Lektuur by het ontbijt en de thetafel, Volumes 6-10

aangaande aard Abraham alles altans Bactrie befchaving begrip Bojaar Christen Christendom Christenen christlijke daad derhalve derzelver deszelfs deugd dewijl dezelve dien Digters eenige eenigzins eerfte eerſte egter eigen eindelijk Elohim fchoon Fetisfismus flegts Foden fpreken ftaan ftaat fterk ftuk gantfche Geëerden geenzins geest gefchiedenis Geflacht geheel gelijk geloof geluk Geronimo Godheid godlijke Gods Godsdienst goed gouden eeuw Hamlet Hanno hart Hebreeuwen Heer heid heilige hetzelve hunne hunner Jefus Jehova Joden Koning konst kwaad laatſte Laërtes Leviet lijk Maatſchappij maken mede menfchelijke Mensch Menſchen Menschheid mijthen mogt Mozes namelijk natuur nogtans offerände omtrend onderfcheiden ontſtaan onze onzer oorfprong opzigt Othello oude pligt regt Samuel ſchen ſchijnt Socrates ſtaan ſtaat thands tusfchen Vader verächt verftand verhaal verpligt verre Volken waereld Waereldburger wanneer wezen wiens Wijsgeeren wijze wilde woorden zedelijke zegt zelfs zig zelven zijner zinnelijke zommige zoodanig Zoon zoude zulk