Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

SALOM O.

[ocr errors][merged small]

DOOR

J. H. VAN DER PALM,

VIERDE DEEL.

TE AMSTERDAM, BIJ

JOHANNES ALL ART,

MDCCCXI.

REGISTER

der voornaamfte

200 UITLEG- en OUDHEID- als ZEDEKUNDIGE

AANMERKINGEN,

in het derde en vierde Deel voorkomende.

Ainhobren (het) van låstertaal even verfoeijelijk en misdadig als het lasteren zelf; en hoe men zich in gelegenheden en verzoekingen daartoe te gedragen heeft. IV. 652–658. Afgoderij; gisting, omtrent den oorfprong derzelve. III. Alwetendheid van God; zie Overaltegenwoordigheid Zij ftrekt zich ook tot de geheimste gedachten der menschen uit. III. 297-300.

251.

Antwoord; nuttigheid en aangenaamheid van gepaste en fnedige antwoorden. III. 357. 358. Het voortbrengen van dezelve is grootendeels een natuurlijke gave. 358. 359. Zij zijn het werk van vernuft, maar van waar vernuft. 359-361. Noodige vereischten in hem, dien deze gaaf verleend is, om 'er geen misbruik van te maken. 361-363. Opheldering van hèt gezegde door een voorbeeld. 363. 364.

A

« VorigeDoorgaan »