De geschiedenis von onzen heer ... Jezus Christus, uit de vier Evangelisten zaamgetrokken1829 |
Overige edities - Alles bekijken
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aldaar alzoo antwoordde en zeide antwoordende zeide Barabbas blinden broeder brood Christus dezelve dien dienstknecht dingen discipelen dooden duivel Galileën Geest gehoord gekomen gelijk gelijkenis geloofden genaamd geschied gewan gezegd gezonden gij hebt gij zijt gij zult gijlieden ging goede hebbende hebt gij Heere Heiligen Geest hemel Herodes hetzelve hoorden huis hunne iegelijk indien gij Israëls Jeruzalem Jezus antwoordde Jezus Christus Jezus dan zeide Jezus zeide Joannes Joden Jona Judea Koning Koningrijk Gods kwam lief ligchaam magt maken malkanderen Marc Maria Matth moeder Mozes niemand onze Overpriesters Pharizeën Pilatus Profeet regtvaardigen Sabbath schapen schare Schriftgeleerden Sidon Simon Petrus stad Synagogen tempel terstond Tyrus ulieden uwen Vader vervuld volk voorwaar vraagden vrouw want gij wederom weet wereld woord zalig zamen Zebedeus zeggen zeggende zegt zeide tot hen zelven ziende ziet zijnde zijt gij zonden Zoon des menschen zoude zullen zult gij
Populaire passages
Pagina xv - In den beginne was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God.
Pagina 59 - ONZE VADER, die in de Hemelen zijt, uw naam worde geheiligd. Uw Koningrijk kome. Uw wil geschiede, Gelijk in den hemel, Zoo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, Gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, Maar verlos ons van den booze.
Pagina 88 - Meent niet, dat ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde ; ik ben niet gekomen, om vrede te brengen, maar het zwaard.
Pagina 280 - ... dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mij zelven niet, maar de Vader Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken.
Pagina 280 - Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is?
Pagina 42 - Voorwaar, voorwaar zegge ik u, die mijn woord hoort, en gelooft hem, die mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven.
Pagina 35 - Maar zoo wie gedronken zal hebben van het water, dat ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten ; maar het water, dat ik hem zal geven, zal in hem worden eene fonteine van water, springende tot in het eeuwige leven.
Pagina 60 - Opdat het van de menschen niet gezien worde, als gij vast, maar van uwen Vader, Die in het verborgen is ; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het n in het openbaar vergelden.
Pagina 271 - Want ik ben hongerig geweest, en gij hebt mij te eten gegeven; ik ben dorstig geweest, en gij hebt mij te drinken gegeven; ik was een vreemdeling, en gij hebt mij geherbergd ; 36 Ik was naakt, en gij hebt mij gekleed; ik ben krank geweest, en gij hebt mij bezocht; ik was in de gevangenis, en gij zijt tot mij gekomen.
Pagina 339 - En zij gaven hem een stuk van eenen gebraden visch , en van honigraten ; 43 en hij nam het en at het voor hunne oogen. 44 En hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden die ik tot u sprak, als ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden wat van mij geschreven is in de wet van Mozes en de Profeten en de Psalmen.