XX. Boek.

het hem aangenaam zoude wezen,
volgenden dag uittestellen (b).

dit tot den

Den agttienden Juni des morgens bezag de 1766. Prins het Stadhuis: Een der Hoplieden van de De Prins Burgery, had nevens een Luitenant, Vaandrabezigtigd ger, en een bekwaam getal Burgers aldaar de het Stad- Wagt. By het aankomen van zyn Hoogheid,

huis.

ftonden zy met flaande Trommelen, en vliegende Vaandelen in orde gefchaard, en begroetten Hem volgens Krygsgebruik. Alle de Regenten nevens de Ministers, ontfingen den Prins op de. Markt voor de Puye, zy geleiden Hem op het Stadhuis, daar hy eerft de beneden vertrekken bezag. In de Geheimfchryvers Kamer was de Komme, daar Stads Voorregten in bewaard worden, geopend: eenigen der voornaamften werden den Prins vertoond: Onder anderen befchoude de Prins met genoegen de Oorfpronkelyke Acte, waarop Filip de IIde Koning van Spanjen, als Hertog van Brabant, den Eed voor het Stadhuis deezer Stad had afgelegd, welke door dien Vorst ondertekend was, gelyk mede de Oorspronkelyke Voorwaarden van Overgaaf, waarop de Stad, in het jaar 1629. zig den Algemeenen Staaten had overgegeven, door zyne Hoogheid Voorvader FREDERIK HENDRIK Prinfe van Orange eigenhanding ondertekend. Hier na werd den Prinfe de Prothocolkamer vertoond: waarin alle de Boeken, daar de handelingen tuffchen de Burgers, en andere zaaken, daar Schepenen overstaan, in

ge

(b) NOTULEN van den 10. Juni 1766. NIEUWE NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN, 1766. Bladz. 616.

XX.

Boek.

1766.

gefchreven zyn, als mede die der Notariffen bewaard worden, en vervolgens de Griffie, waarna Hy, door den Voorzittenden, en den Tweeden Schepen, naar boven werd geleid; By het komen op de bovenzaal werd Hy door een Mufiek, aangenaam verraft. Op de Kamer der Raaden bood de Regeering den Prinse een ontbyt aan. Na dat Hy dat genuttigd had, werd Hy door de geheele Regeering tot aan de benedensten trap van het Stadhuis tot de Markt uitgeleid, en door de Burgery, die voor het Stadhuis ftond, volgens Krygsgewoonte begroet (c). Des avonds, was Verlichting de geheele Stad verlicht. Ieder tragte daarin uit der Huizen te munten. De verlichting van het Stadhuis, was binnen de zeer fierlyk. Zynde boven het middelfte gedeelte, 's Prinfen naam, met een zeer groote Prinfelyke Kroon daar boven, verlicht te zien.

Stad.

Dien avond werd 'er een zeer fraai Vuurwerk Vuurwerk op het Plyn afgeftoken, daar de Prins en veele op het Plyn aanzienlyke Heeren, en een groote toevloed van afgestoken. menfchen tegenwoordig waren. Na dat zulks gefchied was, reed zyne Do. Hoogheid door alle de Straaten om de verlichtingen der Huizen te befchouwen.

In de volgende dagen bezag de Prins de Vestingwerken der Stad, en der omliggende Schanfen, de Hoofdkerk, de Glasblaafery, en al het geen binnen de Stad merkwaardig was.

De Prins deed vervolgens een Wapenfchou- Wapenwing der Bezetting op de Vugterheide. By dee-fchouwing ze gelegenheid, werden alle de Wagten binnen der Bezet

ting op de

de vugterhei

de.

XX.

de Stad door de Burgery waargenomen. De Boek. Oudste Hopman derzelver bezette de Hoofdwagt, 1766. de tweede de Vugterpoort, door welke de Prins uittoog, en wederom binnen de Stad kwam, en een derde de Hinthamer Poort. De Regeering had by tyds voor alle wanorde, zorggedragen (d). De Offifieren der Burgery hadden ook op alle misflagen boetens gefteld. Geene hoegenaamd, werden 'er verbeurd, om dat de Burgery, gedurende den tyd, dat de Prins binnen de Stad was, zig dermaaten kweet, dat Hy, nevens de Bevelhebber betuigden, van haar gedrag ten uiter ften voldaan te zyn. De Burgery lofte op den dag, wanneer de Wapenfchouwing op de Heide gefchiede, des morgens vroeg de Wagten der Bezetting af, en gaf die, wanneer de Be zetting des avonds binnen gekomen was, haar weder over. Gedurende den tyd, wanneer de ganfche Bezetting, nevens het geheele Krygs wezen, zig buiten de Stad bevond, was het Commando den voorzittenden Schepen overgegeven, welke dit, na dat de Bezetting weder binnen gerukt was, den Bevelhebber te rug gaf.

Concert

aan den

Des avonds werd in de Hoofd Kerk een Condoor de cert gehouden, waar toe de voornaamfte LiefRegeering hebbers van het Mufyk, die in Holland, en elders te bekomen waren, met aanzienlyke beloo ningen herwaars ontboden waren. Volgens het oordeel van kundigen, werd het wel uitgevoerd, andere oordeelden het tegendeel, om dat door

Prinse ge

geven.

(d) NOTULEN van den 4. Juni 1766.

de

XX.

1766.

de groote van het Gebouw de galm niet behoorlyk gehoord kon worden. De Prins werd op Boek. een Armstoel, welke eenigfins verheven op een Tapyt in het Schip der Kerk ftond, geplaatft. De Regeering had by tyds zorg gedragen, dat men het geringfte foort van Volk uit de Kerk weerde, waar door alle wanorde voorgekomen werd (e).

dienst by.

Den volgenden dag was zyne Do. Hoogheid De Prins in de groote Kerk des morgens by den Gods-woond dienft tegenwoordig. De Predikant, en Hoog-den Gods leerraar in de H. Godgeleerdheid Clemens, wel ke aldaar in zyne gewoone beurt predikte, merkte na de Toepasfinge aan, dat de Prins op dezelve plaats zat, daar zyn voorvader FREDERIK HENDRIK Prinfe van Orange, ten tyde der eerste Predikatie, die door de Hervormden, in deeze Kerk, twee dagen na het overgaan der Stad, in den Jaare 1629. gefchiedde, gezeten

was.

Des nademiddaags verleende de Prins gehoor Geeft gevan affcheid. Hy vertrok den volgenden dag hoor van over Heusden, en Gorinchem naar den Haage, affcheid en alwaar hy des avonds in een volmaakte welstand aankwam (f).

Met dit zo roemrugtig voorval voor de Stad, maak ik van de Gefchiedkundige Beschryving der Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch een

EIND E.

(e) NOTULEN van den 15. Juni 1766.

f) NIEUWE NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN van Juni

1766. Bladz. 216.

vertrekt.

VERBETERINGEN

IN HET

Bladz

VIERDE DEEL.

ladz. 7. regel 17. ftaat Binnepoort lees Binnenpoort.

Bladz. 7. regel 19. ftaat niet lees met.

Bladz. 7. regel 24. ftaat beide lees beiden.

Bladz. 8. regel 17. ftaat Bezitting lees Bezetting en ook alzo regel 21.

Bladz. 16. regel 13. voeg agter bet woord Geldmidde len bet woord bezig.

Bladz. 17. regel 15. ftaat eenige Schepenen lees eenige uit de Schepenen.

Bladz. 27. regel 6. ftaat 's Landsdienft lees Als 's Lands. dienst.

Bladz. 37. regel 4. ftaat Kerren lees Karren.

Bladz. 43. regel 22. voeg agter bet woord jaarlyks bet woord zouden.

Bladz 47. regel 4. ftaat In het begin des volgenden jaars lees In het begin deezes jaars.

Bladz. 47. regel 5. ftaat cen en twintig gulden en veertien ftuivers lees twee en twintig gulden en tien ftuivers. Bladz. 53. regel 14. ftaat Kermis lees Kersmis.

Bladz. 60. regel 26. ftaat om lees en.

Bladz. 81. regel 5. en 6. faat tot het maaken en on. derhouden van dien weg opgenomen lees tot het maaken van dien weg opgenomen, en het onderhouden van dien. Bladz. 106. regel 28. ftaat dien lees die.

Bladz. 117. regel 25. ftaat moeten lees moeften. Bladz. 118. regel 11. ftaat Bondgenooten der lees Bondgenooten, en der.

Bladz. 122. regel 14. en 15. ftaat Wapenen lees W penfchild.

Bladz. 147. regel 5. Anas den Eifch de Regeering lees den Eisch der Regeering.

Bladz