Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

maar hy zingt voort, en antwoord niets.- Het eten word opgebraght, zy wil hem bedienen, hy bedankt ze; en of ze schoon over allerlei onderwerpen in redenwiffeling tragt te komen, hy laat zich nergens meede in, en vervolgt zyne maaltyd, niets anders zeggende als, zoo, Mevrouw, of neen, Mevrouw; indien hy gevallig iets vleiends of beleefts zegt, zegt het geluit zelve, dat het niet natuurlyk uit zyne denkbeelden voortkomt, maar door de Wetten van de welleventheit hem word afgepynt: en 't is even of een Acteur een rol opzeght, die hy niet verftaat. Zy heeft te veel doorzicht, om die verandering niet te ontwaren; - hy gaat, zy, alleen zynde, fchreid: en leert schreijen, en een onverfchilligheit ondergaan, die haar ondraaglyk is, en, eindelyk, verwyten doed voorkomen, welker vrindelykheit, en ingetogenheit, op 't klaarfte bewyzen, hoe gaarne zy ze niet doen zoude. Niettemin vind hy ze onredelyk, en beantwoort ze paffelyk gemelyk, zoo ver hy doen durft, buiten vrees, van door een meerder misnoegtheit, de trekken van zyn weezen te misplooien: maar zy merkt wel haaft, dat, zoo menigmaal ze zich verftouten zal om eenigzins over zyn gedragh te klagen, deeze of diergelyken graauw haar antwoort zal zyn. Ei! Mevrouw gy zyt waarlyk de ondankbaarfte onder de Vrouwen: Gy moeft zeer blyde zyn, dat ik Uw getrouwt beb in spyt van zoo veele andere tedere Schepzelen,

[ocr errors]
[ocr errors]

die

tans >

tans, Godt betert, van droef beit sterven, om dat ik me aan Uw verknogt beb.

Dat is 't al wat haare gevoeligheit uitwerken kan; en, zoo zy 'er op toelegt, om door goedbeit, zyne onverfchilligheit te boven te komen, en hem zegt, dat zy niet gelukkig is als in zyn gezelfchap, en hem bid, om haare en zyne Vrinden eens in 't ronde te gaan zien, of een avond met haar in 't Schouwburg, in de Opera, of eenige andere Openbaare plaats te gaan doorbrengen, zoo zal hy 'er aanftonds op toebyten.

Heer Mevrouw, wat benje zot! en weet je niet dat het belachlykfte fpectakel in de natuur, een man is, met zyn wyf op zyde, op een publicque plaats?

,

1

Indien Bellamonte in ftaat is om zich na zulk een behandeling te fchikken, kan ze haar genegenheit volgen; maar ik durf vertrouwen, dat het geene ik hier gezeght heb, haar zal doen ommezien om na te gaan, of ze ook onder de geenen, die ze kend, voorbeelden van deezen aart vinden kan, en 't is gewis, die zullen 'er niet ontbreeken om als eene Waarheit te bewyzen. Dat een man, die zyn eigen verwonderaar is, niet wel, met iets anders, kan ingenoomen wezen".

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Dus wil ik haar nogh bidden aan te merken, dat men voor het huwelyk, als op een foort van ftyle Hooghte is, die, als men 'er eens van nederdaald, nooit weder kan beklommen worden, en dat de perfoon, in beraad is, om van de hoogte aftegaan, zorg

die

vul

[ocr errors]

vuldig diend toe te zien, van wat zyde zy het doen moet, om te komen in de vermaakelyke Vally, geëmailleert met bloemen, welkers onophoudelyke geuren zich alom verfpreiden , en welkers lugtstreeken niet als zagte winden en lieffelyke zonnefchynen geven; en niet in de naare ftreeken, daar barre zanden, fchrale lugten, doornen en kreupelhout, maar eenige verwilderde foorten van bloemen, verder fchynen te verftikken, terwyl die nogh geur, nogh kleur, nogh aangenaamheit als men ze ziet, of geniet, uitgeven.

[ocr errors]

Dus, [om van het zinnebeeldige af te ftappen,] dunkt my, dat de eerstbeschreve Heer, al de hoedanigheeden in zich heeft, om een Dame van verdienften, gelyk ik Bellamonte voor houde, waarlyk gelukkigh te maken, in de kwaliteit van haren man. En 't is zoo ver van my, van tuffchen dien, en zyne twee medevryers, eenige overeenkomft of gelykheit te ftellen, dat ik eerder zegh, dat zy hem een wezentlyk ongelyk gedaan heeft, met tuffchen hun en hem, in eenig bedenken te ftaan: een ongelyk, zoo groot, dat zy 't niet goed kan maken, als met haar zelven fpoediglyk an hem te fchenken, en, daar meede, een einde te maken, van al de oogmerken, en eiffchen van andere minnaars. Ik durf 'er in 't geheel voor inftaan, dat wanneer de agting, die ze tans voor hem gevoeld, veranderen zal in een hartstogt van meer gloed en tederheit, zy geen reden hebben zal, om zich te beklagen Over de evenredige beantwoording 'er van

- Eer:

Eerbied, goed verstand, erkentenis, en plight, zullen al te famen als oly zyn, om de huwlyks-liefde tuffchen hun te voeden, en de huwlyks toorts luifterryk te doen bran den, zoo lang zy gezegent zyn met te fa men te leven.

Ik heb my te langer ontrent dit onderwerp opgehouden, om dat ik een meer als gemeenen neiging in my gevoel, voor het goede nootlot van deeze my lieve, fchoon onbekende Juffer; als meede, dewyl het denkelyk is, dat deeze redeneering, nogh in handen van veele zulke dierbaare panden der famenleving komen zullen, die in gelyke omftandigheden zyn kunnen, om gelyke vragen te doen. Mogelyk zou ik er nog verder in uitweiden, zoo ik myn hart volgde. Maar een zaak van byzondere aangelegenheit voor ons, roept my, om nogh in dit Vertoog afgehandeld te worden.

,

deed ik het niet, zoo mogt een jong Heer, die my onlangs een' fcherpen Brief gezonden heeft, wel in zyn vuift, zoo niet publicq om ons lachen en voorgeven, dat wy niets moeds genoeg hadden, om dien plaats te geven, of geen bekwaamheit om 'er op te antwoorden. Omtrent het eerfte zal by 't tegendeel zien; en wat het andere aangaat, wy zullen het onze 'er toedoen, ten minften ontrent de plaatzen die 't my voeglyk aangaat van te fpreeken; ontrent de anderen zullen myne Leezers wel zien, wat redenen my bewegen, 'er niet van te reppen, en dus my 'er zeer wel van verfchoonen.

Hy

"

Hy zal egter het voordeel niet hebben van te kunnen zeggen, dat ik 'er iets van ingekort of verminkt heb. Ik geef hem zoo als hy was, zonder een woord eene Silabe, eene Comma, veel min eene Zin uit te laten. Aan de SPECTATRICE.

Zoo was het opfchrift, op den omflagh, van zyne geleerde Zendbrief: maar aan 't hooft van de inleggende begroet hy my met

"

Verwaande onderneemfter, van zaken, buiten uw bereik!

[Dan begint hy onder aan den voet van het papier; mogelyk in gedaghten, om door die pligtpleging te toonen, dat hy opvoeding heeft, of wel, om de wrangheit van zyne fcheldwoorden boven aan geplaatft, te verzagten; mogelyk is 't ook wel, om te toonen, dat, hoe ingenoomen hy ook is, tegens my, als Autbeur, hy echter de befcheidenheit jegens myne Sexe weet in agt te neemen.] SCHOON ik nooit een groot denkbeeld van uwe Sexe gehad heb, ontrent de hebbelykheit, om als Autheurs te figureren, doght ik niettemin, toen gy 'er voor uit ,,kwaamt, dat gy ten minften verftandig ge ,,noeg zoud geweeft zyn, om zediglyk bin,,nen de palen, die u voeglyk waren te blyven; nooit, dagt ik, zoud gy zoo onbefuift weezen, om de verwagtingen van het Publicq tot zulk eene hoogte op te zetten, en zulken menigte van beloften tot bergsboogte op te stapelen, dat wy wel haaft „moeft

"

[ocr errors]

"

"

« VorigeDoorgaan »