'T groote in 't kleine: Praatjes over planten

Voorkant
Gebr. van der Post, 1873 - 376 pagina's
 

Geselecteerde pagina's

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 25 - Mit barbarischem Klang einer den andern im Ohr. Alle Gestalten sind ahnlich, und keine gleichet der andern ; Und so deutet das Chor auf ein geheimes Gesetz, Auf ein heiliges Rathsel.
Pagina 6 - t woud op roemt, Al zoekt ge u zedig weg te sluiken ; Wat doet het mij in 't harte goed, Wanneer , bij 't wandlen , uit de struiken Me uw lachje groet!
Pagina 256 - ... sopraanstem nevens mij de woorden van GLEIM te hooren nagalmen: Die grosse Bibel der Natur Liegt aufgeschlagen! Leser, lies! Wenn du nicht viel willst, wenig nur...
Pagina 364 - Enkele oogenblikken zijn thans voldoende om den witte zaamgepakten kogel, waarvan men zoo even niet meer dan de eerste sporen ontdekte, herschapen te zien in eene reusachtige witte roos, maar eene roos, waarvan men niet weet wat meer te bewonderen, de kolossale afmetingen, de onvergelijkelijk reine kleur, over tallooze blaadjes uitgespreid, of den heerlijken geur, met geen anderen te vergelijken.
Pagina 162 - Ч genot der mijmring over. Wat is die kalmte streelend zoet, Dat suizen en in sluimer zijgen, Dat plegtig stil eu stiller zwijgeu; Die rozeukleurige avondgloed!
Pagina 363 - De ontplooiing dezer bloem heeft tot hiertoe in de meeste tuinen, en zoo ook in den Amsterdamschen, plaats gehad tusschen 4 en 5 ure 's namiddags. Tegen dien tijd ziet men den knop eerst sterk zwellen en de...
Pagina 130 - Nu klimmen ze in de kooi, en strekken 't lijf ter neer, En hebben 't warm en wel en bibbren nu niet meer. Maar de adem wordt benaauwd, de polsslag gaat verloren; Beneveld klopt het hoofd; zij hijgen om te smoren, En flaauwen weg in zwijm, van droppels doodzweet nat. 530 Een hunner, nog bij tijds, springt duislig uit zijn mat, En bonst de luiken stuk en rukt de haardklep open, En laat den togt in huis, terwijl de wanden dropen. 507 De jagtsneeuw drijft H. De hagel jaagt 511 langs de wanden WN 1 om...
Pagina 58 - HUMBOLDT den boom maar 67 voet hoogte geeft!) zet hij zijn langdurig leven voort. Menigmaal zette ik mij aan den voet van dezen eeuwenheugenden boom neder, wiens oorsprong zich in den nacht der tijden verliest.
Pagina 57 - Deze reusachtige zuil was vanbinnen, in den loop der eeuwen, uitgehold; door een rustieke deur trad men in deze grot, waarvan het half geopende gewelf nog steeds een verbazende takverbreiding torschte.
Pagina 363 - Vier groene of roodgroene, met stekels bezette, schilden wisselen thans met vier leliewitte strepen — de eerste aanduiding der nog bijna geheel weggedokene bloemkroon—-af.

Bibliografische gegevens