TU DAS EPULIS ACCUMBERE DIVUM. J. Everts, del. AAN DEN DOORLUGTIGSTEN VORST, EN HEER WILLEM DEN T BY DE. GRATIE GODS. P rins van Orange en Nasfauw, Erfftadhouder, Erf Kapitein en Admiraal Ge neraal der Vereenigde Nederlanden, Grad 2 Graave van Katzenellebogen, Vianden, Dietz, Spiegelberg, Buuren, Leerdam en Cuilenburg. Markgraaf van Veere en Vliffingen. BaanderHeer van Breda, Bielftein, der Stad Graave, en Landen van Kuik, Ysfelftein, Liesveld, Dieft, Grimbergen, Herftal, en Kraanendonk. Heere van Bredevoort, Turnhout, Geertruidenberg, de Willemstad, de Klundert, Niervaart, Eindhoven, Woensfel, Geftel, Stryp, Stratum, Budel, de booge en laage Zwaluwe, Zevenbergen, Steenbergen, St. Vith, Arlay, Noferoy, Butgenbach, Daesburg, Warneton, Overmonfter, ter Heide, Poeldyk, half Loosduinen, en de goederen van Polaanen. Onafhanglyk Heer van het Eiland Ameland. Erf Burggraaf van Antwerpen, en Befançon. Erf Maarschalk van Holland. Ridder van de Kousfeband. enz. enz. enz. DOOR DOORLUGTIGSTE VORST. Heeft Neerlandfch Gemeenebeft, eene betrekking op Uw Doorlugtig Huis, en hebben deszelfs meefte Steden, dit in het byzonder, zo kan 's Hertogenbofch daar op, voornaamlyk roemen. Alle de Stadhouders, die ons Vaderland beftierd hebben, bragten iet tot den welvaard dier Stad toe, en ftelden een belang in het behoud derzelve. UWE DOORLUGTIGE HOOGHEIDS Voorvader, DE GROOTE WILLEM, ftigter van Neerlands Gemeenebeft heeft, van den beginne der Nederlandfche onluften, die Stad getragt te behouden, dat zy in de handen der Spaanfchen, de vyanden van Neerlandfch Vryheid, niet vallen zoude: Hy was reeds in het jaar 1577. door de Staaten vanBrabant totRuwaard, dat is Beschermer hunnes Gewefts, verkoren. De Regeering van's Hertogenbosch, had dit mede, zo ver hunne Stad betrof, gedaan. Die Prins droeg terstond zorg voor dezelve: Hy zond Gemagtigden derwaards, om op de verbeetering der Veftingwerken, en de verdeediging der Stad orde te ftellen. Zyne poogingen waren niet vrugtloos. De Geeftlykheid verbond zig onder eede, met de Burgery te leeven, en te fterven, en elkander getrouw te zyn. In deeze gelukkigen toeftand, die uit zyne voorzorgen gefproten was, leefde men eenigen tyd hier ter Stede gerust. Als de Spaanfche Veldheer, de Prins van Parma, verfcheide voordeelen in de Nederlanden bekwam, droeg die zelve Prins van Orange, zorg voor onze Stad: Hy wilde, dat |