchteren in der Leppa.

Schwartz. I, 529.

A° 1453: Dongheradeel, Dockummadeel (var. Dontmadeel) Ferwerderadeel, Lyouwerderadeel, Tyattzerkeradeel, Ydauwerderadeel, Smellingherland ende dio sted van Lyouwerd ende fan Dockum.

Schwartz. I, 546.

A° 1456: dae mena saunwalden als Schaeterland, Stellingwerf, Opsterland, Smelingeraland, Haskera-fyfgaen....

Schwartzenb. I, 590; zie 't Register i. v. Zevenwouden.

Reeds in 1230:

Omnes de decanatu Stauriae, et de Westergo, et de Nova Terra et de Bornego, et de Smalena super Backenvene convenirent. P. Hordijk, Quedam Narr. 71; zie boven blz. 24, waar het plaatsje ongetwijfeld bedoeld is; dat naar de Smalen-ee heet. In A° 1326 (?) wordt gememoreerd: Abbas de Smelna, Augustinens. Rek. Utr. I, 77.

A° 1392: Hera van Smelne, greetman in Smellenghera dele.
Schwartz. I, 252.

A° 1475: Johannes Welp prior van Smelnee.

Schwartz. I, 661 (orig.).

Enkele meedélingen over de Grietenijen van Oostergo; en wanneer zij 't eerst voorkomen.

Eerst over Echtawerderadeel, in de Muntrekening, boven blz. 30 genoemd, uit de XIVe eeuw. Men houdt het tans op het spoor van Acker Stratingh, Aloude Staat II2, 94, voor 'Idaarderadeel'; de Haan Hettema, Oud en Nieuw Friesland 114, beweert dat het 'Achtwaardendeel' of Deel der acht buurten of dorpen' is; dit meent ook van Panhuys, Landgemeente 10, noot. Een oudere vorm van 'Idaarderadeel' is 'Eedawerderadeel', terwijl het dorp 'Eedawere' heet:

A° 1392: Grata Ellingha... fan Eedawere, greetman... yn Eedawerdera (dele). Schwartz. I, 252, zie boven blz. 38. A° 1438: Bocke Uthsma gamegh nu ter tijt to Freenze... do ic was gretman in der leppa van Edauwerdradele.

Schotanus, Tabl. 121.

A° 1450: Jorret Andrengha, greetman in Eedauwerderadeel.

Schwartzenb. I, 529, zie boven blz. 38.

A° 1453: Ydauwerderadeel.

Schwartz. I, 546, zie boven blz. 38.

A° 1461: Lyouwerderadeel, Tyatzerkera, Y dawerderadeel.

Schwartz. I, 600.

Is nu echta hetzelfde, althans synoniem met eda-; en.... wat men meestal aanneemt, is eda

water?

De vorm et-werth zou eer wijzen op eth-(a-stam) als grondvorm, waaruit ook eda kan ontstaan.

Is dit het eth? dat ook voorkomt in »wili ther enich hemithoga (»geistlicher fiscal" v. R.) foror wrogia tha thet riucht wîst, sa brekth hi, and thes ethes las" (is van zijn ambt ontzet), Riustringer Seendrecht, Fr. Rq. 130, >>tofara alreke durum ther thi asyga under sine ethe

[ocr errors]

heth", III Kest, Extract Asegaboek, ald. 538, 12.

In welk laatste citaat het min of meer de betekenis van êdspel nabijkomt 1).

1) Is daarbij te vergelijken een glosse in Diefenbach Glossar?: (22b) iuramen = menheit;

ook 'communitas' is 'gemeinheit'.

Dan zou 'eda, eth'- were, de were van de gemeente kunnen zijn.

En daarmee zou 'echta(-were)' synoniem wezen. Ook ohd. mhd. êhaft is de gemeente als »rechtliche corporation.'

Tenzij 'echtha' in 'eththa'1) moet verbeterd!
Sagaciores videant.

Leeuwarderadeel was verdeeld in drie trimdeelen :

1o. noord van de Ielsumervaart: Stiens, Finkum, Hijum, Britsum, Kornjum, Ielsum, Lekkum, Miedum.

2o. Oldehove, Hoek; zie 't Register i. v.

3o. zuid van de Potmarge: Wirdum, Wytgaard, Swichum, Goutum, Huzum, Hempens en Teerns.

Genoemd in

A° 1487: dat noerderst trimdeel.

Schwartz. I, 738.

A° 1477: dae myddelste trimdeel in Peter Kaempstera steed, fan der ene syde van Lyouwirderadeels weghena.

Schwartz. I, 672.

A° 1481: dat foerband des swrste trimdeels, als, Wirdum, Swichum,
Goltum ende Hwsmaghae alheel.
Schwartz. I, 703.

Als grietenij komt het voor in de Boetereeks van ± 1300, zie boven blz. 30.

A° 1392: Siurd Menningha fan Swichem... greetman yn LyouwerSchwartz. Charterb. I, 252, zie boven blz. 33.

dera-deel.

A° 1450: Kempa Vnnyngha, greetman in Lyo uwerderadeel.

A° 1487: swderst trimdeel fan Leowerderadeel.

Schwartz. I, 529, zie boven blz. 38.

Schwartz. I, 741a.

Ferwerderadeel.

Genoemd naar de plaats Ferwerd, zie 't Register i. v.
Muntrekening der XIVe eeuw: Ferwerderadeel.

Schwartz. I, 97; Fr. Rq. 388.

A° 1398:

Forwerderdeel.

Colmjon, Oorkonden N°. 409.

1) Indien 'Edenwerfa' uit de Descriptio... Hadamar (zie 't Register i. v.) er bij hoort, is dit een hd. vorm voor 'Ethen'-; schon im Tatian ist d (für th) im in-, und auslaut durchgedrungen", Braune, Althochd. Gramm., S. 131.

A 1399: enen man, die die Vriezen overhaelde ende weder over voer, die dadingen wouden, wt Ferwerderdeel en Dongerdeel.

Verwijs, Oorlogen van Albrecht, 247. A° 1418: Yornd Bottyngha, gameech to Marry m by hwylym gretman in Ferwertheradele.

Visser-Amersfoordt, Archief III, Aanh. blz. 9. A° 1418: Thiard Hoyengha, ghamîch tho Blia, ende by hwylim greytmon in Fer wertheradele. ald. blz. 15. A° 1423: Dowa Syuksma greetman in Dongheradele, Thiard Reynsma, Syric Mellama eeheren Sydze Thiarda upper Gast Greetman in Domptummadeel, Taka Buynga ende Feya Eyssingha eeheren, Sycka Sexma greetman in Ferwerdradeel, Foppeka Sayghera ende Pyba Byntim eeheren, in da nyoghum. ald. blz. 17. A° 1438: elke person in Ferwerderadeel twen ald flaex ende elk vicarius ân. Schotanus, Tabl. 130.

A° 1454: Botte Helbada, Fodde Popkama, en Wigher Campena bestuurders van Ferwerderadeel

Dantumadeel.

Blok, Archivalia I, 220, No. 47.

Muntrekening XIVe eeuw: Donthma deil.

A° 1398: Dongherdeel, Dontmerdeel (tekst: Doncmerdeel) en Forwerderdeel aan Foye van Dochem.

Rijksarchief; Colmjon Oorkonden, No. 409.

A° 1418: Ic Dowa Doyngha, gretman in Dontmadele.

Schwartz. I, 401, 459?

A° 1423: Syds Thiarda upper Gast, greetman in Domptum madeel.

A° 1485:

Visser-Amersfoordt, Archief III, Aanh.

blz. 17; zie boven blz. 41.

greetman in Dantumadeel.

Schwartz. Charterb. I, 727; Vrije Fries XI, 323.

De etymologie van de naam is onbekend. Dam den, of laag 1), is onaannemelijk als grondwoord van de naam. chen, en boven Dam-woude, blz. 33.

Vgl. 't Register i. v. Damar-
Hangt het met Dam samen,

moet dan de -te(-ma), waar de m voor tot n werd, vergeleken met 'Hana-ten' (Hantum, zie 't Register i. v.)? kan Dan-tum dan tegenover Han-t-um, (en 'Bin-t-heim', Beintum?) liggen?

1) De Haan Hettema, Oud en Nieuw Friesland, 114/5.

« VorigeDoorgaan »