Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

man;

-

ik kan zeer wel leven van myne Winften: en voor geen bonderd duizend guldens wil ik myne Vrybeit verkopen.

Niets kon hier een grooter bewys ftrekken van de liefde welk deze tedere Vader en Moeder voor hun kind hadden, als dat zy die trotsheit, tegens de waardigheit van dat kind zelve, ongemerkt lieten doorgaan, en hunne lakayen niet gelaftten, om dien inbeeldigen beeft ter deure uit te fchoppen; dogh de vrees voor haren toeftand, vermogt hier 't meeft. En de Vader gaf 'er geen ander antwoord op, als, 't is wel Heer Kwaver, ik zal uw eifch eens in bedenken neemen, en als gy morgen wederkomt, U 'er nader over spreeken.

Wy behoeven niet te zeggen welken stuiting zulk een gedragh veroorzaakte by Perfoonen van hunn' rang en vermogen; nogh hoe zeer het hunne droefheit over den toeftand der zaken voor haar kind vermeerderde, daar zy haar zoo verliefd zagen op een Kerel, wiens vuile baatzught al zoo veragtelyk was, als de laagheit zyner geboorte:Niettemin, hoe zouden zy haar kennis geven van het onverfchillige, 'tgeen hy voor haar Perfoon deed zien, met zich zelven op zoo hoogen prys te ftellen? -'t was ech ter van te veel vooruitzicht haar geen kennis 'er van te geven. zy deden het, met alle mogelyke befcheidenheit, verhalende alles wat 'er voorgevallen was, hoe ze hem hadden doen verzoeken, hadden afgewagt, aangefprooken, en verzekert, dat ze, ge merkt de keus van haar lieve kind op hem

[ocr errors]

ge.

geplaatst was, het huwelyk gaarne zien zouden, en wat hy daar op had geantwoort, met de maniere van doen, en alles wat die famenfpraak verzeld had: onvermindert al het welke, zy verzekerde, het huwelyk niet te zullen hinderen nogh beletten. : CELEMENA hoorde dat Verhaal, veel minder ontroert als zy gedagt hadden zy viel niet in flaauwte, fchreide niet, maar, na eenige ftilte, bedankte zy haren Vader voor dit bewys van deeze zyne ongehoorde Vaderlyke liefde, en bad hem, dewyl hy willig was om alles aan de begeertens van een man toe te geven, welken, gelyk zy gaarne erkende, geheel niets verdienden, dat zy, morgen, in 't vertrek mogt verftooken wezen, daar hy zou gefprooken worden, en zelf mogte hooren wat 'er omgaan zoude.

Dit verzoek wierd aanftonds toegeftaan: en men gaf order als Monfieur Kwayer kwam, hem te brengen in zekere Kamer, die enkel met een dun befchot van Celemena's Kamer afgefcheiden was. Zy had dien dagh haar bed verlaten, 't geen zy in lang te vooren niet hadde kunnen doen, en zat met haare Voedster zoo digt tegens het Schot als mogelyk was, zoo dat ze alles wat 'er gefprooken wierd even zoo wel konde hooren of ze in de Kamer zelf geweest waren.

WEL Heer KWAVER, zei den ouden Heer, my dunkt dat gy gifteren gesprooken bebt van een Prys daar gy uwe Vryheit op ftelde; en na my voorstaat was die Honderd duizend Guldens, waarlyk bet is wat te

veel,

[ocr errors]

veel, voor een man, die voor myne Dogbter geen andere weduwe Goed beeft, als bonderd duizend Muzicqnoten Maar ik wil baar genegenbeit niet dwingen, en wy zullen 'er niet lang over loven en bieden; gy zult uw vollen eifcb bebben, en 't geld zal gereed wezen, zoo dragy getrouwd zyt.

[ocr errors]

nu

HELAAS, myn Heer, antwoordde de andere, 't is my leed dat ik niet duidelyk ge fprooken heb; maar zoo myn heer 't zich gelieft te erinneren, heb ik gezeght voor geen tweemaal vyftig duizent Gulden dagt ik, dat myn heer begrypen zoude, dat ik het ten minsten op Hondert en Vyftig duizend gefchat had. -- my dunkt gy moet 'er ten minsten tien zakken Ryders van maken, en vyftigh duizend guldens vaft zetten, voor't eerste kind. Ik twyffel ook niet of gy zult het zoo schikken, en redelyk vinden, dat gy my tot uw opvolger, by uw overlyden, verklaart; gy weet dat de Vrouwen als ze erfgenaamen zyn van veel Geld en Goed, fomtyds wat ongemakkelyk vallen, en haar mannen wel regeeren willen, zoo dra ze weten dat de boter van haar land komt.

[ocr errors]

Op deeze çierlyke redenering had de Va der al zyn verstand nodig om zyne verontwaardiging in te binden, en kon ze zoo wel niet intoomen, of hy borft uit en zei, Goe de Hemel, wat beb ik misdaan! dat zulk een geftrenge ftraf verdiend! - ongelukkige CeTemena: moeft dan uwe dierbare liefde geplaatft wezen, daar niets als uwe veragting beboorde te zyn.

Ik

Ik weet niet, Myn heer, hervatte Kwaver zeer onbeschaamdelyk, wat je van me denkt, ik ken my zelve, en zal geen jota afgaan van myne conditien: wil je 'er toe over gaan 't is wel, dan zal ik je doghter trouwen, en een goed man voor haar weezen: je niet, zoo is de zaak geheel afgedaan.

wil

CELEMENA hoorde het eerfte niet, of zy zond haare Voedster om haar Vader te verzoeken eens in haare Kamer te komen, en zich voor zyne voeten werpende, en zyne knien omvattende met eene vervoering die hem verbaasde, zei ze, Ocb! myn beer, om al de liefde en tederbeit die gy my ooit bebt toegedragen, en om dit laatfte bewys, dat gy 'er my wel van bebt willen geven, bezweer ik U, niet te dulden dat dien onwaarden Kerel, ons langer beledigd; bet smert my in myne Ziel, ooit eenige goede gedagten voor bem gebad te bebben. Verjaag bem, dat bid ik u, uit uw gezight. Hy zoeke een Vrouw zyner waardig. Celemena is gelukkig bem te kennen, en nu beviger te veragten, als zy bem bemint beeft.

Maar myn lieve kind zei de Vader, zyt gy 'er van verzekert, en zal 't u naderhand niet rouwen dus afgebrooken te hebben?

NOOIT, nooit myn heer, herhaalde zy met drift, en uwe beveelen om my met hem te vereenen, zouden tans my ongeluk, kiger maken, als uwe weigering over twee dagen het zoude hebben kunnen doen.

Ongetwyffeld was deeze Vader vervoerd van blydfchap door zulk een onverwagte

ver

[ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

verandering; en terugh gaande naar de Speelman, die hy voor de Spiegel vond, bezigh met een van zyne Stukjes te reurien. Zei hy dien, Heer Kwaver, de klugt is gespeeld: men bad gezegt Celemena moest eens met een Grapje wat vermaakt, en aan 't lagcben gebragt worden, en uwe bekende inbeelding, bad men 'er bekwaam toe gedagt, dat was 't kort en lang van de Hiftorie; en de zaak zyn beflagb gebad bebbende, kon by nu been gaan, en 'er zelf om lacben zoo by 't goed vond, zy bad dat reeds gedaan, en was 'er door genezen.

De Muzikant, hoe opgeblazen met zich zelven, wierd daar meede eensflags ter neder geploft, en even als de opgeblazenheit in de eerfte aanblikken van zyn nootzakelyk wezen, zich te ver uitzetten, zoo was nu zyne verbaaftheit zoo groot of hem de donder getroffen had, maar toen hy iets al ftamelende uitbrengen wilde, fneed de Vader hem dat fchielyk af, met hem zeer kort en bondig te zeggen, dat, dewyl nogh hy, nogh zyne Doghter, niet voornemens waren om een tweede Bedryf van die klugt te zien fpeelen, hy 'er niet langer nodig was maar te huis kon gaan dromen van een Da me met tien zakken Ryders, en een groot familie goed. Jan laat de Speelman eens uit. met trok hy de Bell: de andere zei zoo jets binnens monds. en ging gelyk men zegt druipftaartende heen, in overlegh wat hy 't makkelykft vinden zou, zich te verhangen of zyne domme harfenen lugt te geven;Welk een fortuin zoo onbedagtzaamverloren.

[ocr errors]
[ocr errors]

CE

« VorigeDoorgaan »