Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Schepenen, Gezwoorens, of het meeste deel van dien, en een gedeelte der ledige Lieden, en het meefte deel van de Dekenen der Ambagten voorfchreeve. Hier uit is derhalven te zien, dat het maaken van fchulden ten lafte der Stad, by de Regeering gefchieden moet, tot een gevolg dat er geld opgenoomen, dat is fchulden gemaakt moeten werden, zulks by de Regeering gedaan moet werden.

PRIVILEGIE Van Hertog JAN den IVde rakende het verkiefen van de Dekenen der Ambachten, en dat de Stad haare laften by haar zelve mag vinden, van den 27. Januari 1418, 1419. In de Archieven der Stad. Inventaris A. No. 148.

In deezen Voorregtbrief worden gemeld de woorden ledige Lieden. Deeze komen in ver scheide Voorregten, en Rentebrieven ten lafte der Stad voor; derhalven is de vraag wat hier door verftaan werd. Na overweeging van alles, is het zeker, dat er de Raaden der Stad door verftaan werden. Myne redenen daar voor zyn, omi dat die woorden, tuffchen die der gezwoorens en Dekenen der Ambagten ingelafcht werden. De Regeering bestond oudtyds uit Schepenen en Gezworens, die het eerfte Lid, uit de Raaden, die het tweede Lid, en uit de Dekenen der Ambagten die het derde Lid uitmaakten, dus komt het my voor, dat door de ledige Lieden, de Raaden der Stad betekend werden. Deeze kunnen ledige Lieden genaamd werden, om dat als iemand in de Regeering komt, deeze volgens de aloude herkomen eerft Schepen moet zyn, vervolgens Gezwooren, en dan Raad. De Raaden moeten hun

leven lang geduurende, Raaden blyven, tot dat zy tot Schepenen verkooren werden; dus blyven deeze ledig, dat is zonder eenige bediening, als alleen van te Raade te komen. Dit blykt klaarder hier uit om dat in zommige brieven ftaat, ledige Lieden die men heet Raaden.

[ocr errors]

Deeze voorregten tot opneeming van geld ten lafte der Stad, zyn by het VIIde VIIIde en IXde Leden der voorwaarden van overgaaf van de Stad aan de Algemeene Staaten bevestigd. By het VIIde Lid is bedongen, dat de Heeren Staaten Generaal in de Stad, zodanige Jurisdic,, tie, en gerechtigheden zullen gebruiken, als de Hertogen, en Hertoginnen van Brabant daar inne tot nog toe gehad hebben." Hier voor is aangetoond, dat de Hertogen het opneemen van Penningen ten laste der Stad zig niet hebben aangetrokken, waar zulks aan de Regeering gelaaten hebben. Dus moet men vaftftellen, dat dit na het overgaan der Stad, ook op dien voet ook zo blyven moet.

[ocr errors]

وو

By het VIIIde is bedongen,,, dat de Stad &c. haare Regten, en herkomen, Coftuimen, , vryheden, exemtien en alle andere Privilegien, zo generaal als particulier, die zy van ouds, ", en voor het begin van den Oorlog genoten ,, en gehad heeft, behouden zal." Dus behoord onder deeze Regten en Privilegien het opneemen van gelden ten laften der Stad buiten kennis, en zonder toeftemming van den Hertog, het welk deeze voorheen de Stad vergund heeft, zonder zyne toestemming, nodig te hebben.

By het IXde Lid is bedongen,,, dat de Re-
geering zo in Recht vorderinge als in NB. po-
IV. DEEL.
S

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

liticque zaaken zal blyven aan de Magistraat en de drie Leden derzelver Stad respective enz. Dus moet het opneemen van Penningen ten laften der Stad, als een politicque zaak aan de Regeering blyven. De Algemeene Staaten hebben dit nooit tegengegaan, maar de Regeering daar mede altyd laaten geworden, het welk ik met zeer veele voorbeelden zoude kunnen aantoonen. Ik zal er maar een aanhaalen. By het Octrooi van den jaare 1741. tot het maken van eenen Straatweg van de Stad op Eindhoven, het welk zonder opneemen van Penningen, ten lafte der Stadt, met geen mooglykheid konde gefchieden, werd geen woord van oorlof tot het opneemen van Penningen ten lafte der Stad gemeld. In den jaare 1743. was de Raad van Staaten, met de Regeering overeengekomen, om eenige Barakken tot Huisvefting der Bezetting binnen de Stad te Timmeren. In het befluit der Algemeene Staaten van den 27. November van dat Jaar op dit werk genoomen was ingeflopen, dat de Regeering gemagtigd werd het geld daar toe nodig, ten laften der Stad op te neemen. Deeze fchreef hierop den Staaten, dat zy zo tyde der Hertogen van Brabant, als naderhand naar luid van Stads voorregten, zonder bewilliging van iemand, Penningen had opgnoomen; dit was by de Staaten zelfs op den 24. April 1674. bevestigd, dit bleek ook, by het Octrooi tot het maken van den Straatweg op Eindhoven, waar in van geen opneeming van Penningen gerept werd. Zy was bedugt, dat die uitdrukking ten nadeele van Stads voorregten in gevolg getrokken zoude wer

den.

den. Hoewel de Staaten hierop, zo ver ik weete, niets antwoorden, moet men er uit befluiten dat zy met dien Brief genoegen genoomen hebben; het komt my voor, dat zy anders hunne nadere gedagten, daarop de Regeering zouden hebben doen toekomen.

276

Deel I. Bladz. 478.

K

[blocks in formation]

AERLE by der gracien Goids Roomfch Kyfer altyt vermeerder 's Rycx, Coninck van German, van Caftillen, van Leon, van Arragon, van Navarie, van Naples, van Secellien, van minorque, van Sardine, van den Eylanden van Jndien, van der vafter eerde, en de ZeeOceane, Ertshertoge van Oiftryke, Hertoge van Bourgoingnen, van Lothe, van Brabant, van Lemborch, van Luxemborch &c., Grave van Vlaenderen, van Artois, van Bourgoingnen

Pals

Grave van Henegouwe, van Hollant, van Zeelant, van Ferette, van Hagenauw, ende van Namen, Prince van Zwaue, Mercgrave des Heylichs Rycx, Heere van Vrieslant, van Salins, van Mechelen, van den Lande van Oueryffel van der Stadt, Steden en Lande van Vtrecht, ende Dominateur, In Afien ende Afriken, Allen den ge

nen,

« VorigeDoorgaan »