Robert Fruin's verspreide geschriften: met aanteekeningen, toevoegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschap, Deel 2

Voorkant
M. Nijhoff, 1900
 

Geselecteerde pagina's

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 259 - ... dewijle wij geen middelen hebben om synodes ende ghemeyne samenkomsten te weghe te brengen". Er moet een gewichtige reden bestaan hebben voor dat opzettelijk ignoreeren van hetgeen te Wesel was verricht. Ik zou vermoeden dat de invloed der rekkelijken zich daar te zeer had doen gevoelen. De Geloofsbelijdenis was er, om iets te noemen, niet uitdrukkelijk als formulier van eenigheid erkend. Alleen was verordend dat aan wie als predikant begeerde te dienen, gevraagd zou worden: „ecquid per omnia...
Pagina 254 - Rijksdagi) werkelijk een apologie is ingeleverd „nomine Belgarum ex inferiori Germania Euangelicae Religionis causa per Albani Ducis tyrannidem eiectorum", dus oogenschijnlijk uit aller naam zonder onderscheid. Heeft ten slotte de Hollandsche natie toch nog haar medewerking verleend? Wij weten het niet; maar dit is zeker, dat het adres, dat weldra in druk verscheen 2 ), allerminst beantwoordt aan het schrikbeeld, dat de Hollanders er zich van gevormd hadden.
Pagina 237 - Hij was de eigenlijke vader van het protestantisme dat in Juli van 1566 in Holland, en bepaaldelijk te Amsterdam en in het Noorderkwartier, te voorschijn trad. Zijn gezindheid en de strekking zijner prediking kennen wij uit een der weinige geschriften, die van hem in druk zijn verschenen: Dat Euangeli der Armen...
Pagina 252 - Apologie niet wel1) en mach maecken, dat se ons in onse saeckon vruchtbaer zoude zijn, tenzy dat die politycke saecken, als placaten, ordonnantien, inbreke van privilegien, vryheyden, tyrannye van den [Hertoge van] Alfa, daer mede ingevoecht werden. Ten derden dat ons noch wel gedeinckt, hoe zere die Brabanders met Datheno, Cornelio Rhetio ende meer anderen anno 1566 drongen dat men die name ofte titule van der Augsburchsche Confessie niet en zoude aennemen 2), hetwelck mijn Here die Prince doemaels...
Pagina 247 - TTnd mogen uns EL woll vertrawen , das wir der Calvinischen lehre nit zugethan noch anhengig seint; das wir aber auch des unterschiedts halben , der zwischent der Augspürgischen Confession und Calvini lehr ist , gern sehen solten das sie und diese landen derhalben überzogen und in ein solichs gefarlichs bluetbad...
Pagina 26 - Hij had eens krijgsmans hardvochtigheid in alles en handelde uit beginsel van plicht ; aan deze plicht lei tot grond het militair gebied, dat geen tegenspraak gedoogt, en buiten 't welk hij geen ander kende.
Pagina 271 - Ald(egonde), eer wy er henen ginghen, anders geseyt heeft, ende het doet nu vele achterdenckens hebben wat dat bediedt .... Van Petro en verwondert my niet, want ghy weet dat ickt u(w) l(iefde) dick gesegt heb, dat hy noch (sic, bedoeld wordt natuurlijk „en") sijn gesell, jae hy door den anderen, deser saecken een afschouwen hadden, hoewel syt toch onderschreven ende ons daervoor ten lesten bedanct hebben .... Wie deze Petrus is?
Pagina 238 - Bray vóór haar vaststelling voorgelegd en werd zij door hem goedgekeurd. Maar om de beteekenis van dit feit (zoo het een feit is) niet te overschatten, moeten wij in het oog houden dat toen nog niemand, zelfs de ontwerper niet, er aan dacht om haar een kerkelijk gezag van verbindenden aard toe te kennen.
Pagina 278 - Wij wijzen voorbedachtelijk op deze leemten van onze geschiedkundige literatuur. Wij hopen , dat eerlang een katholiek de taak op zich nemen zal , om uit het oogpunt zijner Kerk , maar zonder blind vooroordeel, de geschiedenis van ons volk te beschrijven. Het voorbeeld van Lingard is uitlokkend en bemoedigend. "Hoezeer in menig opzicht gebrekkig en onwaar, heeft toch zijn Geschiedenis van Engeland een gunstig onthaal gevonden, en op de later verschenen werken een blijkbaren invloed geoefend.
Pagina 280 - ... edelen van het Compromis niet in staat. Maar op eigen hand den vijand te lijf te gaan , over het geleden onrecht wraak te nemen , de schade der verbeurdverklaring te verhalen op hen , die uit toegenegenheid of uit lafheid met den vijand heulden, daarbij den teugel te vieren aan den bollenden hartstocht, aan wreedheid en ontucht, en dat alles onder het deksel van vaderlandsliefde en geloofsijver, daartoe waren zij uit eigen aandrift genegen, en daartoe lokten hen de omstandigheden uit.

Bibliografische gegevens