HANDELINGEN VAN HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK SERVANDIS CIVIBUS. DERTIENDE DEE L. 1628 ker INLEIDING. Onder de duizende Zinspreuken die wy, by latere zo wel als vroegere Schryvers, in alle de onderscheidene geschied-vakken der Geneeskonst, geboekt vinden, is 'er veelligt geene voortreflygeene opmerkenswaardiger, dan die welke wy aan het verheven brein van Neêrlands onverwelklyken luister, den hersteller onzer alom vervallene wetenschap, den onverglyklyken BOERHAVE verfchuldigd zyn; wanneer hy der een vouwdigheid den eernaam van 't Zegel der Waarheid zo rechtmatig toeëigend: en flaan wy de achtings - waardige bladeren eener gewyde Oudheid op, weldra ontdekken wy, dat 'er die zelvde toorts ter zekerheid opzettelyk is op het oog gehouden; en offchoon een drom van vooroordelen en wangevoelens, uit een onvermydelyk gebrek aan genoegzame ontdekkingen gefproten, derzelver scheppend vernuft dikwerf beneveld, en hunne voorstellen foms onverstaanbaar hebben doen voorkomen zal egter eene opmerkfame overweging altoos den toeleg op dikwerf de bejaging van 't eenvouwdige in dezelve bespeuren können. Daar dan myn beroep van my vor derd dat ik de fchrivten der Ouden met alle die naauwkeurigheid die zy verdienen fteeds doorbla dere, en aan die der Latere, deze wederom aan geene toetfe, heb ik niet zelden gelegenheid te XIII. DEEL. A 2 be |