Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

-genoeg, die zy konnen waarnemen. Eindelyk Zegt men, dat de jonge dogters te. veel daar door aan de verleiding worden bloot gesteld; dog dat is een groote misvatting, want de luie ledigheid is de Moeder van het meefte quaad; en een gemoed dat in de grondbeginzelen van deugd en eer, tot naarftigheid is opgebragt kan dezelve beeter wederftaan, en het quaad heeft 'er geen vat op, als op een welluftige tydverkwifter.

ZESDE VERT O O G.

De Perfoneele staatkunde,

of

Een Verdediging van de eer der Kooplieden te gens den Adel, zynde de inhoudt van een zeer aanmerkelyke brief, door een groot Koopman tot London aan een voornaam Engels Lord gefchreven, die het verzoek om zyn dogter aan een Koopman uittehuuwelyken, met verachting affloeg.

Mylord.

Uit het Engels.

[ad Mejuffrouw uw dogter zodanig een verachtelyk denkbeeld van een Koopman gehad, als gy Myn Heer betoond, zo zou ik gedagt hebben, het is een Vrouw, die niet beeter weet, maar een man van verstand zou

[blocks in formation]

9

[ocr errors]

anders oordeelen. Dog dat gy my uw dogter ten huwelyk weigert te geeven, alleen om dat ik een Koopman ben, is iets dat ik nooit verwagt had, kunnende diergelyke gedagten, dat het uw geflacht onteeren zoude, alleen in de mond van een hooffche Juffer verschoonelyk gerekent worden. Ik wil wel bekennen, dat ik iets diergelyks verwagte van haar te zullen hooren, doen ik befloot om myn voornemen aan haar bekend te maaken, maar dan vleide ik my met de gedagten, dat gy die vooroordeelen, aanftonts in haar zouder doen verdwynen: Dog nu ondervind ik tot myn leedwezen, dat gy een geheel ander denkbeeld van een Koopman hebt, als ik my had konnen verbeelden. Dierhalven hoop ik dat gy my de vryheid zult toeftaan, om met UE, hier over tot een ryp onderzoek te treeden; want ik kan my niet genoeg verwonderen, hoe een Edelman van zo veel verstand, zodanige denkbeelden kan voe. den, die volstrekt met de goede staatkunde " tot fchraaging van uw geflacht, ftrydig zyn. De geschiedeniffen, zo wel als eenige geheime gedenkschriften hebben my een volmaakte kennis van de opkomst van uw geflacht gegeeven. De wet en den degen, ten voordeele van het Vaderland gebruikt, hebben uwe voorvaderen een waardige rang onder de grootsten Adel van het Koningryk verfchaft. Dog indien gy dezelve, naar het voorbeeld van alle verftandige mannen, aanmerkt, als beroepen die tot be waaring en verdediging van wettige verkrege ne bezittingen dienen, maar geenzins ftrekken om het Vaderland te verryken of te doen bloe

ien, zo ben ik van gevoelen, dat het verheffen van die beroepen boven den Koophandel, geenzins met de goede staatkunde zal overeenftemmen. Als UE. dit overweegt, zult gy my gewillig moeten toeftaan, dat een beroep het welk de Natie verrykt door natuurlyke middelen, zonder eenig geweld te gebruiken, veel verhevender en meerder te achten is, als beroepen die door de Staatkunde zyn uitgevonden, om te bewaaren het geen men door den Koophandel heeft verkregen; namelyk den Oorlogs handel om ons voor uitheemsche machten te beschermen, en de oeffening der Rechtsgeleerdheid om ons tegens elkander te verdedigen, Niemant is dwaas genoeg Myn Heer, om de nootzakelykheid van een befchermende macht in ieder Staat, te lochenen; dog dewyl de rykdom en bezittingen die befchermt moeten worden, reets aanwezig moeten zyn, eer 'er een befchermende macht daar omtrent te pas komt, (want hoe kan men iets beschermen dat niet in wezen is) zo moet men rechtvaar diglyk zodanig een beroep, dat natuurlyker wyze de rykdommen en bezittingen van een staat of gemenebeft vermeerdert, boven dat gene ftellen het welk die alleen befchermt; want de beschermende macht is alleen een gevolg van de bezittingen; en dewyl volgens de natuurlyke order, de oorzaak voor de uitwerking gaat, ja de laatste op de eerfte is gegrondveft, Zo gaat het insgelyks omtrent de rang der menschen, daar een Staat waar door het Vaderland verrykt word, de voorrang verdient boven den Staat der gener die de rykdommen, verkregen zynde, alleen befchermt. Voor dat

[ocr errors]

'er

'er een wederzy dfche loop van Koophandel onder de byzondere Natien van den Aardbomen ftand greep, was alles barbaars, en onze kennis zeer bepaald; en niets heeft die wolke van onwetendheid verdreven, en de welleventheid voortgebragt, als den handel tuffchen onderfcheide Natien, gelyk de Hiftorien ons leeren, Indien men dan moet toeftaan, dat het menichelyk geflacht hier door verbeeterd, befchaaft en trapsgewyze in kennis en geleerdheid is gevordert Indien het tydelyk geluk in evenredenheid met den aanwas des Koophandels, heeft toegenomen, zo heeft het Menfchdom in 't gemeen en alle Natien in 't byzonder, meer voordeel door den Koophandel, als door iets anders genoten. Zo ik nu hier uit befluit, dat cen Koopman boven alle andere menschen moet gewaardeert worden, zo geloof ik dat men van gedagten zal zyn, dat my myn oordeel niet bedriegt. De Koophandel Mylord, is een kunst om door vreedzame middelen te overwinnen; en een volk dat daar door overwinningen bekomt, is waarlyk recht ftaatkundig, dewyl ons eigen geluk nog dat van onze evenn2aften daar door niet benadeelt word, nog iemant geweld werd aangedaan. De macht die uit den Koophandel gebooren word, door het vermenigvul digen van Scheepen en zeevarende menfchen, is het waare bolwerk van groot Brittannien en Holland. Dit is de eenige macht die ons van uitheemfch geweld kan bevryden; zonder ons aan het gevaar bloot te ftellen, van door een binnelandfche Tyranny vertreeden te worden, want de natuur van den Koophandel is zoda

nig, indien dezelve zo wel binnen als buitens'lands wel beftiert en beschermt word, dat ze niet alleen het land verrykt; maar ook nootzakelyk in macht doet toenemen, om het geen men verkregen heeft te befchermen. Het is u niet onbekent, dat andere Staaten en Koningryken, hier van zo wel overtuigt als wy zyn, zo heeft men Staaten en ryken gezien, die een halve Eeuw geleden, veracht en als barbaars wierden aangezien, gelyk Rufland, door het nut van den Koophandel en behulp der Kooplieden geleerd hebben, die twee als de befle Juweelen van die Keizerlyke Kroon te achten en te beschermen; en na maate dat ieder Staat den Koophandel befchermt, aanqueekt of verlooren laat gaan, ziet men derzelver rykdommen en macht vermeerderen of verminderen. Wat heeft Holland, dat eens zo verarmt en verdrukt door den Spanjaard was, tot die hoogte doen opfteigeren; zo dat men dit gemene beft met recht Hoog en Mogend mogt noemen, als den Koophandel; en niets zal hen te gronde doen gaan, zo lang men dezelve daar be fchermt en de Kooplieden achting betoont; maar zo dra het tegendeel gefchiet, zal haar macht geknakt en zy verarmt worden. Heeft. den Koophandel niet overal de voornaamfte. Familien ten top van eer en grootheid doen fteigeren en zonder het Vaderland te benadeelen aan de nakomelingen doen overgaan. Het was de Koophandel Mylord, die my eerst een burgerlyk Kapitaal en naderhand zo veele rykdommen heeft bezorgt, dat ik nu met recht, cen koopman zynde en blyvende; een Juffrouw

ten

« VorigeDoorgaan »