fche Gemagtigden ondertekend. Het welk de Regeering alhier goedkeurde (c). Dus liep deeze zaak na veele moeielykheden, hoewel daar by het Poftampt alhier veel schade had, ten einde. XX. Boek. 1762. Domeinen binnen de De moeielykheden over het Schouwen met 1763. den Raad en Rentmeefter der Domeinen, heb De Rentik hier voor verhaald. De Regeering verwagte, meetter der dat de Rentmeefter, na zyne gedaane Verkla- doed Schering, en opgevolgde Vrywillige Veroordeeling penen aandes Raads van Brabant, niets dergelyks meer on-zeggen, dernomen zoude hebben: thans ondervond zy het dat hy de tegendeel. De Rentmeefter deed Schepenen, door Schouwe eenen Deurwaarder aanzeggen; dat hy. op den Stad en het eerften Juli deezes Jaars, nevens Leenmannen vrydom zal der Leen en Tolkamer, met het voeren der voeren. Schouwe, zo binnen de Stad, als in derzelver Vrydom een begin zoude maaken. Hy requireerde tevens, dat ten minften Twee hunner zig ter beftemden tyde, by den Sluitboom, aan het eerfte Tolhuis ter plaatze, daar Stads vrydom begind zouden laaten vinden, op de boete van Tien guldens, voor ieder Schepen, die daar toe gemagtigd, niet verfcheen, of met der daad, hem, in het voeren der Schouwe niet bystond. De Regeering magtigde hierop, Eenigen van haare Leden, om daaromtrent zulke maatregelen te neemen, als zy ter bewaring van Stads Voorregten dienstig oordeelen zouden (d). Deezen verzochten uit De Regee naam der Regeering, tegen deeze onderneming, ring vervan den Raad van Brabant, een Mandement van voegd maintenue en Interdictie poenaal, die hierop het be- over by lang des gemelden Rentmeefters vorderde, met den Raad laft,van Bra (c) NOTULEN van den 6. December 1762. NOTULEN van den 23. Juni 1763. bant. laft, dat immiddels alles in flaat bleve. Dit manXX. Boek. dement werd den Rentmeefter, des morgens voor zes uuren op den eerften Juli, overhandigd. Van dit alles werd de Regeering verflag gedaan, die dit goedkeurde (e). 1763. De Rent meefter word te raade, de ren. De Rentmeetter begaf zig wel op den eerften Juli, nevens Twee Leenmannen, en den Griffier der Leen en Tolkamer, naar het eerfte Tolhuis op Schouwe den Straatweg, doch werd egter te raade, de niet te voe. Schouwe niet te voeren. Immiddels deed de Raad van Brabant, na het zien van het belang des Rentmeefters, de Surcheance opheffen, en verleende de Regeering een mandement van maintenue met de Claufule, om ten dienenden dage Poenaal te mogen verzoeken, welke dit aan den Raad en RentDoch ver meefter der Domeinen deed exploiteren (f).. anderd van Deeze deed daarop Schepenen aankondigen, dat gevoelen. vermits de Surcheance, 'door den Raad van Bra bant opgeheven was, hy met de Schouwe voortgaan zoude: Hy vorderde verder, dat ten minften Twee der Schepenen, tegen den zeventienden October des morgens ten negen uuren, aan het eerfte Tolhuis op den Straatweg zouden verfchynen, om hem, in het voeren der Schouwe, by te ftaan en altoos wanneer het Schouwen, door hem bekend gemaekt zoude werden, op dezelve boeten, als door hem, onlangs gemeld was, hem moeften bystaan. Schepenen gaven dit de Regeering te kennen, die hunne Gemagtigden tot En voerd deeze zaak overlieten, om daar in te handelen, de Schou zo als zy best oordelen zouden (g). De Raad en we over den Straat weg en.de binnen Dieze. NOTULEN van den 22. Juli 1763. (f) NOTULEN van den 10. October 1763. Rent دو Rentmeefter, voerde dan ten bepaalden dage de Schouwe over den Straatweg, van het eerfte Tol huis, tot aan de buitenwerken der Stad, of daaromtrent, en eenige dagen daarna, over de binnen Dieze, zonder dat iemand van Schepenen zig by hem voegde. De Regeering deed kort hierna afkondigen,,, dat zy volgens de Ordonnantie op het fchoonhouden, en veegen der Straaten, als mede op het inwerpen van vuilnis in de Dieze, een Bezigting doen zoude (b)." Het mandement met de Claufule Poenaal, door de Regeering, van den Raad van Brabant verkregen, was niet alleen tegen den Raaden Rentmeefter der Domeinen, maar ook tegen de Leenmannen, en Griffier der Leen en Tolkamer ingerigt. De Regeering deed dit aan hun Exploiteren (i), en gaf voorts haaren Prokureur in den Haage volmagt, om die zaak voor den Raad van Brabant, tegen die allen, te vervol gen (k). Dit geding werd dus voortgezet, en is terwyl ik dit fchryve, nog onafgedaan. 99 XX. Boek. 1763. Een andere zaak van vry minder belang, wek- Moeite te de aandagt des Raads en Rentmeefters der Do- over het meinen tot bewaring van het Regt van 's Lands zetten van Domeinen op. Zy beftond hierin. De Regee-een Paal ring had tot opheisfing der nieuwe Uurwyzers op de aan den Toren van het Stadhuis, op de Markt' eenen Paal doen ftellen. De voorfz. Rentmeester daar van verwigtigd, droeg den voorzittenden Schepen der Stad voor,,, dat fchoon de behan,,deling der Straaten, en Gooten door de Alge (b) NOTULEN van den 19. October 1763. mee XX. Boek. 1763. وو ,, meene Staaten, aan de Regeering der Stad, وو دو De Gemag.hy eenig Regt mogt hebben (m). tigde van De Gemagtigde van den Raad en Rentmeester den Rent- der Domeinen droeg omtrent dezen tyd den Eermeefter der ften Schepen voor,,, dat het Hek, voor de Puye Domeinen des Stadhuis, thans gefloten gehouden werd. beklaagd zig, over het fluiten der Puye. 92 (1) NOTULEN van den 3. Auguftus 1763. 2? Hem " وو وو XX. Boek. Hem was ter ooren gekomen, dat geene afkondingen wegens den Rentmeefter der Domeinen, zonder goedvinden en voorkennis der Regee- 1763. ,, ring, van de Puye zouden mogen gefchieden: De Raad en Rentmeefters waren van jaaren herwaars in het bezit geweeft, om de Puye, tot het doen van alle afkondingen, zonder voorkennis van Schepenen te gebruiken. Hy verzoekt de mening der Regeering daaromtrent te ", mogen weten, vermits de Raad en Rentmeefter ,, der Domeinen eersdaags eene afkondiging zoude laten doen: Wanneer hy hier in eenige verhinde,, ring ontmoette, zoude hy daarover naar den Haa"ge moeten fchryven." De Regeering verzogt den voorzittenden Schepen, den Rentmeefter der Domeinen, of zynen Gemagtigden te antwoorden, Dat, indien 'er eenige afkondingen wegens hem, op de voorpuye des Stadhuis gefchieden moeften, daartoe, aan zynen Deurwaarder, zo wel als aan die van alle 's Lands Rentmeefters toegang gegevegen zoude worden. Doch dat het verlenen van vryheid hiertoe, van den Offifier afhing (0). وو Domeinen geeft 'er Dit bleef hier by tot in het begin des volgen- 1764. den jaars, wanneer de Raad en Rentmeefter der De Raad Domeinen den Raad van Staaten berigte;,, " Dat en Rentde Regeering een Hek voor de Puye van het meefter der Stadhuis, om als 't ware den aandrang des volks te beletten, had doen maaken. Zy hield den Raad den Sleutel daar van in bewaring, waar door van Staaten de toegang zonder haar kennis verhinderd werd, kennis yan. Dit gaf oorzaak wanneer eenige afkondin"gen van zynendwege gefchieden zouden, men 99 » ge () NOTULEN voorfz. |