Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

ontdoen, en in het volgende jaar anderen te koo pen, om dat hun voeder, over de tagtig guldens, daaglyks kwam te ftaan, en verzogt Schepenen dit den Raad van Staaten, te kennen te geven (x). De Raad ftond het verkoopen der Schaapen toe, mits men een gelyk getal ter bekwaamer tyd inkogt. Hy fchreef den Gouverneur aan, te berigten op wat tyd hy zulks nodig oordeelde (y). Deeze gaf den voorzittenden Scheepen te kennen, dat zulks in het begin van Maart des volgenden Jaars, gefchieden moeft (z).

XIX.

Boek.

1747.

Op den drie en twintigsten November deezes Brand in Jaars, ontstond 'er Brand in de Schans den Bril den Papen genaamd, ter plaatze daar de Konftapels werkten.bril. De pannen van het Gebouw ftortten door den flag van het Kruit, daar het vuur infloeg, neder. Drie Konftapels werden gekwetft. Door de goede fchikkingen werd de Brand zonder verdere fchade, fpoedig gebluft (a).

duuren

De Eetwaaren, die van het Land daaglyks ter Voorzie. Markt gebragt werden, fteegen zo hoog in prys, ning tedat de Gemeene Man die bezwaarlyk kon beko-gen den men. De Regeering ftelde die daarom op eenen vaften prys (b), en deed vervolgens afkondigen, Eetwaaprys der dat niemand, die aan de Bezetting, duurder, dan ren. aan anderen verkoopen mogt. Alle Maandagen zoude de Prys van het Brood, Grutten, en Grutte Meel bekend gemaakt worden: De Opgezee

(*) NOTULEN van den 6. November 1747. () NOTULEN van den 15. November 1747.

NOTULEN van den 2. December 1747.

tenen

NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN van November 1747. Bladz. 894.

XIX.

1747.

tenen binnen het Vrydom der Stad, mogten de Boek. Eetwaaren nergens anders, dan binnen de Stad, ter Markt brengen: Het uitvoeren werd op verbeurte van dien, ten behoeven van het Weeshuis, verboden. De Aardappelen, Knollen, witte Boonen, en Erweten, Zoete en Karnemelk werden op zekeren prys gefteld: de laasten mogten op zekere boete met geen water vermengd worden. De Voorige Keuren omtrent het inkoopen by de voorkopers, werden vernieuwd (c).

Voorzorg De Kommandeur gaf in het najaar de Regeetot het ber-ring te kennnen; dat eene talryke Winterlegering gen eener binnen de Stad gelegt zoude werden. Deeze talryke Be-deed hier op nagaan, hoeveel Krygsvolk men hier zetting ge ter Stede kon bergen (d). Men bevond, dat in den Win. de Barakken Tweeduizend tweehonderd zes

durende

ter.

tien, en by de Burgery, Agtduizend vierhonderd eenenveertig, en dus gevolglyk tienduizend agthonderd zevenenvyftig Mannen, binnen de Stad gehuisveft konden worden, De Regeering gaf hier den Kommandeur kennis van (e). Befluit des Met opzigt tot de Winterlegering werd by Raads van den Raad befloten dat het Vreemde Krygsvolk, Staaten Lyften hunner Manfchappen overgeven zoude (ƒ): omtrent de De Matraffen of Bedden in de Schanfen Crevegeringen. coeur, Ifabella, en Antoni, zouden door de Regeering bezorgd worden. Tot vinding der kosten, zoude de losfing der opgenoome penningen

Winterle

tot

(c) NOTULEN van den 13. en 15. November 1747.
(d) NOTULEN van den 9. October 1747.
(e) NOTULEN van den 12. Q&ober 1747.

(f) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 19. October 1747.

tot de Barakken, voor één jaar gefchort worden. Aan het Vreemde Krygsvolk zoude de Stad niets meer, dan aan die van den Staat moeten geven (g). Het Land zoude aan ieder Soldaat, der Keizerlyke Hulpbenden, Vyf, en de Stad, Drieftuivers weeklyks betaalen. Hier voor zouden zy, behalven de Huisvesting, Vuur en Licht bekomen, doch de Heffen even als der Staaten Krygsvolkeren gehandeld worden (b).

XIX:

Boek.

1747.

Over het Huisveften der Keizerlyken onftond De Keizer tuffchen den Gouverneur en de Regeering eenig lyken in misnoegen. De eerfte wilde die niet in de Barak-de Barak ken doen Huisveften. De laafte schreef hier overken gelegt. aan den Raad van Staaten, die goedvond, dat zy in de Barakken gehuisvest moesten werden (i).

omtrent

Omtrent deezen tyd kwam een Hopman der Vordering Keizerlyken, die hier ter Stede in Bezetting ge-der Keizerlegt zouden worden, herwaars; Deeze vorderdelyken en vrye Kwartieren, niet allen voor de Officieren,fchikkinen Soldaaten, maar ook voor de Vrouwen en Kin-gen daarderen, en boven dien, Vuur, Licht, mitsgaders een Ziekenhuis. De Regeering antwoorde hem; dat men zulks alhier niet gewoon was, zy wilde egter de Keizerlyken, de hand te bieden, om een ledig Huis te huuren, en dat tot een Ziekenhuis bekwaam te maaken: Ook zoude zy de noodige Kamers voor de Offifieren aanwyzen (k). Kort

hier

(g) RESOLUTIE des Raad van Staaten van den 31. Oftober 1747.

(b) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 6. November 1747.

(i) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 11. No vember 1747.

ΧΙΧ.

Boek

1747

Vreeze

Water en fchikkin gen des wegens.

hierna klaagden de Keizerlyke Troepen aan den Raad van Staaten, over de duurte der Kwartieren; Om zulks in het vervolg voortekomen, werd de Regeering gelaft, die Huuren, op eenen matigen prys, te ftellen: zonder de Burgery te ver ongelyken, ook moeft zy aan de Keizerlyken, Vrydom van Stads Accynfen, volgens de overeenkomft des wegens gemaakt, verleenen. De Regeering ftelde eenigen uit den haare, tot het waarderen der Kamerhuuren, en anderen, om met de Pagters, over den Vrydom te handelen (2): Wat op het laafte gevolgd zy, vind ik niet aangetekend. De zaaken fchikten zig allengskens, en alles liep zonder verwarring, en ongelukken af, die te dugten waren, dat in cene Stad, waarin zulken zwaaren Bezetting van verfcheiden Land. aart lag, ligtlyk voorvallen konden.

Niet zonder reden maakte thans het waffend Water de Regeering bedugt, waar zy, ingeval het tot een buitengewoone hoogte kwam, de Soldaaten bergen zoude. Men kwam met den Gou verneur overeen, dat als dan de Soldaaten, zig met hun drien in eene Bedste zouden behelpen: In plaats van veertien, zouden eenentwintig Keizerlyken, eene kamer der Barakken betrekken ; en die men aldaar niet bergen kon, zouden op de Zolders gelegt worden, mits de Regeering Stroo en Matraffen aldaar bezorgde. Het overige Krygsvolk zou men op de wallen plaatzen, en hun daar met Vuur, en Licht voorzien (m). Verder be floot men eenig Krygsvolk, zo lang het hoog Wa ter zoude duuren, op het platte Land te leg

NOTULEN van den 18. December 1747.
(m) NOTULEN van den 20. December 1747.

gen

XIX.

1747:

gen (n). De Zieken, in het Gasthuis, dat mede door het Water gedreigd werd, en wier getal Boek. over de Vierhonderd liep, zoude men op eenige Kamers van het Stadhuis, bergen. Tot dit alles werd de Regeering genoodzaakt te komen, om dat geene ledige Huizen, die water vry waren; gevonden werden (o). Alle deeze fchikkingen waren te vergeefs, om dat de Wind uit het Zuiden begon te waaien, waar door de Rivieren hun water, in Zee konden loffen, dus het Land voor overstrooming bevryd bleef (p).

[ocr errors]

By de Stallingen der Ruitery lag in deezen tyd 1748. geweldig veel Paarden meft. De Gouverneur ge- Moeielyk laftte alle de Huislieden, die hier ter Stede kwa-heid over het weghamen, telkens by hun uitryden, eene vragt daar-len van de van, te laden, en die een uur buiten de Stad, Meffie by te voeren. De Regeering die te vergeefs haare de Stallen klagten hier tegen inbragt, verzogt derhalven der Ruiden Raad van Staaten dat tot het weghaalen tery. van die Meft, eenige Karren uit de Meyerye ontboden mogten worden (q). Dit werd den Gouverneur gelaft te doen (r). Ik vind niet aangetekend, wat hier op gevolgd is, en ik twyfel of dit gefchied zy: om dat de Raad in deezen jaare, de Regeering deed aanzeggen; die Mest, ten kosten der Stad, naar buiten te doen voeren,

(n) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 11. December 1747.

(0) NOTULEN van den 21. December 1747.

EUROPISCHE MERCURIUS over het Jaar 1747. Deel II. Bladz. 314.

(4) NOTULEN van den 24. Januari 1748.

RESOLUTIE des Raads van Staaten vau den 29.

« VorigeDoorgaan »